Couleur Café 2010 - Nazinderende slotdag
Tour&Taxis, Brussel, 3 juli 2010
De voorbije twintig jaar programmeerde Couleur Café de beste artiesten steevast op haar slotdag, maar met Suprême NTM op vrijdag en Snoop Dogg op zaterdag kwam daar op deze eenentwintigste editie duidelijk verandering in. Dit jaar werd de zondag een ware hoogdag voor reggaeliefhebbers, met o.a. Danakil, Rootman J and the Zionyouth Crew, Nas & Damian Marley en Steel Pulse op de affiche. Dat zag je meteen aan de dreadlocks en rastavlaggen in het publiek, die op dag drie veel beter vertegenwoordigd waren dan op de eerste twee festivaldagen.

De Franse reggaegroep Danakil stond als eerste op ons plannetje omcirkeld. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat wij hier nog nooit iets van gehoord hadden, maar op de website van Couleur Café stonden de Parisiens aangekondigd als "dé revelatie van de Franse reggaescene". Daar waren we dus wel benieuwd naar.
Bij onze Franstalige landgenoten is de groep duidelijk beter gekend, want die konden de teksten met alle gemak meezingen. Wij beperkten ons liever tot het meewiegen op de rootsreggae- en dubritmes, die vaak onderbroken werden voor een welgekomen tempowisseling. Enkel bij de covers Natural Mystic (Bob Marley) en Non, Je Ne Regrette Rien (Edith Piaf) stelden we ook onze lippen in werking.
Daarna werden we naar de Fiestatent gelokt door de bassen van Rootman J and the Zionyouth Crew, een Afrikaanse zanger en een Limburgse begeleidingsband, die ons eerder lauw dan warm maakten. Het elftal bracht hun lange nummers met te weinig enthousiasme en er was nauwelijks tijd voor bindteksten of wat interactie met het publiek.
Gelukkig kwam "Sista" Leki Kamosi naar het einde toe nog het duet Stir It Up (Bob Marley) meezingen, maar die had dan weer af te rekenen met een slecht afgestelde microfoon. Ook zij kon onze mening dus niet meer ombuigen: niet slecht, maar hier kon eigenlijk veel meer inzitten.
Vervolgens springen we meteen drie uur verder in de tijd, naar het langverwachte optreden van Nas & Damian Marley op de Titan mainstage. De dj warmde ons nog even op met een paar hiphopklassiekers, terwijl een groot doek met de gezichten van het duo de hoogte inging. En dan waren ze daar, de rapper en de reggaester, meteen met As We Enter en Nah Mean, twee steengoede singles uit hun veelbesproken samenwerkingsalbum 'Distant Relatives'.
Beiden hebben ze een karakteristiek stemgeluid, maar dat van Nas kwam niet zo zuiver door de boxen, wat vooral opviel in zijn solomedley. Met klassiekers als Nas Is Like, Hiphop is Dead of If I Ruled The World kun je normaliter weinig verkeerd doen, tenzij je sommige woorden niet gaat uitspreken, hetgeen nogal storend overkwam.
Daarna mocht Damian Junior Gong Marley er weer bij komen staan en ging het tempo wat omhoog voor Count Your Blessings en het goed opgebouwde Dispear, waarna we een herwerking kregen van Dennis Browns The Promised Land, wat uiteraard een hommage is aan het moederland van het zwarte volk, Mother Africa.
Hierop volgde zoals verwacht een solomedley van de jongste zoon van Bob Marley, die de grootste hits uit zijn repertoire opvoerde: Shoot Out, More Justice, Move... Dit komen en gaan van beide artiesten werd daarna nog eens herhaald, waarbij Nas' rhymes nu wel beter klonken.
Uiteindelijk ging zijn Made You Look over in Welcome To Jamrock van Damian Marley, waar hun gezamenlijke monsterhit Road To Zion dan weer naadloos op aansloot. We eindigden rustig maar in absolute schoonheid met Africa Must Wake Up, en tijdens One Mic (and One Drum) van Nas nam zijn kompaan plaats achter de percussie.
Na ruim een uur was Could You Be Loved van Bob Marley de allerlaatste tune; de man die gedurende het hele optreden met de driekleur van Ethiopië stond te zwaaien, eindigde met een opgerolde vlag.
'Distant Relatives' is niet alleen een bijzonder inventief album waarin deze artiesten hiphop en reggae met elkaar doen versmelten, dit was eveneens een optreden waar ze duidelijk goed over nagedacht hadden. Deze combinatie is dan ook zonder meer het beste wat beide genres kom overkomen. Le-gen-fucking-da-risch!