David Byrne - Royaal

Koningin Elisabethzaal, Antwerpen, 13 maart 2009

De Elisabethzaal heeft altijd al iets koninklijks gehad. Dan hebben we het nog niet eens over de naam. Dat rode velours, die statige, strak in het pak zittende dames die je de weg naar je stoel wijzen, ... De stoelen zijn intussen weliswaar zo versleten dat je de indruk hebt dat je bij Koning Albert II op schoot zit terwijl hij een Parkinsonaanval krijgt, maar het gevoel is er nog steeds. Iemand als David Byrne staat daar volledig op zijn plaats. Ook hij heeft door de jaren heen iets majestueus over zich gekregen.

David Byrne - Royaal



Een optreden van David Byrne blijft speciaal. Niet in het minst omdat wij de man al volgen van toen hij zijn op het eerste gezicht gevoelloze teksten en bijhorende muziek schreef voor Talking Heads. Naast de fantastische platen die hij maakte met die groep, gooide hij ook hoge ogen met zijn samenwerking met producer-muzikant Brian Eno. 'My Life In The Bush Of Ghosts' mag zonder blikken of blozen baanbrekend worden genoemd. Of zoals Byrne het zelf eenvoudig uitlegde: "Toen noemden wij het found vocals, tegenwoordig heet dat samples."

Onlangs heeft dit dynamische duo daar een verlengstuk aan gebreid. Een verlengstuk dat misschien niet zo opzienbarend is als de vorige collaboratie, maar toch minstens even interessant. Het was die plaat, 'Everything That Happens Will Happen Today', die Byrne hier, weliswaar zonder Eno, kwam presenteren.

Het ruime podium van de Elisabethzaal werd volledig ingenomen. Drums, toetsen en een batterij percussie-instrumenten stonden op drie mini-podia in de achtergrond terwijl de voorgrond zo goed als helemaal vrij werd gelaten. De protagonist stond eenzaam vooraan, maar werd wel bijgestaan door een prima achtergrondkoortje. Ook de rest van de volledig in het wit gestoken band kweet zich met verve van zijn taak. Bovendien waren drie dansers alomtegenwoordig vanaf het tweede nummer, een knetterend I Zimbra. Zij gebruikten de overgebleven ruimte voor hun choreografie, waarbij ook Byrne en zijn koor voortdurend bij betrokken werden.

En dan was er uiteraard de muziek. Naast een ruime selectie uit de plaat in kwestie, hoorden wij prachtige versies van Talking Headsklassiekers als Houses In Motion, Heaven of Life During Wartime. Die oudere songs pasten wonderwel tussen het nieuwe werk en gaven nergens de indruk gedateerd te zijn. Van de nieuwe songs waren vooral opener Strange Overtones en een intrigerend I Feel My Stuff, dat het eerste deel mocht afsluiten, indrukwekkend.

Dat eerste deel omvatte zo'n vijftien songs, waarna Byrne zijn band nog drie keer liet opdraven. Voor de eerste bisronde verliet de band zelfs het podium niet eens. Na een korte pauze werd de zaal met Take Me To The River helemaal in vuur en vlam gezet. In het tweede toemaatje was er plaats voor een inmiddels brandend actueel Air ("Some people tell me not to worry 'bout the air") met de hele band in tutu. Een stomend Burning Down The House joeg dat het publiek finaal uit zijn stoelen. Het titelnummer van de laatste plaat werd ingezet als cooling down, maar was desondanks toch erg intens.

Byrne heerste over de zaal als een welwillend regent over zijn koninkrijk. Zijn onderdanen waren hem duidelijk heel erg toegewijd. Ongetwijfeld werden er behoorlijk wat wenkbrauwen gefronst wanneer wij, luid Burning Down The House brullend, door Antwerpen huiswaarts keerden.

13 maart 2009
Patrick Van Gestel