Bill Callahan - Een ervaring
Ancienne Belgique, 20 september 2024
Het was niet vanzelfsprekend dat Bill Callahan uiteindelijk in de KVS stond. AB-programmator Kurt Overbergh legde met het van hem gekende enthousiasme uit dat het nogal wat voeten in de aarde had gehad eer deze Brusselse “Solo residency”, zoals de voormalige Smog-frontman het noemt, kon worden gerealiseerd. Dat had onder meer te maken met volgeboekte (concert)zalen, maar de KVS was uiteindelijk graag bereid om de deuren open te zetten voor de Texaan, wiens muziek sowieso al iets theatraals heeft. Bill Callahan stond daar met andere woorden helemaal op zijn plaats. En voor de Ancienne Belgique was het een geslaagde primeur.
Mede-Texaan Jerry David Decicca mocht het ijs breken (zo dat al nodig was met deze temperaturen). En dat deed hij met eenvoudige songs over een alledaags leven vol padden, zwarte koffie en watermeloen. De bijhorende verhalen waren grappig en deden een beetje vergeten dat er niet al te veel vlees om de botten van de songs hing. Maar daarbij moet worden vermeld dat de songs naar 's mans eigen zeggen op plaat toch meer aankleding krijgen. Misschien was het dat wat ontbrak. Daartegenover stond wel dat hij de hele tot dan toe gevulde zaal moeiteloos voor zich won met humor en vertelsels, toch ook een prestatie.
Van Bill Callahan zou je het misschien niet meteen verwachten, maar ook hij doorbrak de ernst van de eigen songs al eens met een scherts. Dat hij vergeten was zijn nota's door te geven aan de man van het licht, bijvoorbeeld, hoewel die daar duidelijk geen enkele nood aan had. De belichting werd namelijk beperkt, maar bijzonder sfeervol gehouden en droeg bij tot de geladenheid, die in de zaal leek te hangen. Ook speelde hij perfect in op het hoesten van een toeschouwer door aan te geven dat hij het “No coughing sign” niet bij zich had. Of het toeval was dat hij vlak daarna Everyway speelde (met de profetische woorden: “I feel something comin' on”), is niet helemaal duidelijk, maar het was wel bijzonder passend.
Al bij de opener Jim Cain voelde je de ingehouden spanning door de zaal vibreren. Het moment, dat Callahan de Fender aansloeg, was al voldoende om de adem in te houden tot het moment dat de song was afgelopen en het terechte applaus door de zaal golfde. Het was een constante door het hele concert: een soort van plechtige stilte, die werd aangehouden door een publiek dat elk woord van de man gretig opslorpte. 's Mans intonatie – half parlando, half zang – en de bronzen stem deden de rest.
Er was trouwens nog meer dan enkel stem en gitaar. Met de sampler werd zowat elke song kracht bij gezet. De krekels tjilpten jolig (en wonderlijk genoeg mooi in de maat) mee met Our Anniversary en de hijgende ah ah ah's, waarmee 747 werd opgeluisterd, hadden iets weg van Laurie Andersons O Superman. Met de voet begeleidde hij de eigen songs bovendien ook nog eens met basdrum. Heel af en toe leek hij trouwens uit de eigen rol te vallen door te huppelen, wiebelen of op een vreemde manier achterover te leunen. Het droeg allemaal bij tot dat magisch realisme dat van het werk van Bill Callahan uitgaat.
Hoewel wij eigenlijk van bij de eerste song werden op sleeptouw genomen door de set en het publiek steevast enthousiast reageerde, moeten we ook toegeven dat het soms moeilijk was om voortdurende geboeid te blijven. Dat had ongetwijfeld met vermoeidheid te maken, maar tegelijk wijst het er ook op dat we toch niet altijd vastgekluisterd werden door de liedjes. Desondanks stippen wij graag een nummer als River Guard (van Smog) aan, dat hier een aangepaste versie meekreeg, waarbij hij “Every breath is death” eerst meermaals herhaalde, als om de fans op de verkeerde voet te zetten, voor hij daar “defying” aan toevoegde. Het leek iets dat hij trouwens wel vaker deed: teksten aanpassen aan het moment. De traagheid van de muziek leent zich daar ook perfect toe. En is het dat niet wat een performer onderscheidt van de gelijken?
Ook het duo One Fine Morning en Riding For The Feeling verdienen een vermelding, al was het maar door de apocalyps, die in beide songs wordt aangestipt, zelfs al is dat uiteindelijk maar een voetnoot. Met Rock Bottom Riser (opnieuw van Smog) en de traditional In The Pines, die hij zich tot in de details eigen heeft gemaakt, werd het concert dan uiteindelijk afgerond.
Het blijft een ervaring om Bill Callahan aan het werk te (mogen) zien, maar tegelijkertijd werden wij deze keer niet zo overdonderd als dat bij vorige doortocht(en) het geval was. Neemt niet weg dat ook dit een memorabel optreden was.