Cactusfestival 2013 - Parels in het Minnewaterpark
Minnewaterpark, Brugge, 16 juli 2013
'dEUS kwam, zag en overwon' zo kan je dit verslag eigenlijk wel mooi eindigen. We willen het gewoon nu al gezegd hebben. In het Brugse Minnewaterpark sloot de band rond Tom Barman een uiterst geslaagde editie van het Cactusfestival af. De drie voorgaande dagen hadden wij ook al heel wat fraais zien passeren.
Blaudzun mocht op vrijdag het festival openen. De troepen rond Johannes Sigmund deden dit voor een behoorlijk vol plein en met alweer volle overgave en de nodige kunde. Openen deden ze met de nieuwe song Promises Of No Man’s Land. Vanaf dan passeerden alle hits uit de bands meest recente album ‘Heavy Flowers’ zoals Who Toke The Wheel, Flame In My Head, Solar en wisselde de groep af met ouder werk en nog een tweetal veelbelovende nieuwe nummers. Alsnog een speciale vermelding voor violiste Judith Van der Klip voor de mooie verschijning.
Van Pinback vonden wij het eerlijk gezegd wat vroeg op de avond dat ze geprogrameerd stonden, want wat ons betreft is Pinback toch een groep die om duisternis vraagt. Desalniettemin trokken we met veel verwachtingen naar hun optreden. Sinds 1999 en hun debuutplaat ‘This Is A Pinback CD’ zijn we nogal wild van hun melancholische muziek. We moeten wel eerlijkheidshalve toegeven dat we vooral bij die plaat zijn blijven hangen. De eerste twintig minuten van hun show waren de heren blijkbaar wat met de sound en zichzelf aan het worstelen, maar vanaf Penelope leken ze pas echt op dreef te komen. In het nummer Proceed To Memory is de spanning tussen de stemmen op geniale wijze aanwezig. Loro dat wat ons betreft dé Pinback-standard is kon uiteraard ook niet ontbreken in de set en zorgde voor een nieuw hoogtepunt. In Fortress wist een op Jameson terende Rob Crow voor de nodige animo te zorgen door als een nitwit aan het dansen te slaan en als een gek het publiek in te hossen. Pinback rockte en groovede meer dan we verwacht hadden, maar volgens het principe van slaan en zalven serveerden ze uiteindelijk wel vijftig minuten magie.
Dat Sonic Youth naar de eeuwig jachtvelden is kunnen we ondertussen nu wel met een vrij stellige zekerheid zeggen. Thurston Moore kwam daarom met zijn nieuwe band Chelsea Light Moving naar Brugge afgezakt. Deze jongen (vijfevijftig is hij ondertussen) en zijn nieuwe maten brengen net als het eerder vermelde groepje rock met wild om zich heen schoppende gitaren en zang. Het zou gemakkelijk zijn om de mensen te geven wat ze willen en snel een Sonic Youth nummer te spelen, maar Thurston Moore en de makkelijkste weg gaan nu eenmaal niet goed samen. Het laatste nummer kondigde hij dan ook aan als een nieuw nummer, om dan langs zijn neus weg op te merken dat het eigenlijk allemaal nieuwe nummers waren. Hij trok er zich weinig van aan en taste nog eens de grenzen van zijn gitaar af.
Hoe groot kan het contrast zijn met Hooverphonic dat daarna speelde. De groep sloot met zijn succesvolle ‘With Orchestra’-formule de eerste dag van het festival af en deed dit meer dan naar behoren. Vanaf openers One Two Three en The Night Before merk je dat het symfonische plaatje klopt. Met zangeres Noémie Wolfs hebben ze ook een echte frontvrouw in huis gehaald. Waar Geike Arnaert vooral een goede zangeres was, staat Wolfs er ook echt als vlotte, mooie, sexy dame met hopen persoonlijkheid en présence. Het sterkst waren de nummers die oorspronkelijk niet symfonisch op plaat gestaan hadden en nu een volledig nieuw arrangement hadden meegekregen zoals het 2Wicky, Renaissance Affair en de prachtige Massive Attack cover Unfinished Sympathy.
Calexico kwam op zaterdag spelen terwijl de zon rustig achter de horizon verdween. Hun zweverige woestijnrock zorgde bij momenten voor een desolate sfeer. De blazers, de lapsteel, de huilende of de vette gitaar en de strakke drums zorgden voor een totaalsfeer met het nodige contrast, maar met als constante de weemoedige stem van Joey Burns. Bij hun radiohit Chrystal Frontier ging het publiek volledig uit z’n dak. Een stevige trompetsolo gaf de song nog wat extra cachet. De broeierige, sensuele afsluiter Guero Canelo bracht de wei helemaal op temperatuur en elke muzikant kreeg ook nog eens de kans om zich te tonen aan het publiek. Calexico raasde als een stevige woestijnstorm over Cactusfestival en wij zagen dat het goed was.
Ozark Henry mocht nadien nog de bühne bestijgen. Al van bij opener Give Yourself A Chance With Me viel de meerwaarde van de samenwerking met Amaryllis Uitterlinden op. Het spel van afstoten en aantrekken zorgde voor een zekere spanning en finesse die vroeger soms ontbrak in de zangpartijen. Ook de arrangementen van bepaalde oude nummers als Rescue, Indian Summer, Do You Love Me en At Sea zijn een hele verbetering. Ook de huidige single I’m Your Sacrifice passeerde de revue. We zijn niet echt wild van dat nummer en we zullen het na deze live-versie ook niet worden zonder afbreuk te doen aan het nummer uiteraard. Het publiek smulde ervan. Een echte babbelaar is Piet Goddaer niet en zal het ook nooit worden, maar in het Minnewaterpark lieten hij en zijn band de muziek voor zich spreken.
Balthazar blonk uit als uitermate gerodeerde band op het podium. Van Lion’s Mouth (Daniel) tot Do Not Claim Them Anymore met alles daartussen speelde de band met een behoorlijk scherp randje en etaleerde het een perfecte meerstemmigheid. De band weet ook perfect met contrast te spelen in zijn nummers, iets wat live nog beter tot zijn recht komt. Als we er dan toch een aantal hoogtepunten moeten uitpikken dan gaan we resoluut voor het sobere, maar meeslepende Any Suggestion met daarin een fantastisch uitgesponnen vioolsolo en het mooi opgebouwde anthem Blood Like Wine.
Met Beach House kozen de organisatoren voor een heel ander soort band om de nacht te verwelkomen. Alex Scally en Vicoria Legrand laten zich live vergezellen van nog een extra drummer. Die zorgde voor een goede stevige fond voor de zweverige en schone orgelgeluiden en gitaarpartijen. Ze begonnen hun set met het wondermooie Wild om ons vanaf dan mee te nemen op één langgerekte trip naar plaatsen waar we anders niet komen en die enkel maar verbeterde met donker te worden. De intieme lichtset, inclusief glinsterende sterrenachtergrond, zorgde voor een mooie extra surplus. Afsluiten deed de band met hoogtepunt Irene.
Wat we van dEUS vonden weten jullie ondertussen al, maar hoe het zo ver gekomen is willen we met veel plezier nog aan jullie kwijt. Het was van helemaal in het begin van de huidige bezetting dat we de band nog eens aan het werk zagen en we spreken nu toch al van 2005. De verwachtingen waren dus van voor aanvang van het optreden al hooggespannen. Om dan te beginnen met drie bommen van songs na elkaar met The Architect, Constant Now en Instant Street en zo het publiek direct bij de keel te grijpen moet je toch al over een behoorlijk straffe back catalogue beschikken. Over Instant Street kunnen we bovendien nog zeggen dat het zijn titel van ‘strafste outro ever’ met verve heeft weten te verdedigen. Verder in de show schopte Sun Ra nog wild om zich heen, denderde Quatre Mains nog voorbij als in de betere roadmovie, werd Fleetwood Mac met ruime voldoening gecoverd in Oh Well, Part One, vleide het wondermooie rustpunt Nothing Really Ends zich lieflijk neer en wist afsluiter Bad Timing de spanning op te bouwen naar een explosie van een outro. Uiteraard keerde de band nog terug voor de weinig verrassende, maar daarom niet minder dan formidabele, fantastische en schitterende kleppers Roses en Suds & Soda. dEUS is misschien niet meer dé hype van ruim tien jaar geleden, maar ze weten verdomd goed hoe ze het spreekwoordelijke kot moeten afbreken!
Ook de 'Homo Festivalicus' was aanwezig op Cactus en kwam terug met dit verslag!