BRDCST 25 - BRDCST Dag 3: Stoomboten in een aquarium van geluid
Ancienne Belgique, 4 april 2025 - 6 april 2025
Er was een film geweest met muziek van Jozef Van Wissem die we al gemist hadden. En er was een gesprek geweest met de mensen van International Anthem, die vandaag de AB club overnamen. Dat hadden we ook al gemist. Colin Stetson had al een keer op het podium gestaan bij Francesco Donadello. Ook daar waren we te laat voor. Maar we waren niet de enigen die met een licht tekort aan energie kampten op de zondag van BRDST.
In de grote zaal lag iedereen op de grond of zat lui in de zetels te dromen bij de verstilde pianomuziek van Shida Shihabi. Vorig jaar stond zij ook al op BRDCST. Toen speelde ze in de kerk. Nu mocht ze terugkomen onder het gastcuratorschap van Colin Stetson. Minimalistische composities is waar ze voor stond, begeleid door cello en soms bijna onhoorbare elektronica. Behalve voor het laatste nummer, toen Colin Stetson erbij werd geroepen en hij met de saxofoon de sfeer naar iets intensere registers duwde.
Stetson was de curator in de hoofdzaal. In de club stond alles in het teken van International Anthem. Dit jazzlabel uit Chicago viert dit jaar de elfde verjaardag door terug te blikken op de eerste tien jaar. Daarvoor moest je in de steenstraat zijn, waar albums uit de catalogus werden tentoongesteld op groot uitgespreide panelen. Heel de dag werd opgebouwd rond nieuw paradepaardje SML. Verschillende leden van die band mochten zijprojecten komen presenteren, en dat begon met een set van drummer Gregory Uhlman en gitarist Booker Stardrum, maar... daarvoor waren we te laat.
Wie we wel nog aan het werk zagen, was de modulaire synthesizertovenaar Jermiah Chiu. Die gaf een demonstratie van zijn kunnen en hield de set erg abstract. Slechts uitzonderlijk was er ritme te bespeuren. Meestal was het een gaan en komen van geluidjes. Soms was de bron een bestand uit de dictafoonapplicatie van zijn telefoon, op andere momenten waren de geluidjes voorgeprogrammeerd of misschien wel door een module gegenereerd. Je weet eigenlijk nooit wat er aan de hand is, als iemand aan zo'n toestel aan die knopjes zit te draaien, maar visueel is het wel een stuk interessanter dan naar de achterkant van een laptop te staren natuurlijk. Hij gaf nog mee dat tijdens de set van SML alle stukjes zouden samenkomen en raadde aan om dan ook te komen kijken.
Dat noteerden we alvast, maar eerst gingen we kijken naar de grote zaal, waar 10¹⁷ speelde. De naam is een verwijzing naar de energie die nodig is om een zwart gat te creëren, maar ze zijn er de eenheid vergeten bij te vermelden. Typisch voor kunstenaars, natuurlijk: die letten niet op tijdens de les fysica. Hier kwam Colin Stetson niet gewoon even een nummer meespelen. Nee, dit project is er één waarvan hij een volwaardig lid is samen met gitarist Stian Westerhus en drummer Erland Dahlen. Toen we binnenkwamen, was Stetson al van jetje aan het geven op de baritonsaxofoon, een instrument dat bijna even groot en imposant is als de man zelf. Westerhus voegde accenten toe op de gitaar, maar verder was het vooral de drums, die het geluid bepaalden. Later zong Westerhus ook, toen Stetson de sax had ingeruild voor een kleiner exemplaar. Dat nummer riep dan weer herinneringen op aan de jaren tachtig, met name aan Scott Walker en werd meer en meer dansbaar in plaats van experimenteel. Spijtig genoeg bleef iedereen gewoon zitten op de grond.
Puzzelstukjes zien samenvallen en een cursus toegepaste modulaire synthesizer, dat hadden we nog tegoed van SML. Jerimiah Chiu maakte een mooie demonstratie van hoe je met dit instrument toch ook een band kunt leiden. Meestal ging dat als volgt: de saxofoon of gitaar legden een basis door zichzelf te samplen en in lussen te steken, soms minuten lang, tot Chiu alles samenbracht met enkele eenvoudige beats of bliepjes, die hij uit die machine haalde. De drummer zorgde voor de rest, maar bleef in een begeleidende rol. Het gaf soms het gevoel dat je in een geluidsaquarium vertoefde en niet in een gestructureerd stuk muziek, maar het werkte evengoed soms wel. Op een gegeven moment zagen we hem de drums samplen, maar konden we niet direct een verband leggen met het geluid. Tot we het nummer daarna hoorden, waarin hij in duet ging met de drummer en zijn bijdrage de sample liet botsen en vervormen in het elektronische circuit van de synthesizer. Interessant is allicht het woord dat ze hiervoor hebben uitgevonden.
We hadden nog graag een stuk van Keeley Forsyth gehoord. En volgens het programma had dat nog vijftien minuten gekund, maar toen we binnenkwamen hield die het meteen voor bekeken. We namen het niet persoonlijk, maar hoorden wel dat het de moeite geweest was. Spijtig dat die overlappingen er waren dit jaar. In de kerk hadden we ook graag The Handover gezien, bijvoorbeeld, maar we kozen voor Ben Lamar Gay Ensemble, die op datzelfde moment speelde.
Op basis waarvan hadden we die keuze gemaakt eigenlijk? We zijn fan van veel dingen, die op het International Anthem-label uitgekomen zijn, maar herinneren ons evengoed een albumvoorstelling van Angel Bat Dawid in deze zelfde zaal die zonder geestverruimende middelen niet te pruimen was. Ben Lamar Gays set was ook geen hapklare brok, ons geduld was op aan het geraken en de vermoeidheid begon te wegen. Er waren mooie momenten, waaronder een compositie voor zeven bellen, waarbij iedereen met twee bellen in de hand een geluid produceerde. Er was de gelijkaardige compositie voor vier fluiten. Er was de warme stem van Lamar Gay, waarmee af en toe een gospelachtige kleur werd geïntroduceerd. Er was de eigenaardige keuze voor tuba als ritme-instrument en nog wel meer. Maar het was niet coherent genoeg om te beklijven.
Toen de tijd op was, ging Lamar Gay nog even door, maar wij gingen snel naar beneden om mooi af te kunnen sluiten met Colin Stetson, die zijn dag mocht afsluiten met een soloshow. Helemaal alleen met twee saxofoons stond hij daar op dat grote podium, enkel geflankeerd door enkele sobere visuals. Hij had daar duidelijk ervaring mee. Bovendien leek hij een beetje pijn niet erg te vinden, zoals hij tussen twee nummers door uitlegde, en hij probeerde het te zeggen zonder dat het een seksuele bijklank zou krijgen.
Het feit dat we Colin Stetson plots als toegankelijke muziek aanvoelden, zei genoeg over de grenzen, die verschoven waren na drie dagen BRDCST. En je kon je vergapen aan de aan het ongelooflijke grenzende technische capaciteiten van de man: alles was namelijk live gespeeld zonder dat er een band meeliep. Maar je kon je ook laten meevaren op de repetitieve, hypnotiserende composities. Hij daagde zichzelf uit met nummers, die hij nog nooit live had gespeeld (Malediction) en dat na een hele dag op een podium gestaan te hebben. Twintig minuten voor het sluitingsuur kondigde hij aan dat hij nog net genoeg tijd had voor Strike Your Forge And Grin, een nummer dat volledig werd uitgevoerd op die imposante baritonsaxofoon. Bereken zelf hoeveel kubieke meter lucht de man heeft verzet. Het klonk als muziek voor vier stoomboten, die als in een sirtaki steeds sneller om een ijsschots beginnen te draaien.
Het besluit? We hebben op BRDCST 2025 een boel mooie indrukken opgedaan en veel leuke muziek leren kennen. Onze jaarlijkse dosis antigif tegen paranoia heeft deugd gedaan.
Foto: Hans Vermeulen (voor Luminous Dash)