Dan Deacon - Het leukste feestje van het jaar

Botanique, Brussel, 26 september 2012

Over Dan Deacons laatste plaat zijn de meningen verdeeld, gaande van geniaal tot halfslachtig en overambitieus. Wij situeren ons daar ergens tussenin. Het was dan ook met enige argwaan dat we gisteren de Brusselse Botanique betraden. Geheel onterecht, zo zou achteraf blijken. 

Dan Deacon - Het leukste feestje van het jaar



Voorprogramma Deep Time, bestaande uit chanteuse Jennifer Moore en Adam Jones, maakt het soort indiepop dat aanleunt tegen de zwaar onderschatte Young Marble Giants. De stem van Moore doet dan weer sterk denken aan de Cat Powers en Feists – probeer dat maar eens tien keer na elkaar te zeggen – van deze wereld. Een vreemde keuze dus als opwarmertje voor Dan Deacon.

Hun titelloze laatste album vonden wij hoogst aangenaam - luister naar Clouds of Homebody en geef ons eens ongelijk. Maar live viel het allemaal nogal magertjes uit. Het leek net alsof het duo bang was om iets fout te spelen.

Dat kwam pijnlijk tot uiting aan het einde van hun optreden, toen Moore eerst nog twee nummers aankondigde, maar dan noodgedwongen overschakelde op de afsluiter. Jammer, want de songs mogen er zijn en de stemcapriolen van Moore zijn meer dan de moeite waard.

Wat een contrast met Dan Deacon. Nu weten we wel dat de Amerikaan het concept publieksparticipatie hoog in het vaandel draagt, maar dit hebben we nog nooit gezien. En toegegeven, Flaming Lips en consoorten weten ook wel hoe ze een feestje moeten bouwen. Maar wat Deacon deed was van een ander kaliber.

De man stond om te beginnen het hele optreden lang gewoon voor het podium, tussen het publiek. On stage waren wel twee drummers en een fluorescerend doodshoofd voorzien, maar de echte actie situeerde zich aanvankelijk op de begane vloer van de Rotonde.

Al snel ontpopte Deacon zich tot een volleerd stand-up comedian: enthousiast over de locatie verwees hij naar de clip van Are You Gonna Go My Way van Lenny Kravitz. En of we allemaal ons favoriete moment uit die clip voor de geest wilden halen. De toon was meteen gezet.

Tussen zowat ieder nummer door slaagde de bebaarde reus erin om de hele Rotonde op stelten te zetten. Zo liet hij achtereenvolgens in het midden van de zaal een dansvloer optrekken om een heuse "dancing contest" te organiseren. Later deed Deacon er nog een schepje bovenop door enkele "voordansers" aan te duiden. De rest van de zaal mocht na-apen, wat wonderwel lukte.

Maar zijn meest indrukwekkende zet kwam tijdens Guilford Avenue Bridge. Het voltallige publiek vormde een levende tunnel rondom de Rotonde om zo netjes aan het einde van het nummer weer binnen te sijpelen. Faut le faire.

En of de muziek ook goed was, vraagt u? Nooit minder dan uitstekend. De twee drummers – eentje speelt ook bij Dope Body – gaven alleen maar meer slagkracht aan Deacons pompende elektronica. Al vanaf opener Of the Mountains werd de Rotonde omgetoverd tot een kolkende dansvloer.

En het feestje bleef duren, met veel werk uit 'Bromst' (Paddling Ghost, Snookered, Baltihorse) en zijn laatste worp 'America' (True Thrush, Lots, America II én IV). Met The Crystal Cat graaide de Amerikaan ook nog eens uit zijn fijne debuutplaat.

Dan Deacon zit duidelijk op een artistiek hoogtepunt. En dat leverde een onvergetelijk concert op. We halen niet vaak het woord "legendarisch" uit de kast, maar dit kwam toch aardig in de buurt.

26 september 2012