Couleur Café 2016 - Good Times ondanks de Duivels
Tour & Taxis, Brussel, 4 juli 2016
De Couleur Cafégangers kregen er op de eerste festivaldag een extra act bij met de kwartfinale van de Rode Duivels. Alles werd in gereedheid gebracht voor een Belgisch feestje: bezoekers en artiesten maakten zich op, de rastavlaggen maakten plaats voor de nationale tricolore en de show van Selah Sue werd zelfs een halfuur uitgesteld, zodat die kon doorgaan als de ultieme overwinningsviering. Alleen kwam er van dat feestje niks in huis en moest er worden overschakeld op plan B (of was het nu plan A?): de voorziene headliners. In tegenstelling tot de Duivels vervulden zij hun taak wel en kwamen ze meermaals aan scoren toe.
Libero numero uno: de jonge Jamaicaan Chronixx. Amper drieëntwintig is hij, maar als een van de aanvoerders in de huidige reggaerevival kwam hij heel vaak voor op de verlanglijstjes van de Couleur Café aficionado’s. Hij ving zijn optreden aan met een belofte – Start A Fyah – maar leek er aanvankelijk zelf niet zoveel zin in te hebben. Toch kreeg hij moeiteloos de fans én de weergoden op zijn hand, want uitgerekend tijdens het vrolijke Smile Jamaica drong de zon heel even door de donkere wolken heen. Magisch moment!
Zijn hit Who Knows kregen we in een afgeslankte versie (want zonder de medewerking van Protoje), maar Here Comes Trouble werd dan weer aangedikt met uitlopers naar Modern Day Judas (Jesse Royal) en World A Reggae (Ini Kamoze). Echt losbarsten deed hij pas tijdens Blaze Up The Fire, dat hier meer als een rocknummer aanvoelde dan in de originele productie van Major Lazer. In het slot bewees zijn band zich nog eens met de dancehalltune Nah Follow Nobody, dat overging in Sister Nancy’s Bam Bam. Muzikaal staat deze show helemaal op punt, maar als frontman mocht Chronixx wat vaker de interactie opzoeken met het publiek of de bandleden.
Diezelfde opmerking kunnen we eigenlijk ook maken voor discolegende Nile Rodgers van Chic, ware het niet dat die geflankeerd werd door twee fantastische zangeressen. Samen doorliepen ze het uitgebreide repertoire van de zanger-gitarist-producer, niet zelden in een medleyvorm. Zo was er ook een rondje voorzien voor het werk dat hij voor anderen schreef, waarin onder meer de klassiekers I’m Coming Out (Diana Ross), We Are Family (Sister Sledge) en Like A Virgin (Madonna) aan bod kwamen. Luidkeels meegezongen door alle aanwezige generaties, die zich samen warm dansten onder de regendruppels.
Bij de aankondiging van Get Lucky, de wereldhit waar hij twee jaar geleden nog aan meewerkte met Daft Punk en Pharrell Williams, richtte Rodgers zich vooral naar het jonge volkje, maar ‘ter compensatie’ bracht hij het in een funkversie die veel te traag op gang kwam. Wanneer we iets voor 21 uur samen met honderden andere muziekliefhebbers het hoofdpodium links lieten liggen om een groot scherm op te zoeken, wenste hij ons nog Good Times. Maar dat was dus buiten die dekselse Duivels gerekend.
Geen verhoopte overwinningsviering bij Selah Sue, dus doken we de Univers-tent in voor nog wat Jamaicaanse vibes bij Mr. Vegas. De opwarmings-dj van dienst joeg ons energiepeil opnieuw de hoogte in, terwijl Vegas zelf zich schijnbaar al had warmgelopen in de backstage. Als een storm raasde hij over het podium voor zijn uptempo dancehall klassiekers: Big Things A Gwaan, Nike Air, Heads High … Bij elk nummer ritste hij zijn joggingstrui iets verder open, tot hij helemaal bezweet in zijn blote bast stond rond te springen.
Dat hoge tempo kon hij natuurlijk niet blijven aanhouden, dus haalde hij de vaart er wat uit met een sitdown en een korte Bob Marley tribute, die hij grotendeels aan de band en de dj overliet. In het tweede deel van de show bracht hij zijn recenter werk, zoals Sweet Jamaica, Gimme A Light en I Am Blessed. De slotminuten had hij opgespaard om wat promo te maken voor zijn nieuwe album ‘This Is Dancehall’, dat hij in augustus uitbrengt. We kregen in primeur zijn nieuwste hit God Alone te horen, die zo in de soundtrack van ‘Pirates of the Caribbean’ past. Een bisnummer was hier misschien een betere keuze geweest.
Na middernacht verhuisden we weer naar de mainstage voor de publiekslievelingen van Magic System. Het Ivoriaanse kwartet staat al twintig jaar op de planken en was nu al voor de derde keer te gast op Couleur Café. Teleurstellen doen ze nooit, want met hun aanstekelijke Afrikaans-Westerse ritmes krijgen ze zelfs de stijfste hark aan het dansen. Enige opwarming hebben zij daar niet voor nodig, dus startten ze meteen met hun grootste hit Bouger Bouger. Of was dat nu Ki Dit Mié? Of Zouglou Dance? Of C’cho ça brûle?
In ieder geval: bakken klappers hebben deze heren en live zijn ze helemaal op elkaar ingespeeld, tot aan de danspasjes toe. Bijzonder ad rem ook. Ze vroegen “une minute de bruit pour les Diables Rouges”, daagden de jongens en meisjes in het publiek uit voor een wedstrijdje gillen en deden ons zo die nederlaag snel vergeten. Toen ook zij in het slot toewerkten naar hun nieuwer materiaal, wisten we dat ze ons na al die goeie hits zouden uitwuiven met die ene uitschuiver, Magic In The Air. De trouwfeestklassieker werd echter opmerkelijk goed ontvangen door het Couleur Café publiek. Muziek die zowel door moeders als hun puberende zonen even hard gesmaakt wordt: het bestaat!