Cody, Stanton - Twee ongeslepen parels
4AD, Diksmuide, 8 oktober 2013
In de polders van de Westhoek, in de schaduw van de Ijzertoren traden twee onontgonnen parels aan in muziekclub 4AD. De ene kwam uit eigen land; de andere had er een lange tocht vanuit Denemarken opzitten. Live wisten zowel Stanton als Cody te overtuigen.
Stanton mocht de spit afbijten. Dit project rond Geert Hellings, bekend als gitarist van onder andere Guido Belcanto, bracht ons een mix van stevige bluesrock en weemoedige country. Vast staat dat Hellings zich heeft weten te omringen door straffe muzikanten en een meer dan degelijke backingzangeres.
Meest opvallende songs uit het optreden waren het ingetogen en emotionele Jailbird, een cover van Jim White de producer van Stantons plaat. In Closer Would Be Nice was een glansrol weggelegd voor Jan ‘Spacecaptain’ Blieck die de mogelijkheden van zijn gitaar mocht etaleren.
Maar het topnummer was de roadsong The Weather’s Gonna Change. Hellings heeft dit geschreven tijdens een lange ochtendlijke autorit op onze Vlaamse autosnelwegen van Oostende naar Antwerpen. De song nam je mee op weg en werd lekker lang uitgesponnen met daarover nog eens de prachtige harmonie met de backings.
De zevenkoppige band Cody onder leiding van Kaspar Kaae was in Diksmuide gereduceerd tot vijf muzikanten, maar dat belette Cody niet om het beste van zichzelf te geven.
De band begon de set met een trio uit de vorig jaar verschenen plaat ‘Fractures’. Disharmony mocht net als op die plaat openen. De song gaf zich slechts laag per laag bloot en ondanks de kleinere bezetting bleef de song live toch meer dan overeind.
Grey Birds slaagde er zelfs in om met deze beperkte live-band toch voller te klinken dan op plaat. De lapsteelgitaar vulde een groot deel van de leemte die de violen nalieten gemakkelijk op.
Mirror begon dramatisch toen Kaae zijn gitaar liet vallen bij aanvang van de song, maar laat het nu net dat beetje drama zijn dat deze song nodig heeft. De aangrijpende en donkere tekst en sound maakt van deze song nog steeds een topper.
Er werden ook al enkele nieuwe nummers van het in februari te verschijnen nieuwe album gepresenteerd en die klonken allebei veelbelovend. Getting Close heeft een bluesy intro en wordt nadien gedragen door de klagende bariton van Kaee. Midnight was een opwindende spel tussen de gitaren onderling enerzijds en gitaar en zang anderzijds.
In Fractured haalden de heren plots een banjo tevoorschijn die doorheen de hele song een glansrol kreeg door het melodieuze thema voor zijn rekening te nemen.
Van het oudere werk viel vooral Down In The Dark op als een onvervalste en sfeervolle kampvuursong. De drums kregen een bescheiden rol en de nadruk lag vooral op de perfecte samenzang.
Afsluiten deden de heren toepasselijk met Go Home. De weemoed droop ervan af, maar zorgde tegelijk ook voor een grote portie schoonheid.
We zagen in de 4AD twee meer dan degelijke bands aan het werk, die voorlopig nog onder de radar opereren, maar op basis van hun kwaliteiten een plaats in uw platenkast of uw concertkalender verdienen.