Daniel Johnston - Demonen ontketend
Vooruit, Gent, 13 april 2012
Een artikel over Daniel Johnston beginnen met een inleiding over zijn ziekte is even flauw als een negermop over Michael Jackson. Maar van bij het begin van dit concert is het wel duidelijk dat deze man zichzelf niet helemaal in de hand heeft.

De manisch-depressieve, schizofrene en intussen ook diabetische Daniel Johnston, die tegen wil en dank in de obscuriteit vertoefde tot beroemdheden als Kurt Cobain, Butthole Surfers, Mark Linkous en Jad Fair hun bewondering voor zijn werk gingen verkondigen, betrad de bühne solo met zijn gitaar. Het concert verliep met horten en stoten omdat Johnston zijn hevig schuddende ledematen nauwelijks in bedwang kon houden.
Nu hoeft dat op zich geen probleem te zijn want het hart wordt het hardst beroerd door de creativiteit van wie uit lijden inspiratie puurt. En geleden heeft Johnston, getuigen zijn met Weltschmerz beladen teksten. Niet enkel omwille van de demonen die zijn gedachten teisteren, maar ook ten gevolge van een levenslange, allesverslindende maar onbeantwoorde liefde. De Laurie die hij in vele nummers ten tonele brengt is een hedendaagse versie van Dante’s Beatrice, of Petrarca’s Laura.
Bovendien heeft Johnston door de jaren heen zijn schare trouwe fans opgebouwd met thuis opgenomen cassettes in zowat de meest lo mogelijke fi. Niemand in het aanwezige publiek verwachtte dan ook virtuositeit of een afgelikt geluid.
Toch waren we opgelucht toen hij vanaf het vierde nummer begeleid wordt door Tommigun, de Brusselse band die ons als voorprogramma al aangenaam verraste door te klinken als frisse regendruppels op een drukkend warme dag om vervolgens enkele keren los te barsten als het onafwendbare en verlossende onweer. Ze zorgden voor een sfeervol tegengewicht voor de kinderlijk naïeve songs van Johnston. En de zoetgevooisde zangeres smeerde zalf op de wonden, die de songs van de Amerikaan met de schrille, beverige stem vaak sloegen.
Aan hits - nu ja - geen gebrek deze avond: publiekslievelingen als Hey Joe, Don’t Let the Sun Go Down on Your Grievances, Life in Vain en Walking the Cow kwamen allemaal aan bod. Johnston bracht ook hulde aan zijn helden, The Beatles, met het gelijknamige nummer en met een cover van You’ve Got to Hide Your Love Away. Het publiek zong Devil’s Town mee tot lang na het einde van het nummer. Johnston reageerde laconiek: “You’re scaring me! It’s better times these days.” Voor improvisatie was er begrijpelijkerwijs geen plaats en wanneer een fan om Speeding Motorcycle riep, volgde een droge “Are you kidding me?”
Na veertien nummers kondigde de cultheld het bisnummer aan, waarna hij fijntjes gewezen werd op de gebruikelijke gang van zaken. “Oh, we have to leave first? We’ll be right back!”, waarna hij de daad bij het woord voegde en we nog een mooie versie van True Love Will Find You in the End kregen.
“Another country, another night. I never know where I am.” Johnston vertelde ergens tussendoor dat er nog dertig shows op het programma stonden. We kunnen gerust stellen dat de aanwezigen nog dertig keer de zaal zullen verlaten met het gevoel iets bijzonders te hebben meegemaakt.