David Gilmour - Lofzang van de gitaar

Grote Markt, Tienen, 28 juli 2016

David Gilmour kan het nog steeds. Dat lijdt geen enkele twijfel. Over de setlist valt eventueel te discussiëren, maar is dat dan niet telkens zo?

David Gilmour - Lofzang van de gitaar



De hele dag was er dan wel geen druppel gevallen, in Tienen konden de weergoden toch niet aan de verleiding weerstaan om te proberen dwars te liggen. Het waren slechts korte zomerbuitjes, die snel vergeten waren eens David Gilmour de snaren liet trillen. Tijdens die momenten had het eigenlijk kunnen stortregenen. Het had geen mens gedeerd. Want de unieke manier waarmee hij omging met zijn gitaren, de ene al wat meer verweerd dan de volgende, hield de hele Grote Markt gebiologeerd in de ban.

Terecht ongetwijfeld; want Gilmour is en blijft, ook op de gezegende leeftijd van zeventig jaar, nog steeds on top of the game. En zelfs al zijn wij nog steeds niet bijzonder onder de indruk van zijn meest recente plaat, ook sommige van de nieuwe songs bleken de live test prima te doorstaan.

Dan denken we specifiek aan Faces Of Stone, dat werd ingeleid door de piano van Chuck Leavell (ooit nog toetsenist bij The Allman Brothers Band), voortgezet door de sopraansaxofoon van João Mello, maar dat – uiteraard - pas echt ontplofte bij de gitaarsolo. Minder boeiend vonden wij dan weer het titelnummer en het wat uit de set springende The Girl In The Yellow Dress, dat met zijn jazzformat een tikkeltje vreemd aandeed. Gewaagd? Ja; geslaagd? Niet echt. En dat was ook af te meten aan het applaus.

Daartegenover stonden dan de usual suspects als Money, Run Like Hell (met die machtige intro) of het schitterende One Of These Days, waarmee het tweede deel van de set - halverwege zat er een pauze van een kwartiertje - werd ingezet. Elk van die songs werden (voor zover mogelijk) meegezongen, terwijl de reacties bij de andere (ook de latere Pink Floyd-songs als het toch gesmaakte What Do You Want From Me of High Hopes, beide uit ‘The Division Bell’) nummers eerder lauwtjes waren.

Dat neemt dan weer niet weg dat er buiten de “hits” toch genoeg te snoepen viel. Dan denken we aan de wervelende solo in Fat Old Sun of de gospelkooropening van Today. Zeker het vermelden waard was de versie van On An Island, waarin Gilmour duelleerde met ritmegitarist Chester Kamen, en de solo’s nu eens als kolkende rivieren tegen elkaar aanbotsten om dan weer gelijkmatig dezelfde richting uit te stromen.

Ook niet te versmaden was de show rond het gebeuren. Op het enorme cirkelvormige scherm, dat centraal op het podium stond, waren niet enkel beelden van de protagonist te zien. Bij songs als Rattle That Lock, In Any Tongue of The Girl In The Yellow Dress werden er gestileerde animaties vertoond; het onevenaarbare werk van Hipgnosis, al eeuwenlang vaste leveranciers van het artwork van Pink Floyd (en dus ook van Gilmour). En het was vaak erg moeilijk om te ontsnappen aan de lichteffecten, die op het scherm werden getoverd of die Gilmour in een kleurrijke prisma van licht zetten (tijdens Run Like Hell).

Dat de overweldigende lasers tijdens afsluitende bis Comfortably Numb in het niet vervielen bij de ultieme gitaarsolo van de meester, moet voldoende bewijs zijn voor het feit dat die het nog niet verleerd is en er bovendien nog steeds van geniet. En dat was eraan te merken.

28 juli 2016
Patrick Van Gestel