Crammerock - Dag 1 - Crammerock kreunt van genot
CrammerocK-plein, Stekene, 7 september 2009
19 jaar. Bij die leeftijd beelden wij ons meteen een slungelachtige jonge gast in, al dan niet rijkelijk voorzien van puistjes en ontluikende gezichtsbeharing, die met moeite slaagt voor zijn herexamens. We waren echter niet meer dan verrukt dat Crammerock, zelf 19 lentes oud, dat beeld van voor onze ogen wegrukte.

Voor de eerste keer was Crammerock helemaal uitverkocht voor aanvang, tot grote spijt van menig festivalganger, die geen campingticket meer kon bemachtigen. Maar goed, de gelukkigen die wél op festival- en campingweide raakten, zullen we niet horen klagen – behoudens over het soms onnodige gedoe met de beren van de security.
Dat het festival een puike affiche mocht presenteren – 32 euro voor 32 mooie namen – , is overduidelijk. The Curvy Cuties Fanclub, jonge Gentse winnaars van rockconcours De Beloften ’08, mochten als eerste het podium op. Jong geweld dat binnenkort geen introductie meer behoeft, lijkt ons. Een schrijnend lege tent spreekt ons tegen. Eigen talent eerst dus, edoch werd als tweede het Nederlandse De Staat op het podium aan de andere kant van de tent gedropt. En terecht, maar toch te weinig volk om enig knallend effect te verkrijgen met onder meer Sydney Samson-cover Riverside.
Naambekendheid lijkt de gouden sleutel tot feest. Dat Lady Linn en haar schitterende zeven dat zullen beamen, daar zeggen we donder op. Cool Down, I Don’t Wanna Dance en Love Affair zorgden logischerwijs voor dat ietsje meer, maar ook pakweg Shopping kon ons wel bekoren. Ook Clement Peerens Explosition smulde gretig van het fenomeen ‘naambekendheid’ en bijhorende enthousiaste menigte. En dat zal wel het enige zijn dat het absurde drietal gemeen heeft met Lady Linn. Een schitterende act, doorspekt met hilariteiten, zette de tent in lichterlaaie. Uiteraard hoorde het nodige geduw en getrek erbij, wanneer Geft da Kaske na is Hier het terrein opgejaagd werd, maar ook dEUS’ The Architect en Dikke Lu werden vriendschappelijk omarmd.
En terwijl Leesa van elektronisch jetje gaf tijdens haar eerste festivaloptreden, sloeg A Brand haar eerste snaren aan. Stemmen, trommelvliezen en oude vrouwtjes met een voorliefde voor Die Zauberflöte gingen genadeloos ten onder aan LCD Soundsystem-cover Yeah, Hammerhead en Mad Love Sweet Love. We nemen er nóg keelpastilles voor.
Joost Zweegers, vergezeld door gitaar en piano, deed ons even tot rust komen. Nadat Admiral Freebee ziek meldde, kon gelukkig nog beroep gedaan worden op deze Novastar-frontman. Met een cover van Oh Darkness bracht hij zelfs soelaas voor verstokte Admiraal-fans. Ook aan eigen meezingers geen gebrek, getuigen pakweg Mars Needs Woman of The Best Has Yet to Come. Het goeie nieuws was alvast dat The Talent Van Laere met verve vervangen werd. Slechter was het dan – alweer – voor menig stel stembanden. Nu al leek het duidelijk dat het verrassend stil zou worden in klassen of kantoren, maandagmorgen.
Maar omdat we niet van stil houden, volgden we een spoor van Mary Jane-geuren richting The Wailers. Clubstage-deejays Sound Of Stereo, eat your heart out, een lekker potje jammen lijkt nog steeds niet gedateerd. Hoewel de dood Robert – Bob voor de vrienden – Marley en The Wailers al enige jaren geleden scheidde, is zijn sound immer voelbaar. Wie stil kon blijven tijdens One Love, moest toch ook al enkele jaren ter ziele gegaan zijn. Lively Up Yourself, No Woman No Cry of Three Little Birds waren slechts een kleine hap van de heerlijke taart die de helden ons serveerden. Schitterend in al zijn facetten.
Stereo MC’s, bekend van onder meer Connected, had de moeilijke taak de gekgeslagen Wailers te evenaren. Daar slaagden ze niet volledig in. Hoewel Step it Up en Ground Level erg in de smaak vielen, konden de MC’s met hun minder bekende nummers niet scoren. Bijgevolg een mensenstroom richting party-deejay TLP.
Noem ons oubollig of lach ons uit, maar we blijven bij ons standpunt. Milk Inc. is een vreemd concept. Een bomvolle tent die ondenkbaar veel handjes de lucht in steekt, terwijl getwijfeld kan worden of die blonde halfgod – héle goden schijnen adonissen te zijn – vooraan wel degelijk zélf de klank uit zijn keyboard haalt. Maar goed, ambiance schijnt goed te zijn voor een mens, dus pikten we graag nummers als I Don’t Care of Walk On Water mee. Verbazingwekkend genoeg schijnt het ook een gewoonte te zijn bij het duo eighties- en nineties-momentje in te lassen, met songs die niet de hunne zijn. Zoals al vermeld overheerste bij ons wel de ambiance, maar kippenvelmomenten zou de dance-act nooit geven. Zelfs niet wanneer er plots vuurwerk bij betrokken raakte.
Elektro-fans zouden evenwel aan hun trekken komen met wat restte van de nacht. Dada Life, dat vreemd genoeg slechts een halve zaal vol leek te krijgen, speelde een aardig setje op de Mainstage met musts als Fun Fun Fun en Happy Hands & Happy Feet. Starski & Tonic sloten de dag dan weer af in de Clubstage.
Met een aanzienlijk hoog elektrogehalte in de aders keerden véél festivalgangers terug naar de camping, alwaar een fiks eind werd gebreid aan het feest. Eerlijk gezegd, zelf weten we er ook niet veel meer van, maar iedereen ging alvast tevreden slapen.