Billy Bragg solo - De wereldverbeteraar

Arenbergschouwburg, Antwerpen, 8 november 2008

Sommige artiesten doen het met gesloten ogen. Alsof ze liever achter een zwaar gordijn zouden staan, trekken ze zich terug in hun schulp. Anderen staan er alsof ze nooit iets anders hebben gedaan, alsof hun benen met de plankenvloer zijn vergroeid. Billy Bragg behoort tot de tweede soort. Zijn (solo-)optredens bieden immers altijd meer dan muziek. Niet dat die onbelangrijk is. Integendeel, het is de haak waaraan de verhaaltjes worden opgehangen. En die haken kunnen soms best scherp zijn.

Billy Bragg solo - De wereldverbeteraar



Ongenode, maar daarom niet minder welkome gasten waren Kathryn Williams en Neil MacCoil, die hun net verschenen cd met de toepasselijke titel ‘Two’ kwamen voorstellen. Toepasselijk, niet omdat het hun tweede cd is, wel omdat ze nu eenmaal een duo vormen. Met één of twee akoestische gitaren, een sampler en het majestueuze “shaky egg” werd een korte set tevoorschijn getoverd.

In de rustige momenten leek hun werk verwant met dat van Suzanne Vega. Door het gebruik van de sampler en de bijgevolg overlappende vocals deed het geluid ons dan weer denken aan Tunng, al heeft die groep daarvoor geen samples nodig.

Billy Bragg pakte het helemaal anders aan. Geen intimistische tafereeltjes en bescheiden stemmen. Het podium op, gitaar omgorden en het publiek uit je hand doen eten. Of hoe eenvoudig rock-‘n-roll kan zijn. The World Upside Down was het eerste van een lijst met afwisselend – en deze lijst is niet beperkend - klassiekers (Greetings To The New Brunette, Sexuality), nieuw werk (Farm Boy, I Keep Faith), covers (Ingrid Bergmann, een bijzonder grappige Johnny Cash-versie van Pinball Wizzard) en minder bekende songs.

Tussendoor nam hij uiteraard uitgebreid de tijd om boompjes - van jonge dennen tot stoere eiken - op te zetten over Guitar Hero III, of hoe je gitaar kan leren spelen met een stuk plastic, en over de Mitsubishi Pajero, of de enige manier om het Glastonbury-festival te kunnen bezoeken. En uiteraard kregen we daar af en toe ook de nodige politieke speeches tussen te horen.

Vooral het feit dat hij het luchtige - ook de teksten van zijn nummers verandert hij vaak - met het ernstige wist af te wisselen, maakte het de toeschouwer moeilijk om af te dwalen. Zijn kritiek op het groeiende cynisme in de wereld, als inleiding tot I Keep Faith, of op de macht van de speculanten, na de Woody Guthry-uitstap, leken ons volkomen terecht.

Bragg mag dan geen 22 meer zijn, hij zal blijven proberen om met zijn muziek de wereld toch een klein beetje beter te maken. En daar is, wat ons betreft, niks mis mee. Nu alleen de rest van deze aardbol nog.

8 november 2008
Patrick Van Gestel