Danielson + The Long Winters - Ondank is 's werelds loon
Trix, Borgerhout (Antwerpen), 8 november 2008
432 man kan de clubzaal van muziekcentrum Trix aan. Er zijn echter hooguit 50 muziekliefhebbers aanwezig en zowel Danielson als The Long Winters verdienen beter.

Tot twee minuten voor aanvang van de show ligt John Roderick, voorman en liedjesleverancier van The Long Winters, nog languit uitgestrekt op de felrode divan aan de ingang van de zaal een uiltje te knappen. Geen wonder dus dat hij nog lichtjes slaapdronken op het podium verschijnt. Maar zoals steeds weet Roderick het publiek volledig te charmeren, bvb. door aan te kondigen dat hij vanavond een ‘all request show’ zal geven. Het publiek krijgt het dus voor het zeggen en al gauw komen de eerste verzoekjes aangewaaid: It’ll Be A Breeze en Teaspoon. De slaap wordt meteen verdreven en samen met oudgediende Eric Corson (bas en synthesizer) en nieuwbakken groepsleden Nabil Ayers (drums) en Jonathan Rothman (gitaar en toetsen) doet hij de vonk overspringen op de luisteraars, die stilaan de schuchterheid overwinnen en om meer werk uit het jongste album ‘Putting The Days To Bed’ vragen. Zo komen Pushover en Ultimatum aan bod evenals Car Parts uit het debuutalbum. Tussendoor probeert hij nog de aanwezigen te overtuigen van zijn politieke ambities en kondigt hij terloops aan om ook in Amerika – naar Nederlands voorbeeld – een Animal Party op poten te gaan zetten om uiteindelijk de volgende president van Amerika te worden. John Roderick heeft ongetwijfeld de nodige stand-up comedy kwaliteiten. Maar ook muzikaal is het smullen geblazen tot en met het laatste nummer The Commander Thinks Aloud, waarvoor hij nog even de toelating gaat vragen aan Danielson. In februari komen The Long Winters opnieuw langs in de AB-Box in Brussel en wij zouden voor één keer eens wat meer volk willen zien opdagen voor deze schitterende muzikanten en entertainers. Er zijn tenslotte slechtere manieren om uw avond door te brengen.
Een andere nobele onbekende in Europa is Danielson ofte het levenswerk van Daniel Smith. Hij heeft dan wel al zo’n 7 albums op zijn repertoire staan, maar aan deze kant van de grote plas is het succes eerder beperkt gebleven. Met zijn eigenwijze indierock wordt duidelijk verwezen naar The Pixies, maar dan wel zonder het elektrische geweld en met een erg belangrijke rol voor de keyboards. Uiteraard is het vooral het laatste album ‘Ships’ dat wordt gepromoot en waaruit wordt geciteerd. Ship The Majestic Suffix, de opener van het album en van het concert, toont meteen aan dat het Smith en zijn mannen, allemaal mooi in eenzelfde uniform met hun voornaam netjes op de borst prijkend, menens is. Hier wordt een poging gedaan om zieltjes te winnen en Daniel Smith geeft zich dan ook helemaal. Zijn ijle, hoge stem neemt je mee aan boord van zijn denkbeeldige schepen om de woeste zeeën van zijn onderbewuste te trotseren. Regelmatig wordt er verzocht om mee te klappen, vingerknippen of zelfs zingen (tijdens afsluiter Cutest Little Dragon), maar dat heeft eerder beperkt succes (wat wil je met 50 toeschouwers?). Tussendoor worden verhaaltjes verteld, zoals over de trompet waarop hij was gaan staan (of toch niet) als inleiding tot Did I Step On Your Trumpet. Ook Danielson weet op die manier het publiek te onderhouden.
Het is met een gevoel van tevredenheid dat wij en de rest van de aanwezigen met ons huiswaarts keren. Tevredenheid omdat wij zojuist twee bescheiden, maar o zo interessante groepen aan het werk hebben gezien, die beiden beter verdienen dan de 50 enthousiaste mensen die ze voorgeschoteld kregen.