Chet Faker - Begeesterende ba(a)rd

Ancienne Belgique, Brussel, 2 mei 2014

Chet Faker was in het land en die kans wilden wij niet laten liggen. Het bebaarde Australische talent stond in de AB Club om er zijn debuut 'Built On Glass' voor te stellen, al passeerden er uiteindelijk slechts een handvol nummers van tijdens de set. Bewijs te meer dat deze man multi culti is en – ook live – perfect de crossover tussen soul en elektronica weet te smeden. Onze verwachtingen werden overigens volledig ingevuld; intens gelukkig dat we dit mee mochten maken.

Chet Faker - Begeesterende ba(a)rd



Met slechts een half uur de tijd wist de sympathieke Werkha toch meer dan vlot zieltjes te winnen. Het voorprogramma, een van de betere die we ooit zagen, stond solo op het podium en bracht er borrelende bassmuziek waarbij het tempo nooit stilviel. Met een pak onverwachtse zuiderse soul voor een kerel uit Manchester samplede hij vocalen, tokkelde hij op een drumpad en greep hij af en aan naar de gitaar. Sidesteppin zorgde voor een finaal hoogtepunt. Gilles Peterson is fan, bij dezen wij ook.

Al even dankbaar schuchter stapte even nadien Chet Faker het podium op. Met een tikkend gespeel van belletjes en de eigen vingers op de micro liet hij een eerste soundscape over de AB Club neerdwarrelen. Na de instrumentale soundcheck volgde ook een stemopwarmertje in de vorm van Archangel.

Een logge beat en een krioelende bas ebden af en aan en zorgden daardoor voor een korte vertwijfeling vooraleer het publiek zich liet horen met een overdonderende respons. I’m Into You volgde de eerder ingetogen lijn met een in- en uitademende beat. Het stemgeluid van Nicolas James Murphy was wonderbaarlijk schoon maar klonk door z’n geruststellende kalmte haast normaal. Een extra synth viel in en een pak delay deed de rest van het werk.

Er werd gedanst, maar clubmuziek is dit allerminst. De zaal golfde mee met instemmende dansknikjes tijdens een show die na twee nummers al meer dan geslaagd was. Het jojoënde streepgeluid van Terms & Conditions tilde de sfeer alweer een niveautje hoger. Die werd in stand gehouden dankzij neerslachtige vocalen, futloze klassetokkels en paarsgroene onderwatertinten met een coole outro aan het eind.

De man hield even halt voor een bedankingsrondje en het besef dat Australië en België best ver van elkaar verwijderd liggen, om daarna uit te pakken met Blush, pas het eerste nummer vanop het recente debuutalbum ‘Built On Glass’. De druilerige filmmuziek deed het stemgeluid van Murphy voor het eerst ook de hoogte ingaan. De hartslagbeat deed denken aan The xx, de loop van vocalen dan weer aan James Blake maar de vele subtiel opgebouwde lagen vormen uiteindelijk de definitie van Chet Faker zelf. De AB Club zonk weg in een begeesterende roes.

Een ratelende drumcomputer aan het begin van 1998 maakte van de zaal steeds meer de coolste-plek-voor-een-uur in België. De doffe dansbeat zorgde voor een eerste hoogtepunt met cachet, na een lang dreigend voorspel. Vaak was er ook verwarring over wanneer een nummer nu ten eind was. Murphy begreep dat en verontschuldigde zich voor zijn live jam-aanpak. “The important thing about electronic music is that you can fuck up.”

Met dat statement, en het sterke eerste deel van de show, gaf hij zichzelf de vrijheid om enkele oudere, instrumentale nummers met vintage leftfield-invloeden te spelen, zonder dat iemand daar om maalde. Zelfs het mindere Release Your Problems klonk live heel aangenaam, met een dreunende piano en bluesy belletjes. Love & Feeling zweefde in de slipstream van shoegazende elektronica. Deze loungemuziek van de goede soort slaagde er ondanks de vaak gelijkaardige sound toch telkens in de zaal mee te trekken in de bubble van Murphy. Een bubble die ze vervolgens met plezier zelf kapot prikten met een oorverdovend applaus.

De verwondering over ons talenpallet en een handleiding tot awkward knuffelen met je buur later passeerde No Diggity, de cover waarmee het allemaal begon. Of hoe een oerklassieker in de hiphop toch fris en hip kan klinken. De Club kronkelde en liet zich via een postdubstepoutro rechtstreeks in Drop The Game met Flume knallen. De bezwerende sleepelektronica kreeg iedereen op de banken met een meezingrefrein.

To Me vormde van deze show uiteindelijk het beste wat we dit jaar al zagen. Met wonderschone sfeergeluiden en fragiele meerstemmigheid pakte Chet Faker iedereen koud met een brok in de keel. Je zou de bebaarde teddybeer zo een knuffel gaan geven na deze lang uitgesponnen klaagzang over onbeantwoorde liefde. Indrukwekkend.

Tijdens de bis kwam Gold langs. Een zoekend jazzpianootje zorgde alweer voor druilerige filmmuziek, terwijl de akoestische versie van Talk Is Cheap nog voor een meezingafsluiter zorgde.

2 mei 2014
Ben Moens