Couleur Café 2013 - De alleenheerschappij van Macklemore
Tour & Taxis, Brussel, 3 juli 2013
Een zucht van opluchting, zaterdagmiddag op de Couleur Café camping. Vandaag zou het droog blijven! Zo konden we ons alsnog in de prefabcocktails storten, ons te chillen leggen in een hangmat, of een potje volleybal spelen met de opblaaswereldbol in Solidarity Village. Op en top Couleur Café, quoi! Voor het muzikale gedeelte kampeerden we dan weer de hele dag aan het hoofdpodium, waar vooral Macklemore en Ryan Lewis zich als headliner in de kijker werkten.
De Jamaicaans-Amerikaanse reggaester Tarrus Riley mocht de tweede festivaldag op gang trappen, gebackt door zijn vaste Black Soil band. Saxofonist Dean Fraser is een ware legende in het reggaemilieu en neemt dan ook altijd een prominente rol in op het podium. Dat was deze keer niet anders tijdens hits als Love’s Contagious, Rebel of Friend Enemy, die allemaal nogal snel afgehaspeld werden.
De setlist was immers een aaneenschakeling van medleys met amper ruimte voor bindteksten of andere vormen van interactie. We noteerden zelfs geen enkele pull up, waarbij hetzelfde nummer opnieuw wordt ingezet, luttele seconden na het spelen van de intro. Een evidentie bij reggaeconcerten, maar bij niet-ingewijden kunnen die rewinds al snel op de zenuwen werken. Een slimme zet dus om die achterwege te laten, om zo een breder publiek aan te spreken.
De zeventigjarige oma die naast ons stond, is in ieder geval een nieuwe Rileyfan. Met haar schokkende danspasjes oogstte ze op haar beurt zelfs succes bij de jongelui rond haar, waardoor ze helemaal in extase raakte. Good Girl Gone Bad, zowaar.
Iets na zevenen was het al tijd voor Fat Freddy’s Drop, Nieuw-Zeelands populairste exportproduct na de kiwi. Deze zevenkoppige topband kan bogen op een ijzersterke livereputatie, omdat ze hun nummers live altijd net iets anders, voller en gewoon beter brengen dan op cd. En een stuk langer ook.
De flitstijd voor de fotografen wordt bij hun optredens/jamsessies dan ook niet uitgedrukt in nummers, maar in minuten. Veel meer dan een goedgevuld podium krijgen die fotografen evenwel niet te zien, want het showgehalte bij deze groep ligt erg laag. Toch in het eerste half uur.
Daarna ontbindt trombonist Joe Lindsay zijn duivels door een paar keer achter de coulissen te verdwijnen, om daar zijn maatpak beetje bij beetje uit te spelen tot hij alleen nog maar een tennisoutfit overhoudt. Een dansende bierbuik in een marcelleke, met daaronder een paar hoog opgetrokken witte kousen: het is eigenlijk niet om aan te zien, maar grappig is het zeker wel.
Met hun spot op de mainstage hebben ook zij hun fanbase ongetwijfeld ferm aangedikt, maar als organisatoren hadden wij deze aanstekelijke mix van reggae, dub, soul en house een paar uur later in een donkere tent geprogrammeerd.
Daar waar wij ook de blanke rapper Macklemore en diens producer Ryan Lewis verwachtten, toen zij dit voorjaar als een van de eerste bevestigingen voor deze vierentwintigste editie werden aangekondigd. Het enorme succes van de hitsingle Thrift Shop bezorgde hen echter prompt een plek op het hoofdpodium, net voor het traditionele middernachtvuurwerk. Helemaal terecht overigens, zou achteraf blijken.
De toegestroomde massa voor het Titan-podium liet er op voorhand al geen twijfel over bestaan: wie zich een ticket voor de zaterdag had aangeschaft, kwam om dit duo aan het werk te zien. Samen met de lichtgewichtmeisjes, spandoeken en kartonnen bordjes, gingen ook onze verwachtingen steil de hoogte in toen de blonde vetkuif in een Incaponcho het podium oprende.
We hadden bij deze popartiest niet op een topconcert gehoopt, maar in no time aten de toeschouwers uit zijn hand. Zo gehoorzaamden ze hem bijvoorbeeld braafjes toen hij “Crowdsurf the fox!” riep, om zo de geleende bontjas van een fan terug bij zijn eigenaar te krijgen.
Ook muzikaal sloeg Macklemore ons met verstomming, alleen bijgestaan door een dj (omringd door cimbalen) en een trompettist. Hoewel hij constant rondspringt, rapt hij heel verstaanbaar en bovendien heeft hij dan ook nog iets zinnigs te zeggen. Luister maar eens naar Same Love, waarin de hiphopper (!) een lans breekt voor het homohuwelijk.
"This was fucking awesome", en Macklemore stak niet onder stoelen of banken dat hij dat zelf ook vond. Hij noemde het Brusselse publiek tot driemaal toe het allerbeste dat hij al was tegengekomen op zijn huidige Europese tournee. De gillende meisjes kun je er zelf wel bijdenken.
De Joodse reggaerocker Matisyahu moest het als publiekslieveling helemaal afmaken, maar die loste onze verwachtingen dan weer niet helemaal in. Samen met zijn dikke baard en pijpenkrullen had hij blijkbaar ook zijn kracht bij de barbier gelaten: die looks dragen onherroepelijk bij tot de mytische sfeer van zijn muziek.
Vooral in het begin van de show liet hij een eerder lakse indruk na, maar de grote menigte bleef overtuigd meezingen en gaf hem de kans zich te herpakken. Dat deed hij uiteindelijk nadat hij de gelukwensen voor zijn drieëndertigste verjaardag in ontvangst had genomen, waarna de Amerikaanse Sting zijn grootste hits Jerusalem, King Without A Crown en een cover van Major Lazers Get Free op ons losliet.
Dat ook hij bijzonder opgetogen was met dit uitzinnige publiek, bewees hij door ons in het slot te bedanken met een aangekondigde stagedive. Van zodra hij (schoenloos) terug op het podium verscheen, dook hij zelfs nog een tweede keer de menigte in, om vervolgens een vijftigtal frontrowfans eigenhandig het podium op te trekken. Zo stuurde hij ons alsnog met een glimlach terug naar de camping, het refrein van de klassieker One Day nog lang nazingend.