Black Box Revelation - Deugddoende afscheidsmatch

Ancienne Belgique, Brussel, 20 maart 2015

De twee handen op een buik hebben in het verre Amerika duidelijk naar de les geluisterd. Dat ze daarbij hun onbewuste stokpaardjes (ruwe nonchalance en rock-’n-roll, meneer) in het achterhoofd hielden, doet ons veel plezier. Het resultaat is een nieuwe plaat om best trots op te zijn, met zowel herkenbare als verkennende nummers. Hoe dat live klonk, afgewisseld met hun reeds bijeen geharkte klassiekers? Fenomenaal.

Black Box Revelation - Deugddoende afscheidsmatch



Zo was de opener aangenaam verrassend: Mad House is melodieuzer dan ooit tevoren. Paternoster kan zich tijdens het refrein en vooral de brug niet weerhouden om meteen met de gitaar om de lenden over het podium te kronkelen. De jongens staan trouwens scherp: de charmante liveslordigheden lijken weggewerkt. Rattle My Heart bewijst dat tijdens hun eerste poging om de twijfels voor het ongekende werk weg te spoelen.

Niet dat het zo’n verschrikking was, integendeel, maar er zaten toch enkele wendingen in de klankmuur van de Dilbekenaren. Bitter klonk wat atypisch zacht en Skin, Shadow Man en Shiver Of Joy later in de set waren doordrenkt van de Amerikaanse invloed. Stuk voor stuk ruwe parels die bij deze mannen niet hoeven gepolijst te worden. Ze bleven bij al deze uitstapjes met andere woorden telkens wel ergens hun eigen ratelende sound aanhouden, gelukkig maar. Ondertussen greep Paternoster elke kans op een gitaarsolo maar al te graag, als het gelukkigste kind op de wereld dat een kwartiertje speeltijd krijgt.

Of er aan die duizenden mensen hun boeifactor gedacht werd? Best wel, ook al moeten we er meteen bijzeggen dat het ons pas na drie vierde van het concert begon te dagen dat ze maar met twee op de bühne stonden. Een soort van krachtmeting tussen de drum en gitaar (ofwel zo luid mogelijk, ofwel zo indrukwekkend mogelijk) bij het begin van I Don’t Want It of een duistere zaal met enkel rondturende zoekspots tijdens Shadow Man. Resultaat: een AB die na elk nummer zowat tot in de nok ontploft. Crowdsurfen? Waarom niet. Meisjes op het podium? Twee tot drie keer gebeurd. Dit was een zeer deugddoende laatste thuismatch voor hun tweede avontuur in Amerika.

Na voornamelijk nieuw werk werden de oudere platen dan toch afgehaspeld. High On A Wire en I Think I Like You met een drumintro die bij iedereen de knie op een hoog tempo doet meetikken waren een explosieve combo, als een soort storm voor de stilte. Met Two Young Boys, wat echt wel straffe stonerrock is, en Never Alone, Always Together kon de zaal even ademhalen. Maar, met zo een lange dosis sloomheid moet men ook oppassen, White Unicorns en Sealed With Torns er achter aan was namelijk wat van het goede te veel. Door de traagheid leek het wel gedwongen, de muzieksolo’s à l’improviste begonnen wat aan te slepen. Maar ach, als dit onze enige opmerkingen zo diep in de show zijn, mag de term kniesoor gerust aangehaald worden.

Zo hadden de heren uiteraard nog een licht ontvlambaar hitjesblik open te trekken. De klassieker Gravity Blues en nieuwe lieveling My Perception deden de show met strakke gitaarzwiepen in een rotvaart naar de bis afstevenen. Daarin knalden Do I Know You?, het fijne samenspel tijdens Love Licks en het bijna vergeten Set Your Head On Fire alles indrukwekkend kapot. Wij zijn grote fan en het is een kwestie van tijd voor de rest van de wereld dat ook is.

20 maart 2015
Ben Moens