Couleur Café 2012 - Dag 3 - Alle limieten overschreden
Tour & Taxis, Brussel, 7 juli 2012
De industriële Tour & Taxissite ligt er sowieso vrij stoffig bij, maar toen Couleur Café zondagnamiddag enkele fikse windstoten over de vloer kreeg, mocht de festivalorganisatie zich gelukkig prijzen dat niemand de hoeveelheid fijn stof kwam opmeten. Hetzelfde gold voor het geluid, dat ongegeneerd met de 100 dB-grens flirtte, toen een zware bas over het terrein rolde tijdens de intro van de nieuwe, dagelijkse videoperformance. Tenslotte is het een goeie zaak dat dit socialistisch getinte festival niet veel N.VA-stemmers aantrekt, want zij hadden zich ongetwijfeld gestoord aan de zuiver Franse afkondiging van deze drieëntwintigste editie. Op de derde festivaldag werden alle denkbare limieten dus ruim overschreden, óók die van hoeveelheid memorabele optredens.
Op de eerste twee dagen van Couleur Café stonden in de vroege vooravond al enkele grote namen geprogrammeerd die we niet wilden missen, waardoor we toen geen kijkje konden nemen bij de zogenaamde ‘ontdekkingen’. Op dag drie konden we dat gelukkig wel en het was Sebastian Sturm, een Duitse reggae-artiest met Indonesische roots, die daarbij als eerste aan de beurt was. Hij vulde een halve Phoenixtent met zijn hese, trillende stem, maar het was vooral de toetsenist die onze aandacht trok. Hij fakete ei zo na een epilepsieaanval en probeerde het publiek op die manier in extase te brengen. Daarvoor was het alleen nog net iets te vroeg.
Een uur later slaagde The Peas Project daar wél in, in diezelde Phoenixtent. Na de bespreking van het tweede fullalbum ‘Power & Romance’ waren we benieuwd om dit Brusselse elftal eens op een podium te zien. En we stelden tevreden vast dat ze live stukken beter klonken dan op cd. Hun uitgekiende show was doorspekt met interactie en originaliteit en verveelde ons geen moment.
Zo trokken alle bandleden in de loop van het optreden een fluo veiligheidsvestje aan, wisselden ze geregeld van plaats en instrumenten en gingen ze op het einde zelfs feesten ìn het publiek om vervolgens weer net op tijd op het podium te staan. Rekenen we daar ook nog de leuke danspasjes bij, dan mogen we met rede stellen dat dit voor ons dé revelatie van Couleur Café was! Maar geen nood voor wie dit gemist heeft: volgende week kan je je misstap al rechtzetten op DourFestival.
Ayo moeten we niet meer voorstellen aan het Couleur Cafépubliek, want deze graatmagere Duits-Nigeriaanse singer-songwriter blijft maar vernoemd worden als antwoord op de Facebookvraag ‘Wie wil je dit jaar op de affiche zien staan?’. Ze heeft het dus aan het publiek te danken dat ze er dit jaar weer staat na haar vorige passage van drie jaar geleden.
En dat weet ze zelf duidelijk ook. Er was op voorhand aangekondigd dat ze deze keer een beperkte bezetting van slechts drie muzikanten zou meebrengen (toetsen, drums en contrabas) voor een ingetogen concert, maar toch slaagde ze erin om ons nog te verrassen. Zo bouwde ze de hit Help Is Coming op tot ze het refrein plots door Natural Mystic (Bob Marley) verving en ze deed hetzelfde kunstje een half uur later nog eens over met It’s Not Right But It’s Ok van Whitney Houston.
Het mooiste moment was evenwel toen ze meer dan tien minuten lang tussen haar fans verdween om daar a capella te rappen, waarbij de cameramannen alle moeite van de wereld hadden om haar te blijven volgen tussen de vele opgestoken gsm’s, fototoestellen en zelfs een iPad. Het oorverdovende applaus dat volgde op haar brede glimlach en de merci beaucoups tot in het oneindige, was meer dan terecht. Prachtvrouw, prachtzangeres, prachtperformer.
Ook daarna bleven we in diezelfde Universtent staan, waar er nu wat agressiviteit in de lucht hing. Tijd voor de grofgebekte hiphopveteranen van Public Enemy, dat voelde je zo. Chuck D en Flavour Flav vieren dit jaar vijfentwintig jaar “in the bizz” en hadden voor die gelegenheid een liveband meegebracht, die de beats en scratches van DJ Lord nog wat extra punch moesten meegeven.
De twee gingen er meteen stevig tegenaan en demonstreerden dat hun flow nog steeds stevig strak zit op hits als Rebel Without A Pause, Bring The Noise en natuurlijk Don’t Believe The Hype. Daarna mocht DJ Lord tonen wat hij waard was door Smells Like Teen Spirit van Nirvana onder handen te nemen op zijn draaitafels en vervolgens toonde Flavour Flav nog dat hij ook een aardig potje kan drummen. Topshow, maar toch verlieten we vroegtijdig de tent om die in te ruilen voor de Titan main stage.
Daar kreeg Stephen Marley immers de eer om Couleur Café af te sluiten met zijn uitgebreide liveband en een paar guests. We hadden al veel goeds gehoord over deze Marleytelg, maar hij bezorgde ons hier niet echt een wow-gevoel. Niet dat hij slecht was of het publiek niet meekreeg, maar we hebben al betere reggaeperformances gezien, die deze plek op de affiche meer verdienen. Neem nu zijn broer Damian, die ons hier in 2010 nog omverblies aan de zijde van Nas. Stephen rammelde zijn setlist af – No Cigarette Smoking (In My Room), Hey Baby, The Traffic Jam en natuurlijk een resem covers van zijn vader – en kwam niet verder dan een “Yeah!” als bindtekst. Het publiek riep begrijpelijk om meer, nadat het toch leek goed te komen tijdens de luid meegezongen klassiekers als Redemption Song en Could You Be Loved, maar de band keerde niet meer terug voor een bisnummer.
Toch beseften we dat we niet mochten klagen, nadat we hier de voorbije drie dagen weer een paar erg grote namen aan het werk hebben gezien en ook een paar nieuwe dingen hebben ontdekt. Tot volgend jaar dus, wat ons betreft!