Cactus 2015 - Bescheiden lukt ook

Minnewaterpark, Brugge, 12 juli 2015

Zaterdag in Brugge. Onder een stralende zon kwamen we rond de middag het festivalterrein op. Na nog een laatste cafeïneshot waren wij helemaal klaar voor dag twee van Cacusfestival.

Cactus 2015 - Bescheiden lukt ook



Zo klaar en licht als het in het Minnewaterpark was, zo donker klonk de muziek van Timber Timbre. De Canadese band rond filmregisseur Taylor Kirk is hier niet echt bekend, maar heeft toch al vijf albums op het conto staan. Hun muziek was desolaat, nu eens rauw, dan weer sensueel en subtiel. Door die nuance zaten er vaak verrassende elementen in de songs.

Qua zang deed de band denken aan de grafstem van Stuart A. Staples van Tindersticks, muzikaal aan de weemoedig tristesse van Flying Horseman en door de tenorsax hoorden we zo nu en dan Morphine passeren. Hot Dreams vatte deze referenties best samen en was dromerig met een sensuele sax in een subtiel dragende rol.

Terwijl voor bijna alle bands negentig procent van het publiek de songteksten niet verstond, was dat bij sympathieke thuisspeler Het Zesde Metaal wel even anders. Aftrappen deden ze stilaan traditioneel met het sobere en dreigende Genezen. Doorheen de set kwam vooral de laatste plaat ‘Nie Voe Kinders’ aan bod met de voorafgaande singles Dag Zonder Schoenen en Gie, Den Otto En Ik, maar ook met wondermooie versies van het licht elektronische en naar het einde toe eclectische Zet Mie Af en het langzamerhand ook reeds traditionele  en in de outro breed uitwaaiende slotnummer Toe Nu Maar.

Van de voorgaande platen vielen vooral Benauwd met een schitterende outro, Peis Je Nog An Mie met zijn subtiele overgang van zachtaardig naar agressief en livetopper Ik Haat U Nie op. Het Zesde Metaal leverde een puike prestatie af en had zelfs de luxe en de songs om Ploegsteert niet te spelen zonder dat iemand daarover ontgoocheld hoefde te zijn.

SOHN is een artiest die graag in het duister opereert. Het was dan ook afwachten wat hij er in open lucht en in het volle daglicht van zou bakken. Veel, zo blijkt; wat niet wegneemt dat de man en zijn muziek op een donker podium met een subtiele lichtshow uiteraard beter tot zijn recht zou komen.

De muziek van SOHN was als het ware rond zijn soulvolle en steeds nadrukkelijk aanwezige stem geweven. Vooral in Veto dat hij samen met zijn begeleidingsband subtiel en a capella afrondde, bleek wat voor een fantastisch zanger hij was.

Toch valt er ook over de muziek wel wat te zeggen. In Bloodflows stuiterde de elektronica in verschillende richtingen zonder dat het storend werd, terwijl er in Oscillate twee zeer aanstekelijke en dromerige melodielijnen in duet leken te gaan met de zang. Uiteraard kon ook single Artifice niet ontbreken; die kreeg een zeer aanstekelijke, stevige en dansbare versie. Afronden werd er gedaan met het beklijvende The Wheel, een van zijn eerste nummers.

Wie na al die elektronica wou rocken, was zeker op zijn plaats bij Black Rebel Motorcycle Club. Met de recente liveplaat onder de arm konden ze het zich permitteren om een ware best of te spelen; wat ze dan ook met veel overtuiging deden. Vanaf het begin werd er stevig gerockt, maar pas bij Spread Your Love ging het er echt snoeihard aan toe.

Vuil en rauw, zo waren ze op hun best. Schoolvoorbeelden daarvan waren Berlin en slotnummer Whatever Happened To My Rock ‘N’Roll (Punk Song). Ook als het op rhythm & blues aankwam wisten ze die vettig te brengen; zoals bleek in Ain’t No Easy Way en Shuffle Your Feet.

Met Returning nam de band even wat gas terug, ook al leek niemand daarop te zitten wachten. Maar dankzij het lang uitgesmeerde Lose Yourself wisten ze dat onmiddellijk recht te zetten. BRMC dropte een bom op Cactusfestival. Zo eentje waarbij je geen grote show nodig hebt, alleen maar goede versterkers.

Dat Jessie Ware kan zingen hoefde ze niet meer te bewijzen. Dat ze een degelijke en boeiende liveset kon brengen wel. We waren dus een beetje sceptisch vooraf, maar vanaf openingssong Running voelden we dat het wel in orde zou komen. Ook live zingt ze soulvol, beheerst en vooral toonvast. Iets waar toch niet iedereen op Cactusfestival in slaagde.

Het was allemaal nogal braaf en afgeborsteld en ook het Celine Dion-gehalte van sommige nummers was ons soms iets te hoog, maar dat maakte Ware ruimschoots goed met degelijke, leuke songs zoals het funky Night Light, het vrolijk meeslepende You & I, het aanstekelijke en dansbare duo Sweetest Song en Want Your Feeling en uiteraard hit Wildest Moment.

Gisteren hadden we het nog over ons moeder die we van het podium hadden gehaald, mocht ze daar gestaan hebben zoals Grace Jones. Maar mocht ons vader op het podium staan zoals John Hiatt, dat was heel andere koek. De man weet duidelijk wat waardig ouder worden inhoudt. Hiatt is ondertussen tweeënzestig, maar speelt nog steeds de pannen van het dak.

Met een bescheiden en dankbare houding die respect oproept en uiteraard een rist fantastische nummers achter de hand pakte hij als een echte verteller moeiteloos het Minnewaterpark in. Van de stevige binnenkomer Your Dad Did over countrysong Perfectly Good Guitar naar het bluesy A Thing Called Love tot de fantastische wereldhit Have A Little Faith In Me en slotnummer Riding With The King, dat opgedragen werd aan de onlangs overleden BB King en fantastisch bluesy uitgesponnen werd.

Voor de tweede dag op rij mocht een Belgische band het festival afsluiten. Hoewel de band tegenwoordig van Gent de thuisstad heeft gemaakt, liggen de roots van Balthazar (net als die van Goose trouwens) in Kortrijk. Je kon dus van een thuismatch spreken.

Balthazar is door de jaren heen gestaag gegroeid tot de band die ze nu zijn; en ook op Cactusfestival zijn ze met elk album wat plaatsen gestegen op de affiche. Deze keer stonden ze dus terecht helemaal bovenaan.

Van bij aanvang - met Decency en Thin Wall - zat het onmiddellijk goed en het tempo zou doorheen de hele set eigenlijk niet meer zakken. Door het vele touren is Balthazar een bijzonder straffe en strakke liveband geworden. En dat loonde. De samenzang zat goed zoals bleek met de mantra “Why, why should we wait / why should we hide from the confrontration with the light” in True Love en het samenspel en de interactie tussen de verschillende bandleden in Bunker.

Het werd een ware triomftocht met verder nog een retestrak Fifteen Floors, een superlijzig I Looked For You, een uiterst dansbaar Do Not Claim Them Anymore en een fris meezingbaar Last Call. Als klap op de vuurpijl kregen we nog het stilaan klassieke Blood Like Wine waarbij het publiek de sleutelzinnen “Raise your glass to the nighttime / and the ways to choose a mood and have it replaced.” voluit meescandeerde.

Met dat laatste citaat in ons hoofd trokken we huiswaarts. Blij om wat we gezien hadden, maar ook blij dat we morgen nog eens mochten terugkomen.

12 juli 2015
Patrick Blomme