Cross-Linx Festival 2013 - Klassieker

Muziekgebouw Frits Philips, Eindhoven, 3 maart 2013

Optreden met klassiek orkest. Je hebt de Proms natuurlijk, maar er is meer. Veel meer. Dat bleek op het Cross-Linx Festival in het Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven.

Cross-Linx Festival 2013 - Klassieker



Andy Barlow, de knoppenman van Lamb, noemde het een “clash of cultures”. In het geval van de Britse band was dat misschien ook wel zo. Klassiek werd ingepast in elektronica. Alleen leverde dat slechts zelden de gezochte meerwaarde op.

Zangeres Lou Rhodes heeft nog steeds een unieke stem en blijkt, na haar solo-uitstap, onlosmakelijk verbonden met Lamb en nummers als Butterfly Effect hebben het nog steeds. Klassiekers als Gabriel, What Sound en Gorecki mochten niet ontbreken op de setlist, maar lieten de indruk na dat er vooral op zeker werd gespeeld.

Waar het sfeerscheppen aangaat, zijn Barlow en Rhodes nog steeds meesters. Het twintigkoppige strijkersorkest van Amsterdam Sinfonietta vulde hier en daar de gaten, maar leidde eigenlijk zelden naar die overtreffende trap. Enkel bij de instrumentale opener en de ingetogen afsluiter Lullaby hadden wij de indruk dat er iets werd toegevoegd. Dat het ook anders kan, zou later op de avond nog blijken.

Niet alle bands op het Cross-Linx mochten met het strijkersorkest optreden. Tussen de grote namen door was er ruimte voor “Music Mining”, waarbij je naar ongewone plaatsen (parking, …) in het gebouw werd geleid om daar van een mini-concertje te kunnen genieten. En daarnaast waren er nog andere podia opgesteld doorheen het gebouw voor optredens van onder meer Hauschka en Brandt Brauer Frick.

Op die manier konden wij ook nog eens genieten van The Dodos, die, na probeersels met extra personeelsleden, terug naar de basis lijken te zijn teruggekeerd. Want op het podium stonden enkel zanger-gitarist Meric Long en drummer Logan Kroeber.

Wat The Dodos altijd speciaal maakt, is het originele drumwerk van Kroeber, die probeert om snare en kickdrum te vermijden en dat compenseert met extra tomtoms en rijkelijk gebruik van de randen van de trommels. Long samplet daarbij zijn gitaarwerk om een diepere sound te krijgen.

In het Muziekgebouw leverde dat een eerder doorsnee set op. Maar wij blijven fan. Ook al vanwege de kracht die van nummers als Black Night of Red And Purple uit blijft gaan. Misschien was de set gewoon iets te kort (veertig minuten) om echt opgeslorpt te worden.

Patrick Watson heeft iets met klassieke muziek. Dat was in Nederland al eerder gebleken toen hij met het Koninklijk Concertgebouworkest het Amsterdamse Concertgebouw uitverkocht. En ook nu weer was hij vastberaden om er iets speciaals van te maken. In die mate zelfs dat hij speciaal voor deze gelegenheid arrangementen had geschreven.

Waar band en orkest bij Lamb eerder naast elkaar speelden, werden de strijkers hier perfect geïntegreerd in de songs. Vooral Beijing werd op die manier een schitterend hoogtepunt inclusief prachtig, filmisch – het stukje leek zo uit een Disneyfilm te zijn geplukt -  klassiek intermezzo,waarna het liedje naar zijn einde werd geleid.

Wat bij dit concert vooral duidelijk werd was dat ook het orkest met volle teugen genoot van deze show. Dat orkest werd dan ook veelvuldig betrokken bij de muziek, de leden mochten zelfs “meezingen” in de achtergrond (iets dat waarschijnlijk enkel kon vanwege de uitstekende akoestiek in de zaal) tijdens Adventures In Your Own Backyard en gooiden hun partituren de zaal in tijdens Where The Wild Things Are. Bovendien mochten zij zich ook nog eens zonder band uitleven in een stukje Debussy.

Voor het publiek was het dan ook een uniek spektakel dat met To Build A Home (met enkel Watson zelf op piano en het orkest), het wat chaotische, voor slechts één microfoon gezongen Into Giants en een massieve ovatie afgesloten. Patrick Watson (de band) bewees dat er wel degelijk meerwaarde gecreëerd kan worden met een klassiek orkest en gaf dit festival meteen reden van bestaan.

Bij het uitspreken van de naam Nils Frahm zijn er op de redactie die al meteen beginnen kwijlen. Zelf stonden we altijd vrij sceptisch tegenover het pianofenomeen uit Berlijn. Maar daar zou na zijn optreden op dit festival wel eens verandering in kunnen komen.

Allerlei indrukken en invloeden leken op je af te komen. Satie, Maurice Jarre en diens zoon Jean-Michel waren slechts enkele van de namen die door ons hoofd schoten. Maar vooral de verstilde pracht van een man die enkel met piano zo diep lijkt te gaan was wat je rillingen bezorgde.

Voortdurend betrapte je er jezelf op dat je met ingehouden adem zat te luisteren naar alweer een fonkelfris stukje pianomuziek. De man leefde zich uit op zijn synth om dan over te nemen met de vleugel. Moeiteloos leek het Frahm allemaal af te gaan terwijl je oren intussen met fluweel werden bekleed. Voortdurend werden de grenzen van de pianomuziek verkend. In die mate dat zelfs het binnenwerk van de vleugel als instrument fungeerde.

Een fabuleuze afsluiter van een geslaagde Hollandse uitstap. Hoog tijd om te overwegen om een Belgisch verlengstuk aan dit initiatief te breien. Hier hebben we tenslotte ook concertgebouwen (en orkesten).

3 maart 2013
Patrick Van Gestel