Cactus 2014 - Uitkijken naar de reünie
Minnewaterpark, Brugge, 14 juli 2014
Dag twee van Cactusfestival begon onder een slecht gesternte want de regen viel met bakken uit de lucht. Gelukkige klaarde het op en konden we nog in ideale omstandigheden genieten en wachten op een reünie van The Gutter Twins.
De jongens van Jungle By Night hadden er zo veel zin in dat ze nog voor presentator Chris Dusauchoit zijn aankondiging kon doen het podium opstormden. Daar waar het gisteren zacht ontwaken was, kwam Jungle By Night binnen met een knal. Ze vlogen er onmiddellijk stevig in met hun instrumentale cocktail van soul, funk, dub en jazz. De negen muzikanten amuseerden zich kostelijk, maar dit zijn bovenal steengoede muzikanten.
Ze slaagden er snel in het publiek naar het podium te lokken en bespeelden de massa constant. Tegen het einde van de show - want dat was het echt - stond het plein voor het podium bijgevolg al aardig vol. Eindigen deden ze met een krachtige versie van nieuwe single Attilla. Zieltjes winnen doe je op die manier…
Daar waar School Is Cool enkele maanden geleden nog wat leek te worstelen om de puzzel van oud en nieuw werk te laten kloppen, bewezen ze op Cactusfestival dat ze het evenwicht gevonden hebben. De theatrale verkleedpartijen werden overboord gegooid en de band ging overduidelijk voor het plezier van alleman.
De set begon nog donker en sinister met Black Dog Panting en The Underside kreeg een nieuw jasje met meer bas en electronica, maar de band evolueerde dan toch naar de meer open, frisse songs en de hits.
Envelop Me en Blue Jeans leken ons de prijsbesten van de nieuwe plaat. De songs ontvouwen zich laag per laag. Vooral Warpaint, op de vorige plaat misschien wel het buitenbeentje, paste daar perfect tussen. Afsluiten deed de band met een gouden trio Wild Eyed & Wild Eyed, The World Is Gonna End Tonight en New Kids In Town, waarmee de laatste twijfelaars finaal over de streep getrokken werden.
Conor Oberst had er duidelijk zin in en hij had een uitstekende begeleidingsband bij zich. Hij vond het bovendien oprecht jammer dat Dawes op Cactusfestival geen eigen set kon spelen zodat hij, halfweg zijn eigen set, het podium voor één nummer aan Dawes liet. Uit dankbaarheid vuurde die het uitstekende rocknummer When My Time Comes op de wei af.
Voor de rest was het een set waar weinig op aan te merken viel. Degelijke vocalen en harmonie, goede begeleiding, afwisseling tussen rustige nummers en steviger werk en een selectie uit het werk van Bright Eyes. Het publiek reageerde enthousiast op een verbeten versie van Lover I Don’t Hate To Love.
Van het eigen kreeg vooral het heerlijk lijzige luisterliedje Cape Canaveral de nodige aandacht en uit zijn recente plaat vielen vooral de mooie, gelaagde lovesong Artifact #1 en Governor’s Ball met dat heerlijke orgeltje doorheen de volledige song op.
Met slechts twee albums onder de arm kan je Intergalactic Lovers toch al een klein beetje een gevestigde waarde noemen. De band is goed op elkaar ingespeeld en beschikt over een heel arsenaal aan leuke, frisse popsongs en een dito zangeres.
Terwijl de bandleden zich eerder op de achtergrond houden, is Lara Chedraoui de ster op het podium. Dat ze geen gitaar meer mag spelen heeft er wel voor gezorgd dat ze meer ruimte krijgt om zich als frontvrouw te profileren.
Huidige single Northern Rd. en een door het publiek luidkeels meegebruld Island zaten vooraan in de set. Een set die overigens was opgebouwd met een mooie mix van nummers uit beide albums. Als we er dan toch enkele topmomenten moeten uithalen, gaan we voor Obstinate Heart, ultieme balad Bruises en The Fall waarin de groep zich telkens van zijn meest veelzijdige en gelaagde kant liet zien.
Het stemgeluid en de productiviteit van Mark Lanegan zijn een unicum in het rock-‘n-roll-landschap. De eeuwige, angry man had geen album te promoten, dus vergastte hij ons op een eigenzinnige set. Een set die weliswaar op klaarlichte dag gepland stond wat misschien niet in het voordeel speelt van de sfeer die bij een Mark Lanegan-set hoort. Maar als hij al na het tweede nummer het publiek bedankte, moet hij toch goedgeluimd geweest zijn.
Zowel met zijn rustige nummers, waarvan Harborview Hospital en One Hundred Days de absolute toppers waren, als in stevige rockers waarvan we vooral het wild om zich heen slaande Riot In My House onthouden, sloeg hij spijkers met koppen.
Op het einde van de set werden de verwachtingen van het publiek ingelost toen Greg Dulli prijsbeesten Hit The City en Methamphetamine Blues kwam meezingen. Een perfecte afsluiter.
Afghan Whigs liet er geen gras over groeien en zette tijdens de vijfenzeventig minuten durende set de boel in lichterlaaie. Met Parked Outside en Matamoros startte de band met de twee openingssongs van hun met gemengde gevoelens onthaalde, maar volgens ons uitstekende nieuwe album ‘Do To The Beast’.
Dat album zou uiteraard de hoofdbrok van de set uitmaken. Naast de mokerslag van het openingsduo was het een ander duo Royal Cream en I Am Fire - met Dulli achter de piano - dat indruk maakte.
Uiteraard werden ook de klassiekers niet overgeslagen: Fountain And Fairfax en uiteraard Debonair uit meesterwerk ‘Gentlemen’, Going To Town, Somethin’ Hot en My Enemy. Greg Dulli leidde zijn troepen trouwens met een chirurgische precisie en een onvervalste drive.
On The Corner van Twilight Singers, die andere band van Dulli, mocht evenmin ontbreken. Met het gevaarlijk dreigende The Stations uit ‘Saturnalia’ tekenden de heren Dulli en Lanegan voor de enige echte Gutter Twins reünie van de avond. Het heerlijke, fantastische en indrukwekkende Faded was uiteindelijk het orgelpunt achter een fan-tas-tisch optreden. Wie gaat daar nog over?!