Bill Callahan - Mooi, mooier, mooist
Ancienne Belgique, 6 oktober 2019
“I’m a genius”, liet Bill Callahan zich met een ferme tongue-in-cheek ontvallen ergens tijdens het concert in de Ancienne Belgique. En meteen hadden we onze titel. Grapje, ook al was het optreden van de lange man met de basstem van een ongehoorde pracht.
De muziek van Bill Callahan heeft iets pastoraals. Het was dan ook logisch dat het grootste deel van de zaal was omgebouwd tot zittribune. Nochtans viel het op hoeveel er bewogen en/of gedanst werd tussen de toeschouwers die er de voorkeur aan gaven op beide benen te blijven staan. Het was dan ook een set met nummers, die vaak afweken van de studioversies, waar de instrumentatie steeds verder lijkt ingekrompen te worden. Die afwijking mag vooral op het konto van sologitarist Matt Kinsey geschreven worden. Zijn exploten namen af en toe (America!) Zappaëske vormen aan, die niet hadden misstaan op de ‘Shut Up ‘N Play Yer Guitar’-experimenten. En ook Brian Beattie (elektrische, staande bas) deed meer dan zomaar een duit in het zakje. Met strijkstok of vingers liet hij zijn instrument grommen, brommen en zoemen (afsluiter en tweede bisnummer Riding For The Feeling) en herleidde hij ons tot snorrende katten aan de voet van het podium en in de zeteltjes. Het was trouwens mooi hoe Callahan de muzikanten zelfs fysiek de ruimte gaf om te schitteren.
Ondanks al dat instrumentale moois blijven het uiteraard in de eerste plaats de liedjes van Callahan, die ontroeren in al hun eenvoud. Of hoe wij een glimlach bij Let’s Move To The Country niet konden onderdrukken, ons afvragend hoeveel van de stadsmensen in de zaal dat al hadden overwogen. Het onnavolgbare mysterie, dat Too Many Birds is, was nog zo’n voorbeeld van de nummers die je hart op hol doen slaan (of net niet). En Callahans catalogus zit er vol van. Simpele woordcombinaties – ok, wij zijn geen native speakers, maar toch... - die emotioneren, meer nog, die je tot tranen toe kunnen bewegen, ook al zijn ze zo ongrijpbaar, onbegrijpelijk zelfs.
Voor humor was er ook plaats, al was het maar om heel even de spanning te breken. "Oh, I can see you like that. Turn the lights back off!” gooide hij onder meer met een kwinkslag de zaal in. En dat nadat hij ons al een paar keer een "beautiful audience" had genoemd. Maar we vergaven het hem graag, zeker als hij nog eens een nummer uit de Smog-catalogus bovenhaalde. Het eerder al genoemde Let's Move To The Country werd onmiddellijk gevolgd door Say Valley Maker. Maar verder waren het grotendeels nummers uit 'Shepherd In A Sheepskin Vest' met onder meer het prachtige duo Angela en 747 die de avond openden.
Mooi was ook het moment waarop hij een eerbetoon bracht aan de ons onlangs ontvallen David Berman. Wellicht kan niemand de Silver Jews-klassieker Trains Across The Sea zo scherp brengen als Bill Callahan. Nu Berman en Daniel Johnston er niet meer zijn, moeten we troubadour Bill Callahan des te meer koesteren. En een speciale vermelding verdient voorprogramma Dallas Acid die de sfeervolle ambientdrones opluisterden met al dan niet door effectpedalen gestuurde percussie met een gong – jawel – als centraal element. Voor één van de bisnummers mocht het trio trouwens de achtergrond invullen.
Het was mooi, dat optreden van Bill Callahan. Mooier dan de vorige keer. Misschien wel het mooiste dat we ooit van hem gezien hebben.