Bruce Springsteen - Geluk is te koop
Goffertpark, 27 juni 2024
Terwijl op dezelfde dag twee presidentskandidaten van de diepst verscheurde natie ter wereld elkaar verbaal probeerden af te maken en de gemeenste van de twee het won, verspreidde een andere Amerikaan een heel andere boodschap: één van liefde, vriendschap, genegenheid en eenheid.
Het was het eerste van twee shows in het Nijmeegse Goffertpark voor Bruce Springsteen en alle omstandigheden zaten mee: het was warm, maar een zachte bries zorgde af en toe voor verkoeling en het opgedaagde publiek besloeg zowat drie generaties, hetgeen voor een aangename familiale sfeer zorgde. Alleen moest je als gemiddeld gebouwde Belg een plekje zien te vinden tussen al die torens van Nederlanders om toch iets te kunnen zien. Tenzij je er meer dan tweehonderd duiten voor over had om helemaal vooraan te kunnen staan. En je moest ook wel op tijd zijn, want de show stond gepland om kwart voor acht, maar nog voor de grote wijzer van de klok de negen had bereikt, kwamen Springsteen en de E-Street band in de in steen gebeitelde volgorde het podium op.
De eerste indruk is de belangrijkste en dus werden meteen alle registers opengetrokken met Lonesome Day. Iedereen meteen op scherp: de koperblazers, de violiste, het koortje… en natuurlijk The Boss zelf, die meteen liet horen dat de stemproblemen in Ierland waren gebleven Met My Love Won’t Let You Down werd zelfs nog een versnelling hoger geschakeld, aangedreven door drummer Max Weinberg. Springsteen toonde voor het eerst (en niet het laatst vandaag) de eigen gitaarskills en ging lekker het duel aan met Steven Van Zandt. Het leken wel twee wolvenwelpen die met speelse beten elkaars instincten aanscherpten.
Na Cover Me, met alweer een vaardige Springsteen op gitaar, deed stilaan de piano haar intrede en klonk die aanvankelijk nog jachtig in No Surrender, dan vertraagde het ritme langzaam tot we aan het eerste rustpunt kwamen met Letter To You, waarbij vreemd genoeg plots Nederlandstalige ondertitels op de grote schermen verschenen. Langzaam werd het tempo daarna terug opgeschroefd. En toen Cadillac Ranch het tourdebuut maakte, waanden we ons in een ruige bar ergens langs een Amerikaanse highway en klonk de piano even morsig als het bier dat daar in grote gulpen uit de glazen gutst, als de band in vorm is. En dat was hier zeker het geval: de E-Street Band maakte er een feestje van.
Voor Working On The Highway gordde Springsteen de akoestische gitaar om en haalde hij de Elvis in zichzelf boven en voor The Promised Land zette hij de mondharmonica aan de lippen en beleefden band en publiek een tweede rustmomentje. Dat publiek moest daarentegen volop aan de slag bij Hungry Heart, want The Boss liet het zingen aan hen over, zelf duidelijk genietend en de eerste rijen opzoekend. Dat deed hij eerder ook al bij Sherry Darling en, zoals hij altijd wel doet, maakte hij een jonge fan blij, schonk hij een andere een plectrum en keek hij met de bekende blik gewillig recht in de camera’s van gretig bovengehaalde mobieltjes.
Stilaan doofde het verzengende vuur van de furieuze start en met My Hometown en The River verschoof de focus stilaan naar emotie, al werd er tussendoor ook nog wel een inclusief feestje gebouwd met de Commodores-cover Nightshift met vocale topprestaties van zangers en zangeressen van kleur in de band. Het was niet de enige cover die passeerde, want later zouden ook nog Twist And Shout en Because The Night volgen (al is die laatste niet echt een cover).
Met Last Man Standing sloeg de sfeer drastisch om. Springsteen nam voor het eerst de tijd voor een lange introductie tot de song en vertelde hoe hij als vijftienjarige met slechts zes maand oefening op gitaar een eerste bandje (The Castiles) vervoegde. De zanger van toen, George “Georgie” Theiss, overleed in 2018 aan longkanker en Springsteen realiseerde zich toen dat hij de laatste overlevende was van die groep. “De dood geeft je een laatste cadeau: een bredere kijk op wat het leven zou kunnen zijn. En het verdriet dat we voelen bij een heengaan van een dierbare, is gewoon de prijs voor de liefde die we ontvingen”, zo mijmerde hij, dankbaar voor de vijftig jaar waarmee hij nu al met de E-Street Band een (h)echte familie vormt. Het was ook het sein om muzikaal terug te keren naar 1975 met Backstreets en She’s The One. Met Wrecking Ball en The Rising schoten we dan wel weer helemaal terug naar deze eeuw, al dient gezegd dat het wachten was op Badlands voor een nieuw hoogtepunt waarvan de ooh o-o-oohs nog lang werden doorgezongen door de massa.
Na Thunder Road was het dan tijd voor de obligate, ruime bisronde met een rits hits, doorsneden door het toch iets mindere Bobby Jean en bekroond met een mooi eerbetoon aan Clarence Clemons, oom van huidig saxofonist Jake Clemons. Geen verrassing meer helemaal aan het slot, waarin Springsteen ook net als de vorige twintig shows afsloot met een akoestische versie van I’ll See You In My Dreams, maar het blijft aangrijpend natuurlijk, als een vierenzeventigjarige zingt “For death is not the end / And I’ll see you in my dreams.”
De show in Nijmegen bracht voor de doorwinterde fans dus niet echt grote primeurs in de vorm van lang niet (of nooit eerder) gespeelde songs, maar de positiviteit, de vitaliteit, het muzikale vakmanschap en al die andere dingen waarvoor Springsteen garant staat, maakten er ook dit keer een feest van. Mochten er, net als hier in Nijmegen, nog plots tickets vrijkomen voor de show van zaterdag of in Werchter: wij zouden niet twijfelen! Want ze zeggen wel dat geluk niet te koop is, maar het ticket voor deze avond bewees het tegendeel.
Foto: LiveNation