Couleur Café 2012 - Dag 2 - Oogkleppen niet toegelaten
Tour & Taxis, Brussel, 6 juli 2012
Dag twee van Couleur Café was op voorhand uitverkocht en daarmee op papier de sterkste dag. Kon kloppen, met zowel reggae, dancehall, hiphop, elektro en tal van andere genres op de affiche, afkomstig van zowel te ontdekken bands als absolute kleppers. Wij kozen voor die laatste bij het uitstippelen van ons parcours, maar waren vooral benieuwd hoe druk die zesentwintigduizend bezoekers zouden overkomen op de Tour & Taxissite. Dat viel gelukkig best mee, maar toch kunnen we niet ontkennen dat Couleur Café op deze drieëntwintigste editie niet meer dat rustige festival van weleer is. We lieten onze oogkleppen evenwel achterwege en keken met ruime blik naar deze ‘Couleur Café new style’.
Vrijdagavond hadden we dus niet de kans gekregen om uitgebreid de festivalarea te verkennen. Dat was nochtans wenselijk geweest. Want door werken op de Tour & Taxissite werd het hele terrein dit jaar een honderdtal meter opgeschoven en anders ingedeeld. Gelukkig bood het programma ons zaterdagnamiddag wel de nodige ruimte voor een traditionele verkenningstocht langs de verscheidene bars en kraampjes. Met een prefabcocktail in de hand, want dat hoort nu eenmaal zo op Couleur Café. Om er al helemaal bij te horen, lieten we de medewerkers aan de ingang gewillig begaan met hun borstels en witte verf. Door die Afrikaanse tekeningen op onze armen waren we immers meteen “part de la Couleur Café famille”. Chouette!
De Phoenix, Dance Club, Titan- en Universpodia stonden nu allemaal op één lijn en met de kleine Move-stage kwam er dit jaar nog een vijfde volwaardig podium bij. Ook de volprezen ‘Rue du bien manger’ moest uitwijken en vond nu onderdak in het bombastische maritiem gebouw, centraal op de vernieuwde site. In dat duistere ‘Palais du bien manger’ was veel meer plaats voor tafels en banken, maar het was daardoor ook wel minder gezellig druk. Tot slot kreeg de Expo nu veel meer aandacht door de centrale ligging, terwijl de Solidarity Village dan weer naar de achtergrond werd verbannen.
Het eerste optreden dat we op deze tweede festivaldag meepikten, was dat van Admiral T. Deze Franstalige ragga- en dancehallartiest komt met zijn “fast style” uit dezelfde lade als Raggasonic, NTM en Psy4 De La Rime, die hier al eerder op de affiche prijkten. Voor hem was het echter de eerste keer op Couleur Café en hij stond er met een brede glimlach. De cameramannen zochten naar jonge meisjes op brede jongensschouders en ook zij blonken met pretoogjes op de videoschermen naast de Titan. Op het podium stonden immers ook een paar mannelijke dansers en in een van zijn weinige bindteksten spuwde Admiral T zijn gal over huiselijk geweld. Eerder ongebruikelijk in het huidige dancehallmilieu, maar het – voornamelijk Franstalige - publiek lustte er duidelijk wel pap van. Wij verstonden echter geen bal van zijn snelle rhymes en haalden opgelucht adem toen hij een versnelling lager schakelde en de Bob Marley classics One Love, So Much Trouble en No Woman, No Cry bracht. Zonder meer het beste stuk in een voor de rest maar matige show.
Nog meer Franse rhymes kregen we in de Universtent van Le Peuple de l’Herbe, die hun kruidentuin de jongste jaren nog hebben uitgebreid met rock en punk naast de gebruikelijke hiphop, dub en electronica. Dat hoorden we vooral in het begin van de set. We vroegen ons zelfs even af of we wel degelijk op Couleur Café stonden toen we een bescheiden moshpit zagen ontstaan en even later zelfs een crowdsurfer zagen passeren. Op de onderste helft van de doordachte setlist stonden nog uptempo klassiekers als PH Theme en No Escape genoteerd, waarop de tent pas helemaal losbarstte. Een optreden dat uitblonk in muzikale diversiteit en stukken strakker zat dan dat van LeffingeLeuren in 2010.
‘Diversity’ mochten we ook verwachten van de Duitse reggaezanger Gentleman en zijn vaste backing band The Evolution, die nog steeds met diezelfde banner achter hen op de Titan main stage stonden. Die jongste cd dateert alweer van 2010, maar we hoorden Otto Tillman hier ook enkele nieuwe nummers brengen naast het gebruikelijke new rootstrio Changes-Intoxication-Superior, de dancehalltandem Runaway-Leave Us Alone en het handjesmoment tijdens Dem Gone.
Daartussen hoorden we het al even gebruikelijke pleidooi om goed naar zijn teksten te luisteren, maar we keken wel even raar op toen hij daarna zijn kritiek uitte op sociaalnetwerksites als Facebook en Twitter. “We need to go back to real communication, where two people look into each other’s eyes.”, predikte hij. Het publiek bleef er ijzig stil bij, terwijl we wel gejoel hoorden toen hij het een kwartier later over het veel abstractere ‘Babylon’ had. In feite niks op aan te merken, maar vijf keer quasi diezelfde show in evenveel jaren is zelfs voor ons net iets van het goede teveel.
Daarna bleven we aan de Titan staan voor het Amerikaanse hiphoptrio De La Soul, dat eveneens gebacked werd door een uitgebreide liveband. De muzikanten leverden een erg rijke sound af en tilden de platte hiphopbeats in de liveversies naar een hoger niveau, maar de rappers waren amper verstaanbaar doordat de microfoons heel slecht stonden afgesteld.
De ninetieshits Saturday en Stakes Is High werden er al vroeg doorgejaagd, maar het publiek bleef er nogal levenloos bij staan, net als de rappers op het podium overigens. Gelukkig slaagden ze er nog in om het tij te keren tijdens het laatste half uur van de set, vreemd genoeg toen de liveband van het podium verdween en DJ Maceo die vette beat van Oooh op zijn turntables legde. Nu vlogen de armen wel enthousiast de lucht in en dat bleef zo toen de band nog terugkwam voor Ring Ring Ring (Ha Ha Hey) en het Gorillaznummer Feel Good Inc, die luidkeels werden meegezongen. Vel gered na een valse start.
De eer om deze zaterdag af te sluiten na het traditionele vuurwerk, was aan The Subs en Sean Paul. Twee vreemde eenden in de bijt, als je het ons vraagt, maar uiteindelijk kozen we toch maar voor die laatste, hoewel die zich tegenwoordig meer met dance dan met dancehall lijkt bezig te houden. Ook hij kende een slechte start, maar dan om een heel andere reden. Hij stond immers té energiek op de main stage te springen en kon daardoor zijn eigen flow niet bijhouden. Hij liet het refrein van Get Busy en Give It Up To Me dan maar over aan het publiek en verschuilde zich achter zijn donkere zonnebril, hopend dat de schaarsgeklede danseresjes de aandacht van zijn zwakke performance voldoende zouden afleiden.
We kregen even hoop toen hij een Jamaicaanse vlag bovenhaalde en hij de rustige reggaenummers I’m Still In Love With You, Punkie en Hold My Hand bracht, maar toen volgden die dancehits van dat nieuwe album ‘Tomahawk Technique’, waarvoor we al gevreesd hadden. Leuk voor tieners die niet beter weten, maar voor doorgewinterde muziekliefhebbers was dit een maat voor niets.