Cass McCombs - Klein maar zo fijn
Botanique, 18 oktober 2022
Vaststelling: niet al te veel Belgen lezen de New York Times. Want daarin wordt Cass McCombs omschreven als "one of the greatest songwriters of his time". De Rotonde was dan wel goed gevuld, het blijft een kleine zaal. En misschien maar goed ook.
“Normally there’s six people out here with me”, maar in de Botanique moest Frank LoCrasto Kolumbo alleen vertegenwoordigen, hetgeen in dit geval een soort van soundtrack bij een diner in een middelmatig restaurant aan één of andere overbevolkte zonnige kust betekende. Zelfs de golven kreeg je bij de instrumentale muzak, die dan wel met respect werd aangehoord, maar niet veel langer zou blijven hangen dan de tijd die de toetsenist nodig had om het podium te verlaten. Een gemiste kans waarschijnlijk, want benieuwd naar hoe dat in vol ornaat moest klinken zijn we wel. Als we dit morgen tenminste niet vergeten zijn.
LoCrasto heeft natuurlijk het voordeel ook in de live band van Cass McCombs te spelen, waar wij hem toch meer dan zomaar een (strand)steentje zagen/hoorden bijdragen. Maar het gaat uiteraard om die andere vet geaccentueerde naam. Die bewees nog maar eens waarom hij moet gekoesterd worden. 'Heartmind' is alweer een uitstekende plaat, waarop de typische klankkleur van de singer-songwriter deze keer werd gebeiteld in opnieuw een stel prachtige songs, waarop weinig of niets valt af te dingen.
Songs als het ingetogen, bijna troostende Buried Alive komen dan weer niet van die laatste plaat, maar we zouden nog op onze wenken bediend worden, waar het dat album aangaat. A Blue, Blue Band (met de grappige gitaarbruggetjes en het peinzende parlando) volgde bijvoorbeeld vlak daarna. Verderop zouden nog Music Is Blue, voorzien van een prachtige duosolo van gitaar en toetsen, en Karaoke passeren, die laatste met de verwijzingen naar Cyrano de Bergerac, Tammy Wynette en Sade verstopt tussen de lijnen.
Het was hoe dan ook indrukwekkend hoe een in Hawaii-hemdjes verpakt, verkapt skanummer Belong To Heaven gevolgd werd door een in galakleding aanvoelende nachtclubsong als het machtige Unproud Warrior. Trouwens, dat McCombs ook niet terugschrikt voor een streepje punk, bewees hij mett tweede bisnummer Bury Mary. Eclectisch is wel het minste wat je kon zeggen van deze show.
En als dan wat waarschijnlijk de meest bekende song (Bum Bum Bum) is, passeerde, zagen we hoe de hele zaal opging in de euforie en de meest stuurse hoofden meeknikten op het ritme. Daar stond tegenover dat het daaropvolgende Medusa's Outhouse, dat uitmondde in geïmproviseerde chaos, evengoed moest kunnen en uiteindelijk naadloos overging in afsluiter Sleeping Volcanoes.
New York Times of niet, wij geven er toch de voorkeur aan dat Cass McCombs niet uitgroeit tot stadionact, hoezeer we hem dat ook gunnen. We kunnen ons immers moeilijk voorstellen dat de liedjes in Vorst Nationaal dezelfde impact zouden hebben als in dat prachtige ronde zaaltje. Maar wie weet...