Couleur Café 2014 - Dan toch waardig verjaardagsfeest op slotdag

Tour & Taxis, Brussel, 5 juli 2014

Als de verjaardagstaart voor Couleur Café was opgedeeld in vijfentwintig stukken – eentje voor elke editie – dan zouden wij één derde van die taart mogen opeisen. We hebben dus recht van spreken als we het hebben over “de typische Couleur Café-sfeer”, die dit jaar uitbleef op de eerste twee festivaldagen. Maar op de slotdag van deze jubileumeditie gaven de tegenpruttelende weergoden zich dan toch gewonnen: goeie muziek, kleurrijke mensen én het zonnetje. Zoals het hoort.

Couleur Café 2014 - Dan toch waardig verjaardagsfeest op slotdag



Rond de middag kregen de kampeerders nog een zoveelste stortbui over zich heen, maar in de vooravond dreven de grijze wolken uiteen en kleurde de hemel voor het eerst dit weekend helemaal blauw. Hoe kun je zo’n zonnige zondagnamiddag beter starten dan met wat “roots, rock, reggae”, zoals Ky-Mani Marley ons beloofde in openingstrack Play I Some Music ? Het was de eerste van een handvol covers van zijn vader op de setlist (Concrete Jungle, Is This Love, Could You Be Loved?, …), waarmee hij de handen logischerwijze gemakkelijker in de lucht kreeg dan met zijn eigen nummers. Geen slechte show, maar niet memorabel.

Onze verwachtingen waren hoger gespannen voor Protoje en zijn Indignation Band, nadat we de jonge Jamaicaan vorig jaar nog zagen overtuigen op Reggae Geel. Als rijzende ster bracht hij dan ook een hele volksverhuizing teweeg tussen de Titan mainstage en de Univers tent, maar tot ieders verwondering was Ky-Mani Marley niet mee verhuisd voor het duet op Rasta Love.

Bij een concert van Protoje is de vergelijking met Alborosie of Damian Marley nooit ver weg: allen zijn ze populair bij het grote publiek omwille van de niet-onaardige looks, karakteristieke flow en de aanstekelijke refreinen die je zo kan meezingen. En anders neemt Protoje wel even de tijd om ze je aan te leren. Ook als entertainer staat hij er dus: hij maakt gebruik van de volledige breedte van het podium om de interactie met het publiek op te zoeken en zijn bewegingen zijn perfect afgestemd op die van zijn bandleden. Na een optreden dat doorspekt is met hits (Dread, Who Dem A Program, Who Knows, Kingston Be Wise, …) en dat blijft boeien van begin tot einde, kunnen wij maar één iets besluiten: dit was eigenlijk mainstagemateriaal.

We blijven daarna skanken op de reggaevibe met Alpha Blondy, die behoorlijk Westers gekleed was – petje, vestje, jeansbroekje - voor zijn doen. De Ivoriaan kwam zoals steeds op op de tonen van Jerusalem, en ook in de rest van de show verraste hij nooit, behalve dan wanneer hij de moeite deed om de toegeworpen pet van een fan op zijn hoofd te zetten. Live verschillen zijn nummers amper van de cd-versies en bovendien gebeurde er bitter weinig op het podium, waardoor we alle tijd kregen om verveeld rond ons heen te kijken. Dit kon je net zo goed met de ogen dicht beleven van op een stukje gras achterin de festivalweide.

Gelukkig waren er nog de heren van Asian Dub Foundation om te beletten dat we effectief in slaap dommelden. Ze stonden al voor de vijfde keer op Couleur Café en noemden dit “the best festival in Europe, even better than Glastonbury”. Kan tellen, als voorzet voor een topfeestje. Ze brachten een gevarieerde set waarbij ze gretig wisselden van bezetting en ook niet op een genre meer of minder keken. Van dub en reggae ging het immers naar rock, hiphop en drum’n’bass en terug, tot groot genoegen van de springende massa. Le Peuple de l’Herbe, maar dan nog net iets steviger.

De eer om deze verjaardagseditie af te sluiten was aan het Amerikaanse hiphopcollectief Jurassic 5, dat na een lange sabbatperiode nu weer samen op de planken staat. Dit Belgische optreden was trouwens ook het laatste op hun Europese tour, maar de twee dj’s en vier mc’s lieten zeker geen uitgeputte indruk na. Er zitten ondertussen weliswaar een paar grijze haren in hun baarden, maar ze hebben nog altijd die energieke flow van weleer.

De ene klassieker volgde de andere dus op – Quality Control, Concrete Schoolyard, What’s Golden, … - vakkundig aan elkaar gemixt en van scratches voorzien door dj’s Numark en Cut Chemist. Het hoogtepunt van de show was trouwens weggelegd voor het dj-duo, wanneer ze elkaar probeerden te overtreffen met de grootste en origineelste draagbare platendraaiers. Dat wedstrijdje eindigde uiteindelijk in het decor, waar een plaat van anderhalve meter diameter onder de naald werd verschoven. Boys and their toys…

Verstaanbare rhymes, een ludieke show, een stukje breakdance en samples à volonté: de festivalorganisatoren hadden zich geen beter verjaardagscadeau kunnen inbeelden. En wij ook niet. 

5 juli 2014
Wouter Verheecke