Boy & Bear - Vakmanschap

Botanique, Brussel, 26 november 2014

Goede popmuziek maken is de allermoeilijkste discipline, maar levert van tijd tot tijd pareltjes op. Boy & Bear maken goede popmuziek voor fans van Crowded House, Fleet Foxes, Prefab Sprout en Fleetwood Mac. Bij de Botanique jaagden ze vooraf alvast enkele hoogtepunten uit de popgeschiedenis door de boxen: David Bowie (China Girl), Paul Simon (Late In The Evening), Simon & Garfunkel (Mrs. Robinson), Eurythmics (Sweet Dreams) en Creedence Clearwater Revival (Down On The Corner).

Boy & Bear - Vakmanschap



Dat niveau haalde Boy & Bear niet, maar ze hadden wel voor een subliem voorprogramma gezorgd. Net als in maart, toen nog in de Rotonde, mocht Dancing Years openen. Een vijftal met een violist in de rangen; een vijftal ook dat van weelderige arrangementen houdt; arrangementen, die eenzaamheid voelbaar maken.

Op de beste momenten deed Dancing Years ons aan Sophia denken. Zoals in de nostalgisch achteromkijkende, eerste single Here’s To My Old Friends. Een song die zijn spijt sterker doet voelen naarmate hij vordert. Ook mooi was Anthem For A Seventeen Year-Old Girl, een cover van Broken Social Scene die iedere bezoeker na de show gratis kreeg aan de hand van een downloadcode. Slim gezien en een mooie geste. Dancing Years, om in de gaten te houden.

Maar eigenlijk ging het dus om Boy & Bear. Zij maken makkelijke, aardige muziek. Maar wel aardige muziek, die gelaagd en bijzonder genoeg is om je interesse op te wekken. Denk aan wat Fleet Foxes al op plaat hebben gezet of aan Mumford & Sons in één van de zeldzame, heldere momenten.

Het begon voor hun doen behoorlijk stevig met Bridges, waarna het meteen verderging met het huppelende Rabbit Song en Lordy May, waarin de dood zelfs iets lichts kreeg. Het geluid van Boy & Bear wordt bepaald door meerstemmigheid, gladde melodieën en aardig aaibaar gitaarwerk. Maar het is goed zo. Enkel in Part Time Believer werd de gitaar stekelig. Een aangename afwisseling, die het nummer tot een hoogtepunt van de avond maakte.

Veel van zeggen waren Boy & Bear niet, maar net voor Back Down The Black – nummertje zeven op de setlist – werd dan toch aangekondigd dat ze een triest liedje gingen spelen. Voor die trieste liedjes – zie ook A Moment’s Grace – werd de banjo bovengehaald waardoor de vergelijking met Mumford & Sons helemaal klopte, maar tegelijkertijd bleef Boy & Bear mooier en minder oppervlakkig springerig dan Mumford & Sons.

Eén cover zat er in de set: het mooie Fall At Your Feet van Crowded House, dat op een ietwat merkwaardige manier op banjo werd ingezet, hetgeen de song geen deugd deed. Maar die banjo werd ook snel weer opgeborgen. Dat Boy & Bear Crowded House covert behoeft geen uitleg: het vakmanschap druipt van beide groepen af en de song paste hen als gegoten. Dat stukje Heart Of Gold middenin zorgde bovendien voor een originele noot.

Naar het einde toe kwam het hitpotentieel boven. Waarom een oorwurm als Arrow Flight of het aanstekelijke Feeding Line met zijn fluitmoment en handgeklap niet al lang in de playlist van Studio Brussel vertoeft is ons een raadsel.

Uiteindelijk bleek de setlist een song of drie te lang om van begin tot eind te blijven boeien, maar we gingen wel met veel sympathie en hoop voor de toekomst van Boy & Bear huiswaarts. Sympathieke bende, goede songschrijvers.

26 november 2014
Geert Verheyen