BRDCST 2016: GoGo Penguin, Pomrad, De Beren Gieren - Spetterende troost

Ancienne Belgique, Brussel, 26 maart 2016

Als een donkere wolk hing dat gevoel nog over Brussel, maar in de Ancienne Belgique was het één en al licht, letterlijk en figuurlijk. BRDCST bood troost, zoals muziek dat alleen kan.

BRDCST 2016: GoGo Penguin, Pomrad, De Beren Gieren - Spetterende troost



Hij maakte al het mooie weer in talloze andere projecten, maar tegenwoordig leeft Fulco Ottervanger zich (onder meer) uit in De Beren Gieren. Dat uitleven doet hij op de piano met extra's. Pedalen en andere vervormers laat hij los op de vleugel om zo een nog breder spectrum te bespelen. In de Ancienne Belgique kwam hij met zijn twee kompanen (Lieven Van Pée op staande bas en Simon Segers op drums) de nieuwe plaat voorstellen.

Met vier instrumentale en soms behoorlijk monumentale stukken leidde hij je binnen in een universum waar klassieke muziek leek samen te vloeien met muziek uit tekenfilms, waar eenzame harten het gezelschap kregen van kwaadaardige demonen. Soms leefden ze in harmonie, maar even vaak waren er splijtende twisten. Elk instrument kreeg telkens weer zijn moment voor het werd opgeslorpt door het grotere geheel.

Het meest genoten wij van Schaduwleven. Misschien omdat dat het dichtst tegen een popsong aanleunde...  Misschien omdat wij ons daarin het meest herkenden... Of misschien omdat de thema's, die daarin werden bovengehaald, zo mooi werden uitgewerkt... Waarschijnlijk omdat het een combinatie van dat alles en nog veel meer was. Hoe dan ook, De Beren Gierden! En hoe!

Van een heel andere, elektronische orde was wat Pomrad opdiende. Het erfgoed van Herbie Hancock leek in elk geval in de juiste handen terechtgekomen te zijn en had een update gekregen. Met een infuus van disco tot hiphop was dit waar het dansverslaafde volkje voor gekomen was. En wie zijn wij dan om daarover te zeuren. Gewoon verstand op nul, beats op elf en dansen! Maar ons ding was het niet.

Wat we genoteerd hebben tijdens het optreden van GoGo Penguin, vraagt u? Referenties als Aphex Twin, Chopin, dingen die de band zelf al had aangegeven, maar ook BadBadNotGood (logisch misschien, maar toch), Radiohead en zoveel andere dingen – Was dat akoestische drum’n’bass? Deden ze dat echt zonder laptop? - waar we niet meteen een naam konden op plakken.

Het mooie aan dit soort concerten is dat je aan de gezichten kan aflezen dat ze zich amuseren op dat podium. Pianist Chris Illingworth had steevast een glimlach om de lippen terwijl hij zijn brothers in music, Nick Blacka (bas) en onovertroffen drummer Rob Turner in het oog hield, zoals dat bij jazzconcerten zo vaak het geval is. Om de draad niet kwijt te raken ongetwijfeld, maar ook om te kunnen zien hoe ze genoten van de muziek.

En dat was bij het publiek niet anders. Zelden was het gejoel na een concert luider dan het concert zelf. De oordoppen waren dan beter van pas gekomen dan tijdens de show. Maar het gaf wel precies aan hoe diep dit ging. Ook hier werd er gedanst, maar meer ingetogen dan bij Pomrad; ook hier was er de trance, waarin je als luisteraar werd gestort, maar iets meer binnen de lijntjes gekleurd dan bij De Beren Gieren.

Songs bloeiden open als kleurrijke bloemen vanuit klassiek aandoende pianoklanken om naar het einde toe de blaadjes weer te sluiten als was het voor de aankomende nacht. Of ze groeiden aan als een beekje dat een kolkende rivier werd, uitmondde in een zee van piano en bas, waarna je als een zalm terug stroomopwaarts zwom, op zoek naar de bron, allemaal binnen datzelfde, magische stukje muziek.

Af en toe brabbelde Blacka iets in de microfoon, hoorden we dat het volgende nummer de curieuze titel GBFISYSIH heette, als een willekeurig ingetypt aantal letters, maar na drie seconden was dat idee al vervaagd en werd je gewichtloos door de muziek, zat je vol bewondering te kijken naar Turner, die met schichtige bewegingen zijn vellen streelde, soms als een marimbaspeler met twee sticks in één hand of zag je Blacka over zijn instrument gebogen de hoogst mogelijke noten eruit persen. Die staande bas klonk trouwens even vaak als een cello.

Het was energie, het was kracht, het was troost, maar het was vooral spetterend mooi.

26 maart 2016
Patrick Van Gestel