Crossing Border 2010 - Weinig enthousiasme

Arenbergschouwburg, Antwerpen, 23 november 2010

De zomerfestivals zijn in een mum van tijd uitverkocht, maar op Crossing Border (en al evenmin op De Nachten) stond je zelden voor volle zalen, iets wat vorig jaar wel het geval was. Blijkbaar is het succes van dergelijke cultuurgrensoverschrijdende festivals toch eerder beperkt. Maar daardoor lieten wij ons dus niet afschrikken. Muzikaal viel er immers genoeg interessants te rapen.

Crossing Border 2010 - Weinig enthousiasme



De Arenbergschouwburg werd opgedeeld in vier zalen en was bovendien voorzien van een miniboeken- annex platenwinkel, waar je meteen ook je collectie kon aanvullen met de artiesten die op het festival hun materiaal kwamen aanprijzen. Maar wij weerstonden aan de verleiding om onze portefeuille al meteen boven te halen en gingen op zoek naar de juiste band in
de juiste zaal

In de kleine theaterzaal, voor de gelegenheid omgedoopt tot “Red Eyed Fly” – vraag ons vooral niet waarom – kreeg Field Music de kans om te tonen wat ze waard waren. Het was ons een raadsel hoe een dergelijke virtuoze band al albums vol met zo’n prachtige liedjes heeft gemaakt zonder dat de
doorbraak echt geforceerd kon worden.

Misschien herkent u Them That Do Nothing wel van de schaarse keren dat het op de radio wordt gedraaid, maar hier bleek dat dit een veel te poppy song is om representatief te zijn voor wat deze band in zich heeft. Een drummer die zichzelf nooit herhaalt en steeds weer de meest bizarre roffels uit zijn kit tovert, gitaarduels die aan progrock refereren (Effortlessly), stemmen die moeiteloos de hogere regionen aftasten, de vreemdste kronkels in hun songs, je vond het allemaal terug in een korte, stevige set, waarvoor de band rond de broertjes Brewis een selectie maakte uit hun inmiddels al indrukwekkend songbook. Hier werd al meteen een standaard gezet. En waar was die platenwinkel ook alweer?

Tussendoor pikten we even een stukje BP Fallon & Band mee. Zijn ode aan Van Morrison op de tonen van Gloria was leuk om horen. Zie het eerder als een vertelling op muziek dan als een liedje, maar deze oude rot, die ooit nog met Led Zeppelin en U2 tourde en een plaat opnam met Jack White, wist in elk geval van wanten. Met pretoogjes die boekdelen spraken en de energie van een jonge hond sprong hij het hele podium rond.

Het was een tijdje geleden dat Low nog eens ons land aandeed. Hun laatste plaat is ondertussen bijna drie jaar oud en de hoop om een glimp op te vangen van nieuw werk deed de verwachtingen oplopen. Er is ondertussen die nieuwe bassist ook maar dat zorgt voor minder opwinding: bassist zijn bij Low lijkt ons niet direct een glamoureus bestaan in showbusiness. Naast enige zin voor ritme is de belangrijkste eis die gesteld wordt vast dat je goed overweg kunt met Alan en Mimi, het koppel dat de spil vormt van deze band.

Met een uitgebreid oeuvre zoals het hunne is het soms moeilijk te weten of ze een obscuur nummer spelen of nieuw werk. Bij opener Lordy bijvoorbeeld vergisten we ons: deze gospel verscheen reeds in 2006 op een EP die samen met The Dirty Three werd opgenomen. Van enkele andere nummers zijn we zekerder. Het op een blueslick geborduurde Witches kon bekoren. Het door Mimi gezongen Especially Me ook, al lag dat iets meer in de lijn van hun vroeger werk. En naar het einde van de set toe het nummer dat Shame blijkt te heten, een zalig miniatuurtje met mooie tekst.

Dit alles werd aangevuld met de gekendere "hits". Monkey was een hoogtepunt, Walk Into The Sea dat overging in Canada ook, en al de rest eigenlijk. Voor 2011 is er alvast die zekerheid: Low brengt een plaat uit waar we nu al naar uitkijken.

Jesse Malin slooft zich even hard uit voor een volle zaal als voor twee toeschouwers. De opkomst was dan misschien niet grandioos, de inzet was er duidelijk wel. Met zijn St. Marks Social joeg hij de vonken uit de boxen met een set die zijn hele carrière overspande. En tussendoor waren er de typische, sappige verhalen waar Malin bekend voor staat. En als er dan een versterker het begeeft, wordt daar meteen een mouw aangepast. No sweat. Of toch wel, eigenlijk.

Tijdens Bastards Of Young ging de charismatische frontman op stap door de zaal en vroeg hij iedereen te gaan zitten en mee te zingen en tijdens de afsluiter, een cover van Lennons Instant Karma, verdween hij al zingend uit de zaal, sloot de deur achter zich, maar bleef verder zingen. En hij komt daar moeiteloos mee weg precies omdat dit zo authentiek is. Hij is geen poseur, maar een rasperformer die rock en punk nog steeds hoog in het vaandel draagt. Wie hierbij was, herinnert zich vast nog het zweet dat van zijn gezicht droop, het speelplezier dat van het podium straalde en uiteraard songs als Black Haired Girl en Wendy.

Rockgroepen plaatsen tegenwoordig niet zelden een extra drum op het podium en mixen de volledige ritmesectie voorop in het geluid. Het resultaat is een soort tribaal accent dat energetisch aandoet. Denk aan The Dodos of Fuck Buttons en u begrijpt wat wij bedoelen. Een andere te spotten trend is harmonische samenzang. Wij geven u Fleet Foxes en Grizzly Bear als voorbeelden. Een groep die beide trends combineert kan dus weinig anders dan een succes worden anno 2010 en dat is net wat Local Natives doen.

Van bij het begin van hun optreden gaan ze als losgelaten sjamanen te keer op hun gitaren en drums en dat werkt zo aanstekelijk dat het moeilijk was op je stoel te blijven zitten. Het was hun voorlaatste optreden van deze tournee, hierna gaan ze de "moeilijke tweede" opnemen in hun thuisbasis Los Angeles, en dus kregen we nog een laatste keer een overzicht van wat er allemaal voor moois staat op die debuutplaat. En dat bleek heel wat. Om heel hard in de gaten te houden, Local Natives.

Het moet niet gemakkelijk zijn om Spoon te managen. De groep heeft geen Unique Selling Proposition die naam waardig: ze brengen standaard rocksongs die op het eerste gehoor als dertien in een dozijn klinken. In Belgenland zouden ze vast afgedaan worden als verwant aan dEUS. Frontman Britt Daniel heeft bovendien zijn smoeltje niet mee en zij zijn niet bereid tot het maken van al te veel compromissen zoals pakweg het schrijven van een hit. Dat ze duistere sfeerverlichting toelieten op het podium was vast een discussiepunt geweest in de voorbereidende vergadering.

Het enige wat er voor hen opzit is dus rocken gelijk de beesten. Onverwijld, niet aflatend, stevig, telkens weer, show na show, mens na mens overtuigen dat ze de moeite waard zijn. En dat zijn ze, en dat doen ze, ook in de Arenbergschouwburg. De eerste vijf nummers nog met vest en sjaal aan, wat opwarmen, maar de twaalf erna vliegen de brokken er af en komen ze toch in het zweet te staan. We noteerden als hoogtepunten Finer Feelings, met die mooie brug in het midden en het op akoestische gitaar gespeelde Summon You, het enige rustpunt in de set, dat meteen werd gevolgd door een geweldige versie van Got Nuffin'.

Wat we moeten maken van de mededeling "Last Show Ever" die we aantroffen op de playlist is ons niet helemaal duidelijk. Ze speelden voor een quasi lege zaal, en dat is een schande, en het moet frustrerend zijn om na al die jaar zwoegen niet buiten de fanbase te kunnen breken maar wij hopen met gans ons hart dat deze band er niet de brui aan geeft. Dat zou zonde zijn.

Voor de gelegenheid was Ed Harcourt in zijn eentje het kanaal overgestoken, maar gerichte samples van zichzelf zorgden ervoor dat je als toeschouwer soms toch de indruk had dat er een band voor je stond. Begeleiden deed hij zichzelf op piano en akoestische gitaar, maar hij haalde ook de trombone boven (I’ve Become Misguided). Wat ons zo charmeerde was het feit dat dat instrument hem duidelijk niet lag, maar dat die valse noten helemaal niet stoorden.

Zijn Church Of No Religion deed de temperatuur voelbaar dalen zodat eenieder het kippenvel zich over zijn lijf voelde verspreiden. Vaak was het ingetogen, maar soms (Undertaker Strut) durfde hij ook woest uit de hoek te komen. Afsluiten deed hij met een heerlijk Until Tomorrow Then waarbij hij bijna letterlijk afscheid kwam nemen van zijn publiek, dat hij eerder nog naar de volle maan had doen huilen tijdens Heart Of A Wolf. Ed Harcourt is een romanticus met een veel te groot hart, die ook de donkere kant van het bestaan durft bij te lichten. En laat dat nu net iets zijn waar wij voor vallen.

Blijkbaar gaven de Antwerpse cultuurliefhebbers de voorkeur aan de literaire uiteenzettingen, want voor de muziek was de opkomst eerder gering. Nochtans kon u getuige zijn van enkele unieke concerten. Wij zijn in elk geval blij dit meegemaakt te hebben.

Kristof Van Landschoot, Patrick Van Gestel

23 november 2010