De Mens - Beest

Het Depot, Leuven, 3 mei 2010

Helemaal overtuigd waren we niet door ‘Is Dit Mijn Hart?’, de tiende plaat van De Mens. Maar dat neemt niet weg dat we voor een optreden van wat ongetwijfeld één van België’s beste livebands is altijd te vinden zijn. Dat bleek alweer volkomen terecht. De Mens is een waar beest.

De Mens - Beest



Eté 67 was een origineel voorprogramma. Dit zestal uit Luik grossiert in frisse popsongs met cajun- en zydeco-inslag. Door het feit dat ze dat in het Frans doen, krijgt het geheel trouwens iets authentieks.

Uiteraard is de instrumentkeuze hier belangrijk. Naast de akoestische gitaren zijn het banjo, mandoline en balgorgeltje waarmee deze groep jongleert. Op tijd en stond worden daar ook nog eens een (lege) waterkaraf, een wasbord en andere attributen aan toegevoegd. Het enthousiasme werkte in elk geval aanstekelijk.

Vooral drummer Bryan Hayart was graag bereid zich in het zweet te werken. Naast de eigen nummers uit hun recente plaat ‘Passer La Frontière’ werd een cover van Jacques Dutroncs On Nous Cache Tout, On Ne Dit Rien perfect in de set ingepast. De stem van zanger Raphaël Breuer had ons trouwens al eerder aan deze Franse meesterchansonnier doen denken.

Eté 67 had de zaal opgewarmd; aan De Mens om te zorgen dat het kookpunt werd bereikt. Een nummer als En In Gent bleek daarvoor zelfs in Leuven een prima fornuis. Michel De Coster kwam uit de coulissen als een jong veulen dat net twee weken op stal had gestaan en maakte zich meteen het hele podium eigen. Frank Vander Linden was zijn laconieke zelf en Dirk Jans deed het drummen bedrieglijk eenvoudig lijken.

Buiten Spelen was daarna geknipt om de roes te verlengen, maar wat ons vooral opviel was dat de nummers die op plaat eerder gewoontjes leken (Kettingdromer, Bleek, DJ Wanhoop) ons nu wel raakten en daar had de gele gitaar die Vander Linden voor Bleek bovenhaalde niets mee te maken.

Een set die nieuwe nummers met enkele klassiekers combineert is niet echt nieuw.Vooral Ergens Onderweg liet een zodanig blijvende indruk op het publiek na dat er nog volop werd gezongen toen de band al lang verdwenen was. De poging tot het vormen van twee koren tijdens Sex Verandert Alles was zo’n andere, misschien iets minder succesrijke, maar daarom niet minder gesmaakte vorm van interactieve werking tussen band en toeschouwers waarop De Mens een patent heeft.

Make It Wit Chu (van Queens Of The Stone Age) werd bijzonder geslaagd in dat laatste nummer verweven. Luide Muziek In Kleine Auto’s vloeide tijdens de bisnummers over in een prima Nederlandstalige rockcover van newwaveklassieker Eisbär van Grauzone. Uiteindelijk dwong een uitzinnige massa (al was het dan slechts zeshonderd man) toch nog een versie van Irene af. Die toegift hadden we vooral te danken aan de onvermoeibaarheid van Michel De Coster.

Dit optreden heeft ons gesterkt in het geloof in de livekwaliteiten van dit trio. De nieuwe nummers vielen nergens uit de toon, ook al zijn we nog steeds niet overtuigd van de kracht van Nog Een Dag. Dat werd hier echter volledig herleid tot een voetnoot.

3 mei 2010
Patrick Van Gestel