Cant - Nonchalance met charme
Botanique, Brussel, 21 november 2011
Chris Taylor, bassist bij Grizzly Bear en multi-instrumentalist bij een handvol andere indiebands, zat met een serieuze knoop in zijn muzikale hersenspinsels. Daarenboven bleek hij nog eens met faalangst te worstelen, waarop hij zich prompt een uitdaging voorlegde. Een eigen plaat maken, buiten de veilige omgeving van Grizzly Bear. De muzikale hersenspinsels werden in melodieën en teksten gegoten, de faalangst werd zo goed als de kop ingedrukt en eerder dit jaar lag ‘Dreams Come True’ in de winkel. CANT stapte de tourbus op en dat bracht hen afgelopen week naar de Botanique voor een bitterzoet concert, af en toe wat aan de nonchalante kant, maar des te meer met een hoog charmegehalte.

Blood Orange, het eenmansproject van producer Devonte Hynes mocht de zaal opwarmen. Hynes stond achter de knoppen voor onder andere Basement Jaxx en Florence + The Machine. Dat de man de kneepjes van het producersvak in de vingers heeft, bewees hij ook live. Zo kent hij duidelijk dé tricks om het uiterste uit een gitaar te halen, want nooit eerder hoorden wij een gitaar klinken alsof het een dolgedraaide gameboy betrof. Blood Orange klonk als een mix tussen de eightiessound van Prince in duet met Bowie en Hynes heeft – anders dan Chris Taylor – duidelijk geen last van faalangst, want hij bracht zowat de helft van zijn set middenin het publiek.
Taylor daarentegen zal nooit een groot podiumbeest zijn, maar dat hoeft ook niet als je beschikt over een stem die je een uur lang aan het podium kan kluisteren en teksten die je van kop tot teen rillingen bezorgen. Inzetten deed de band met Too Late Too Far. Het begon wat rommelig maar naar het einde van de song leek het viertal mooi op elkaar ingespeeld en volledig klaar om de Rotonde een avond lang uit hun hand te laten eten.
Believe liet een warme gloed door de zaal zinderen terwijl Bang na een sferische intro uitmondde in een ritmische kaleidoscoop die de zaal stilletjesaan liet swingen. Taylor creëerde een fuzzy droomwereld op het podium en liet ons song per song toe in een wereld vol bitterzoete dromen, die overlopen van soul en funk. Een sfeertje dat vooral in Bericht en Dreams Come True heel erg tot uiting kwam. Die laatste song werd samengepuzzeld tot een springerige elektroboost, ietwat rommelig bij momenten, maar fris en boordevol energie.
The Answer was dan weer een langgerekte psychedelicatrip opgeleukt met zweverige soundscapes. Het was uiteindelijk de bisronde, The Edge, dat met de pluimen ging lopen. CANT bracht nog een keer een mix van funky synths, chille basslijntje en de wondermooie stem van Taylor die ons een liefdesbrief zong.
Taylor heeft met CANT er een mooi zijproject op zijn lijstje bij. Geen idee of het project een lang leven beschoren zal zijn, want Taylor blijft nu eenmaal een manusje-van-alles dat vooral graag lijkt rond te springen van het ene naar het andere project, maar wij kunnen dan toch alvast zeggen dat we ervan genoten hebben, die ene keer daar in de Botanique.