Couleur Café 2014 - Fashionista’s bijten in het stof

Tour & Taxis, Brussel, 4 juli 2014

Supporters van Brazilië, Chili, Colombia, Uruguay, Nederland, Mexico, Costa Rica én Griekenland, ze kruisten afgelopen weekend allemaal ons pad op Tour & Taxis, klaar om hun teams naar de overwinning te schreeuwen voor het grote scherm. De Griekse modegod Jani Kazaltzis was echter in geen velden of wegen te bespeuren. En misschien maar best, want hij had zich ongetwijfeld dood geërgerd aan al die afgrijselijke poncho’s en gummilaarzen. Couleur Café was vorige zaterdag dus te mijden terrein voor fashionista’s, maar muziekliefhebbers kwamen er gelukkig wel aan hun trekken.

Couleur Café 2014 - Fashionista’s bijten in het stof



Ok, we pleiten schuldig: ook wij hadden ’s namiddags wijselijk onze laarzen aangetrokken toen we de ondergelopen camping overschouwden. Het bleek een verstandige keuze om die ook ’s avonds aan te houden, want ook op de festivalsite was de dronkemanspas “the way of the walk”. En daar zaten de mojito’s deze keer voor niks tussen, want bij deze weersomstandigheden bleven de muntblaadjes onaangeroerd op de bar liggen.

Schuilen kon in het Palais du Bien Manger of onder de Papafoufou bar naast de Move stage, maar daar sijpelde de regen binnen tussen de oude dakpannen, waardoor de Univers tent uiteindelijk de beste optie bleek. Zeker als The Gladiators en Droop Lion er de massa verwarmden. De combinatie van de grijze muzikanten en de jonge zanger voelde aanvankelijk wat vreemd aan en de nieuwe frontman creëerde nog wat extra afstand bij zijn voorstelling “I’m Droop Lion and this is the Gladiator band”.

Het was evenwel die jonge snaak die overheerste met zijn enthousiasme en interactie, want bij de emotieloze gladiatoren was geen grijntje grinta te bespeuren. Even leek het nog fout te lopen toen Lion al te gretig het applaus uitlokte vanop zijn kruisje vooraan het podium, maar toen maakte hij net op tijd plaats voor een gitaarsolo. Het betekende een keerpunt, want tijdens het slotnummer stonden dan toch alle artiesten mee te springen op het podium. Lang uitgesponnen nummers, amper bindteksten en geen pullups: een reggaeshow zoals wij die graag hebben.

Burning Spear was een buitenkansje, want de Jamaicaan gaf dit jaar zijn voorkeur aan Couleur Café voor zijn jaarlijkse, exclusieve Europese concert. De levende legende had rastaveters rond zijn microfoon gebonden en had daarbij blijkbaar ook zichzelf ingesnoerd, want zowel hij als zijn achtkoppige band konden ons niet blijven boeien.

Daarom zochten we na een half uur het Move podium op voor het op voorhand felbesproken Holi Couleur-feestje, waarbij zakjes met kleurstof de lucht invlogen om vervolgens neer te ploffen op de uitgelaten menigte. Een uit India overgewaaide hype die perfect past in het Couleur Café-plaatje. Wordt dit een nieuwe vaste waarde, naast de Solidarity Village, de Raggaravane en de Cool Art Expo?

Na tienen bleven we hangen aan de Move voor de Amerikaanse femcee Akua Naru, die zich hier blootsvoets bewees als één van de revelaties van het festival. Samen met haar liveband zette ze een ijzersterke show neer, die de hiphoppers duidelijk goed ingeoefend hadden tijdens de negen uur lange reis uit New York. Iedere schop- of zwaaibeweging van de rapster werd immers versterkt door de saxofonist-drummer.

Naru wees ons erop dat ze hier stond als vrouw in een mannelijke hiphopwereld en noemde voorgangers als Queen Latifah, MC Lyte en Rah Digga, als boegbeelden die eveneens hun mannetje stonden. Als we toen de treffende gelijkenis met Lauryn Hill nog niet hadden gezien of gehoord, bracht ze een medley met onder meer Ready Or Not en Doo Wop (That Thing). Strakke flow, goeie band en speelplezier dat ervan afdroop. Alweer een sterke hiphop-liveact dus, terwijl die combinatie ons in het verleden al zo dikwijls had ontgoocheld.

Nog meer hiphop kregen we na het traditionele zaterdagavondvuurwerk van het Franse collectief Chinese Man, die hier de tiende verjaardag van het eigen platenlabel kwam vieren. Er was duidelijk een probleem met de videowalls voor en achter de dj-booth, maar na een kwartier vertraging besloten de drie dj’s en twee mc’s er toch maar aan te beginnen zonder animaties. Eén dimensie minder dus, maar die hebben we zeker niet gemist.

I’ve Got That Tune – bekend van de Mercedesreclame – stond helemaal bovenaan de line-up en vanaf dan waren we vertrokken voor een uur lang fiftiesjazzvibes, via een tussenstop bij The Sugar Hill Gang, Grandmaster Flash en Johnny Osbourne. Later hoorden we ook nog wat flarden dubstep en alles omver blazende bassmuziek, waarna ze afsloten zoals ze gestart waren: met dat bekende trompetdeuntje. Het werd onze reisgezel op de terugweg naar de camping.

4 juli 2014
Wouter Verheecke