De Kift - Zilver met een gouden randje
Recyclart, Brussel, 2 februari 2013
Voor hun twintigste hielden ze het nog bescheiden, maar de vijfentwintigste verjaardag van het bestaan van De Kift wordt uitbundig gevierd. Niet alleen in thuisland Nederland, maar ook over de grenzen heen. In Brussel greep de meest eigenzinnige, Nederlandstalige band daarvoor terug op oude platen als 'Gaaphonger', 'Yverzucht' en 'Krankenhaus'.
Behoorlijk wat Franstalige medemensen waren opgedoken in de Brusselse Recyclart. Of zij ook maar een woord hebben begrepen van wat er uit de monden van G.W. Sok (ooit ook nog bij The Ex), Frank Van den Bos, Huug Van Tienhoven en, uiteraard, huidig frontman Ferry Heijne kwam, deed niet eens ter zake. Want voor het eerste deel van het optreden waren er de prachtige prenten, die op de achtergrond werden geprojecteerd en het verhaal over de overwintering op Nova Zembla mee vertelden. De muziek (en ook wel de aangepaste kleding van de band) deed de rest.
Muzikaal was het eerste deel bijzonder hoekig en strak. De blazers vulden, zoals al de hele carrière van deze dwarsliggers, de donkere gaten die de stompe en botte drums, gitaar en bas lieten. En dan was er nog die draailier, het heerlijke geluid van dat pomporgeltje, de waterglazen, die tijdens Landschapskop met de natte vinger 'bespeeld' werden, en andere vreemde instrumenten als de zaagvedel.
De Kift heeft altijd al voor alles opengestaan, maar hun roots liggen in de kraakbeweging. En daar hoort dus ook punk bij. De drie nummers uit ‘Yverzucht’ illustreerden dat perfect. Rauwe bassen en eentonige drums werden opgeluisterd met een eenzame trompet en veel inzet. Heijne zwierde zijn gitaar alle kanten uit tijdens dit bijzonder gesmaakte tussendoortje.
Maar het pièce de résistance van de avond was toch de uitvoering van de persoonlijke kijk op het ‘Krankenhaus’, tegelijk ziekenhuis en gekkenhuis. Afwisselend uitbundig en ingetogen, knotsgek en uiterst serieus werden de nummers van de tweede plaat van De Kift uiteengezet.
Intussen keek je al lang niet meer op van een plank die op het podium werd doorgezaagd (het schitterende Ademnood), een emmer met drumsticks en ander ratelend tuig (blikjes, …), die over het podium werd uitgekieperd (Leve ’t Circus) of een liedje dat achterstevoren werd gezongen (Angle Heevli). Het hoorde er allemaal bij.
Genoten hebben we van het prachtige Dakboot, de blazers tijdens het titelnummer van die tweede plaat in de finale van de show – noem het een bisronde, als je wil – of de ode aan de trompet van Ferry Heijne’s vader Jan, normaal ook mee op pad, maar deze keer – de man is vijfentachtig jaar oud – er niet bij. Het paste allemaal perfect in elkaar en rammelde en sputterde toch aan alle kanten.
Vijfentwintig jaar samen, het is een prestatie. En dan ook nog zo'n uniek repertoire, dat op schitterende wijze wordt gebracht. Dit was een zilveren jubileum die naam waardig, en bovendien nu al voorzien van een gouden randje.
De Kift speelt vanavond nog in de 4AD.