Best Kept Secret 2014 - Iets te radiovriendelijke coda (sssst)

Beekse Bergen, Hilvarenbeek, Nederland, 28 juni 2014

Best Kept Secret in Hilvarenbeek, zo lieten we vorig jaar al doorschemeren, is ons nieuwe lievelingsfestival. Er is op het moment haast geen avontuurlijker. vriendelijker, om niet te zeggen idyllischer pop-evenement denkbaar. Ga maar na: de bands die er spelen mogen van de organisatie op safari. Het publiek sjokt op het gemak door het zand heen en weer tussen de vijf podia. Ondertussen is er de mogelijkheid om pootje te baden, of jezelf tegoed te doen aan biologische gehaktballen en wafels met Grand Marnier. De dure drankjes betaalden we met een chip aan ons polsbandje en wildplassen werd gereguleerd, maar nergens voelde je jezelf op Best Kept Secret een melkkoe. Op de slotdag liet het festival zich bovendien van haar meest radiovriendelijke kant zien. Dat had zo haar gunstige en minder gunstige effecten. 

Best Kept Secret 2014 - Iets te radiovriendelijke coda (sssst)



Zondag of niet, we waren op de derde ochtend al relatief vroeg uit de veren om ons gereed te maken naar het festival te gaan. Natuurlijk hielp het mee dat deze laatste dag ook de warmste van Best Kept Secret was, waardoor we net dat ene uurtje eerder al uit onze tent werden gebrand. De gebruikelijke festivalperikelen. Maar we gingen The Preatures zien en het mocht de pret niet drukken.

Het jonge Australische softrockbandje, dat met slechts een paar ep's op zak toch al aan haar tweede Europese tour van het jaar bezig is, stelde niet teleur. Evenwel duurde het wat lang tot het publiek, dat mondjesmaat binnendruppelde, goed en wel wakker werd. Liedjes als Better Than It Could Ever Be en Take A Card zijn dan ook van het behoorlijk ontspannen soort dat lonkt met The Carpenters en maandverbandreclames. Dat zangeres en oogappel Isabella Manfredi (foto) er hoogst persoonlijk alles aan deed om het publiek om haar vinger te winden, leverde het laatste kwartier gelukkig heel wat op.  Haar soevereine handstand tijdens het geweldige Is This How You Feel? werd dan misschien door een beperkt aantal toeschouwers gadegeslagen, maar was absoluut een hoogtepunt van het festival.

Heel wat meer bekijks was er voor tieneridool en popster George Ezra op het hoofdpodium. Dat kon ook haast niet anders; met het aanstekelijke Budapest heeft hij terecht een hit van kaliber op zak. Toch kon de pas eenentwintigjarige artiest uit Bristol, gespecialiseerd in jengelende maar soulvol gezongen folkpop, ons niet volledig omverblazen. Daarvoor waren zijn songs, die hij gedeeltelijk solo uitvoerde, toch wat al te lichtvoetig. In dit warme weer, midden op de dag, namen we genoegen met het briesje dat hij uitstootte – als een ventilator die net iets te zacht stond om echt te verkoelen.
The Horrors waren goed, maar The Notwist nog wat beter. Dat is de conclusie die we aan het eind van de middag in de marquee konden trekken. Waar de Engelsen vooral soelaas boden aan degenen die op deze laatste happo-go-lucky-festivaldag even trek hadden in iets duisters, bewezen laatstgenoemde indiepoppioniers beter in hun vel te zitten dan ooit.

De idiosyncratische Duitsers begonnen al meteen sterk met het uptempo Kong vroeg in de set (een uitschieter op hun meest recente plaat 'Close To The Glass') en lieten dat niveau niet meer los. Tegen een lichtshow in miniatuur kwamen alle klassiekers voorbij: van het melancholische Boneless via het rockende One With The Freaks tot het onheilspellende, door vibrafoon opgesierde Gravity. Wat opviel was dat de zeskoppige band, die ondanks de geweldige, vernieuwende muziek die ze maakt zelf vaak wat verbeten en afstandig oogt, nu ook zichtbaar plezier had in het optreden. Frontman Markus Acher waagde zowaar een dansje!

The Horrors konden in het korte tijdsbestek dat hen gegund was daarentegen niet meer dan acht liedjes spelen – ook gezien het feit dat hun songs de laatste jaren langer en langer werden. De sfeer die op en voor het podium hing, was daarmee ook behoorlijk nerveus. Zanger Faris Badwan, voortdurend heen en weer ijsberend, versterkte dat gevoel. Natuurlijk, de band is, net als The Notwist, ook nooit de meest amicale groep geweest. En het staat buiten kijf dat ook lange, maar magistrale songs als Sea Within A See het verdienen live vertolkt te worden. Maar het mocht al met al een onsje meer zijn, en dat gold overigens voor meerdere groepen vandaag.

De allemansvrienden van Belle & Sebasian mochten direct na The Notwist aanvangen op het hoofdpodium, dat versierd was met alle iconische platenhoezen van de band. Een sfeervol beeld. Hoewel het laatste album van de popgroep alweer goed en wel uit 2010 stamde, was meesterbrein Stuart Murdoch altijd zo slim om nooit veel aan de andere kant van het kanaal te komen spelen. Weinig spijs maakt hongerig, kortom.

Of we al een beetje 'mellow' waren, 'after all the partying' vroeg de in een simpele streepjestrui geklede Murdoch ons in zijn onweerstaanbare Schotse accent. Hij sloeg de spijker op zijn kop. Murdoch, zelf ongetwijfeld de man met de meeste charme en het laagste testosterongehalte van het hele festival, had er zin in vanavond.

De sympathieke nonchalance van het met strijkers aangevulde gezelschap, het dansende publiek op het podium, de perfecte dwarsdoorsnede van hun oeuvre, het mocht echter allemaal weinig baten. Om redenen waar we naar bleven gissen wilde het echte kippenvel maar niet komen. Misschien dat we hun liedjes, die we zo koesteren, zo vaak thuis gedraaid hadden dat het mystieke rond de band nu jammerlijk vervloog? Het beste nummer was Legal Man, toevallig of niet net afkomstig van dat ene album dat we niet in huis hadden.

Elbow, ook al zo'n minzaam Brits gezelschap, kon ons festivalweekeinde spijtig genoeg niet in majeur doen eindigen. Dat hadden een boel festivalgangers overigens al voorzien; zij startten direct na Belle & Sebastian hun exodus. Vorig jaar, toen alles vanzelfsprekend beter was, kreeg Sigur Rós de neuzen wél dezelfde kant op. Niets ten nadele van Elbow of de festivalorganisatie, die ongetwijfeld hun best hadden gedaan de best mogelijke headliner te programmeren die ze konden vinden – maar Elbow bleek live al met al te licht en te weinig avontuurlijk om werkelijk te boeien, laat staan afsluiten.

Aan het begin kon het nochtans niet liggen. De heerlijke synthmelodie van Charge, die overigens wel wat gelijkenissen vertoonde met de baslijn uit Radioheads Packt Like Sardines In A Crushed Tin Box, hadden we die ochtend in onze tent al gehoord tijdens de soundcheck. Nu, tussen grofweg achtduizend medetoeschouwers op een kluitje, klonk hij nog een flink pak bezwerender. Ook The Bones Of You klonk daarna bijzonder aardig.

Nee, het lag veeleer aan het feit dat de hedendaagse, radiovriendelijke Elbow het vroegere werk ten tijde van 'Cast Of Thousands' geheel overvleugelde. Misschien dat een mooie uitvoering van ons favoriete nummer Starlings daar nog wat tegenwicht aan had kunnen bieden – het inmiddels platgewalste One Day Like This noch The Birds lukte het om een behoorlijke deuk te slaan. Hoe innemend Guy Garvey zijn handen ook naar ons uitstrekte, Best Kept Secret had een minder vlak slot verdiend. Maar vertel het niet verder!

28 juni 2014
Max Majorana