Bill Callahan - Minder was meer geweest

Ancienne Belgique, Brussel, 12 februari 2014

Hij vond zichzelf beter worden met de jaren. Dat kwamen we te weten tijdens de voorafgaande vragensessie die de AB had georganiseerd. Normaal gezien is zoveel pretentie een afknapper, maar bij Bill Callahan getuigt het gewoon van zelfkennis. Zijn platen onder de naam Smog zijn bijna één voor één klassiekers, maar zijn recente werk is rijker en subtieler en draagt nog altijd die onmiskenbare stempel.

Bill Callahan - Minder was meer geweest



Nochtans kent de man ook zijn beperkingen. Hij is geen performer zoals Tom Waits dat is; hij heeft niet de vaste baritonstem van een Kurt Wagner van Lambchop; en hij is ook al geen begenadigd gitarist. Maar hij is wel een meestersongschrijver en een poëtisch verhalenverteller. Of een prozaïsch poëet als u wil.

In de AB liet hij zich begeleiden door drie muzikanten. En het was daar dat het schoentje wrong: bassist en drummer hielden zich beheerst op de achtergrond, zoals verwacht en gewenst, maar gitarist Matt Kinsey leek vastberaden om elk nummer een interessante wending mee te geven, of dat nu paste of niet.

Neem America bijvoorbeeld. Een op enthousiast applaus onthaalde "hit" uit de vorige plaat. Het werd voorzien van dezelfde hitsige gitaarsolo’s als op plaat (en het was ook dezelfde man die ze speelde), maar het klonk te schel en te gewelddadig. Het nummer werd uitgesponnen en voorzien van een niet terzake doende solo. De onhandige gitaarmotiefjes, die Bill Callahan eraan toevoegde, hielpen niet. Misschien is hier te lang over nagedacht.

Dress Sexy At My Funeral, een Smog-klassieker eerste categorie, kreeg een heel nieuw arrangement mee. Trager en met een extra noot op de "good" van "my good wife", maar het bleek mak in vergelijking met het origineel. Herinterpretaties van eigen werk zijn meestal fantastisch, maar dit leek een zwaktebod met als bedoeling het voor henzelf een beetje boeiend te houden. Doe dan maar de originele uitvoering.

Ook bij de cover van Percy Mayfields Please Send Me Someone To Love kreeg je het gevoel dat het origineel geen eer werd aangedaan. De mondharmonicasolo van Callahan was verdienstelijk, de gitaar die de trompet in het origineel moest doen vergeten was bij de haren getrokken en het geheel klonk als een verwaterde versie van een bluesklassieker.

Het best waren de nummers waar niet zo ver van het origineel werd afgeweken. Dream River en Ride My Arrow met name waren zeker goed te noemen. Dat we toch nog enthousiast naar huis gingen danken we aan het bisnummer, een door iemand in het publiek verzocht Rock Bottom Riser. Tijdens dit impromptu lied hield de gitarist het bij minimale, eenvoudige en welgemikte slides. Het deed het nummer schitterend uitkomen. Meer van dat minder ware beter geweest.

12 februari 2014
Kristof Van Landschoot