Couleur Café 2010 - Bewogen aftrap

Tour&Taxis, Brussel, 30 juni 2010

Door de last-minute annuleringen van Beenie Man en Queen Ifrica & Tony Rebel beleefden de organisators van het Couleur Café festival al een erg bewogen laatste voorbereidingsweek. Ook in het weekend zelf konden ze het hoofd maar moeilijk koel houden. De weergoden zorgden immers traditiegewijs voor een 'Chaleur Café', waardoor we weer heel wat ontblote lichaamsdelen te zien kregen op de Tour & Taxis site. We lieten onze gedachten echter niet afdwalen met onze ogen en brengen jullie wat we hier beloofd hadden: een uitgebreide verslaggeving van ’s lands meest onbelgische festival.

Couleur Café 2010 - Bewogen aftrap



Met Fredy Massamba en Selah Sue stonden evenwel twee landgenoten aan de aftrap van dag één. De eerste behoort tot het selecte ‘Wanted!’-groepje dat we al voorstelden in deze voorbeschouwing, de tweede stond vorig jaar nog met diezelfde stempel op dit festival. Toen deed ze het nog in haar eentje, ietwat schuchter en onzeker verdoken achter haar akoestische gitaar. Een jaar later heeft ze die ingeruild voor een vierkoppige band (elektrische gitaar, basgitaar, drum en toetsen), waardoor haar nummers nu veel meer kracht meekrijgen.

We kregen een try-out te horen van haar eerste full album dat begin oktober in de rekken moet liggen. Er zaten dus heel wat nieuwe nummers in de setlist, maar bovendien werden de oudere tracks uit de ‘Black Part Love’ ep van vorig jaar eveneens van een nieuw jasje voorzien. Zo startte de titeltrack Black Part Love met een loop van de elektronische djembe om vervolgens over te gaan in een erg gesmaakte opzwepende reggaeversie. In Fyah Fyah kreeg Selah versterking van de drum en haar ‘nieuwe’ single Raggamuffin, die ze gespaard had als slotnummer,eindigde in een heerlijk Afrikaans ritme.

Maar ook met dat nieuwe materiaal kwam la Sue verrassend stevig uit de hoek. Wie dacht dat die ep representatief zou zijn voor de cd, zal dus geheid bedrogen uitkomen. De nieuwe tracks klinken uiteraard veel voller, maar ook rijper en gevarieerder dan die sobere gitaarnummers van vorig jaar. En dat heeft de eenentwintigjarige niet louter aan die begeleidingsband te danken. De Vlaamse souldiva toverde immers kippenvelgeluiden uit haar stembanden die we voorheen alleen maar van Erykah Badu, Ayo of Nneka verwachtten. Dit is pure wereldklasse en dat zal ze later deze zomer nog bewijzen op festivals in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Nederland. Ons Belgenlandje heeft er een nieuw exportproduct bij, zoveel is zeker!

Een paar uur later zagen we Selah Sue trouwens alweer opduiken, deze keer niet in de Univers maar in de Fiesta tent. De jonge Fransman Ben l’Oncle Soul had haar daar immers uitgenodigd om de Stevie Wonder klassieker Signed, Sealed, Deliverd, I’m Yours mee te zingen. In zijn set kwamen er overigens nog wel meer covers aan te pas: de band begon met een reggaeversie van Seven Nation Army (The White Stripes), gevolgd door de rock-‘n-roll van Crazy (Gnarls Barkley) en nog wat later moesten we zelfs een herwerking van Barbie Girl (Aqua) doorstaan. Wat Nouvelle Vague doet met punk en new wave klassiekers, doet Ben l’Oncle Soul met hedendaagse hits. Maar dan wel stukken funkier.

Ben en zijn twee backing vocals renden daarbij als bezeten Duracell-konijnen over het podium en met hun hippe danspasjes zetten ze het publiek vanaf de eerste minuut vollédig naar hun hand. De sixties kostuums en hoeden, petten, strikjes en bretellen maakten dit visuele aspect helemaal af. Maar ook die mix van soul, funk, reggae en rockabilly zorgde voor een bijzonder energieke show. Stilstaan was hier duidelijk geen optie, en dat mag je vrij letterlijk nemen: de intro’s duurden gewoon zolang tot iedereen meebewoog…

Net daarvoor had een zootje ongeregeld onze kuitspieren al danig op de proef gesteld aan de Titan mainstage. Ska-P, met de ‘Ska’ van ska, en de ‘P’ van punk. Die vreemde combinatie brengt niet alleen een geheel eigen geluid met zich mee, maar zorgt er ook voor dat er zowel dreadlocks als hanenkammen in het publiek opduiken en dat een monkeydance een minuut later dreigt te ontaarden in een moshpit. 

Vreemde taferelen voor het podium, maar ook voor wat zich erop afspeelde kwamen we een paar ogen tekort. Tijdens de vele maatschappijkritische nummers hadden de acht weirdo’s immers hun verkleedkoffer bovengehaald, zodat we plots oog in oog stonden met een apenkop of een bisschop met een Venetiaans masker. Het publiek liet alles gewillig op zich afkomen, maar toen er een doedelzakspeler met een carnavalsmuts het podium besteeg, hielden wij het toch wel voor bekeken.

Wie ooit in aanraking kwam met een cursus sterkteleer en daaruit onthouden heeft dat NTM staat voor de normaalkracht, transversaalkracht en het moment, kent na het optreden van Suprême NTM ook de schunnige betekenis van het anagram: Nique Ta Mère. De Franse rappers Kool Shen en Joey Starr staan al een paar decennia bekend om hun gewelddadige teksten, en die werden vrijdagnacht luidkeels meegezongen door de vele Franstaligen onder het publiek. De handen gingen daarbij gretig op en neer en voor het eerst die avond hadden we de indruk dat de sfeer wat grimmiger werd.

De twee dj’s jutten ons verder op door de originele beats ineen te mixen met die van hiphopklassiekers als M.O.P.’s Ante Up, en wat later merkten we ook verloren gelopen samples op van Major Lazers Pon De Floor en zelfs I Like To Move It van Reel 2 Real, zowat de enige ‘ladies tune’ die de revue zou passeren.

Na deze warm-up kwamen de artiesten van de begeleidingband (elektrische gitaar, basgitaar, drum en toetsen) en drie vrouwelijke backing vocals de dj’s vergezellen, waarna de nummers wat funkier gingen klinken. De boegbeelden van deze rapformatie haalden vervolgens ook een paar guest-MC’s op het podium, wat de schwung in het optreden zeker ten goede kwam.

Met uitzondering van Ma Benz brachten ze alle klassiekers die we wilden horen: Chacun Sa Mafia, La Fièvre en zelfs het omstreden nummer Police, wat de groep in 1996 nog een gevangenisstraf van drie maanden en een rapverbod van zes maanden had opgeleverd.


Na anderhalf uur sloten ze hun show af zoals ze die gestart hadden: met het nummer Seine Saint-Denis, dat ze nu evenwel op de instrumental van Nirvana’s Smells Like Teen Spirit rapten. Ons besluit? Liever negentig minuten Franse rap dan negentig minuten Frans voetbal!
30 juni 2010
Wouter Verheecke