Best Kept Secret 2013 - Dag zonder scrupules
Beekse Bergen, Hilvarenbeek, 27 juni 2013
Wat hebben we ons geamuseerd op Best Kept Secret, het alternatieve muziekfestival dat dit jaar op Safaripark Beekse Bergen haar eerste editie beleefde. Wilde dieren troffen we nauwelijks aan – op enkele muggen, spinnen en een eenzaam kevertje na. Oosterscheldekreeft was er, in tegenstelling tot eerdere berichtgeving, helaas ook niet te vinden. Maar oorwurmen waren er genoeg, en dat bleek de grootste luxe die we ons konden wensen. Best Kept Secret is een sprookje voor muziekliefhebbers. Het sympathiek festival zal volgend jaar met recht veel eerder uitverkopen dan enkele dagen voor aanvang.
Flink wat nachtrust en wentelteefjes later – de eerste acts begonnen op dag twee en drie pas tegen 14u00 – arriveerden we op zaterdag netjes op tijd voor de garagepop van Mozes & The Firstborn. We hadden de band eerder al aangeraden in onze voorbeschouwing als absolute Nederlandse revelatie van 2013. Een van de slechts twee Nederlandse acts bovendien.
De groep maakte de verwachtingen helemaal waar. Ook wie de band dit jaar op een of andere manier nog niet aan het werk zag, werd overtuigd. Wat opviel was dat de Eindhovenaren, wier intensieve tour in de loop der tijd zichtbare vruchten heeft afgeworpen, een extra rustpunt aan hun toch al krachtige optreden hadden toegevoegd. Zo was er op de uitgekiende setlist nu plaats ingeruimd voor het akoestische Burn Burn Burn en de ballad Party Crasher, die beiden meteen na Time's A Headache volgden.
Laatstgenoemde blijft, ondanks de ontegenzeggelijke gelijkenis met Nirvana, toch ook onmiskenbaar hun beste nummer. Het zat slim middenin de set verstopt, die uiteraard afsloot met hitsingle I Got Skills en de epiloog Wannabe.
“We hebben net van de organisatie te horen gekregen dat alles kapot mag.” Dat deze geweldig sympathieke liveband na het festivalseizoen maar weer snel aan songs gaat zitten om onze verslaving nieuw leven in te blazen.
Tot onze grote tevredenheid hoorden we even later, toen we de tent uitliepen, een oude bekende. Het Deense Efterklang, wiens populariteit sinds een jaar trouwens ook al zo’n vlucht lijkt te hebben genomen, speelde het nummer Step Aside. Dat kenden we nog van hun debuutalbum 'Tripper' uit 2004, terwijl de groep pas echt doorbrak toen het in 2010 bij het gerenommeerde 4AD tekende.
Het droge, maar toch rijke geluid dat het collectief deze middag produceerde, paste wonderwel bij de lichte motregen, die de weide op dat moment opluisterde. Tot zover niets te klagen. Maar toch viel op de keuze deze band op mainstage te laten spelen het nodige af te dingen. Mochten ze nou zijn aangetreden met een symfonie-orkest, zoals ze enkele maanden geleden deden op een korte tour (waar ze ook de AB aandeden). Maar nu vroegen we ons echter een aantal malen af, temeer omdat het geluid nogal eens weg wilde waaien, of Efterklang in deze bezetting niet veel beter tot zijn recht zou zijn gekomen in een intiemere context.
Een klein uurtje later nam Balthazar op hetzelfde podium het stokje over. De groep speelde een oerdegelijke en voor de hand liggende festivalset, die uit louter hits bestond. Er pasten er heel wat in drie kwartier, zo bleek.
Geopend werd er met het sexy Later, waarna al snel de eerste singles van beide albums aan bod kwamen. The Boatman bewees zichzelf andermaal als de song waarop hun typische, nonchalante geluid het beste wordt uitgekristalliseerd.
Toch hadden we de Gentse formatie al eens bevlogener zien optreden. Er bekroop ons hier en daar het gevoel dat de normaliter gespeelde achteloosheid wat te veel afdreef in de richting van ongekunstelde desinteresse. Het is gissen waar dat vanmiddag precies aan lag. Met een pak geweldige nummers in de achterzak kan er voor een band als Balthazar überhaupt weinig mis gaan op festivaloptredens als deze, maar vandaag hadden ze hun dag niet helemaal.
Omdat Iceage op het laatste moment had afgezegd, besloten we nog eens de tijd te nemen om in de vorm van een kort gegrilde makreel op linzensalade een goed maal te nuttigen. De onverschilligheid waar Wavves ons daarna op trakteerde, had duidelijk een heel andere grondslag dan die van Balthazar. Sans gêne deelde enfant terrible en notoire stoner Nathan Williams ons mee dat hij ontzettend blij was na een Aziatische tour van twee weken weer in Europa te zijn. Het liet zich makkelijk raden waarom, maar gelukkig hoefde het optreden niet per se onder het cannabisgebruik te lijden.
De verveelde, lawaaiige indiepunk van Wavves is immers zonder meer bedoeld om meedogenloos afgeraffeld te worden – in de goede zin van het woord. Er kwam relatief veel van het vorige album 'King Of The Beach' voorbij, maar ook een cover van Sonic Youth's grungekraker 100%. Afgesloten werd er met No Hope Kids. Vergelijk dat nummer met I Got Life van Nina Simone en je hebt de sleutel tot cultuurpessimisme in handen.
De verrassing van de dag was Melody's Echo Chamber. Het was pas de eerste keer dat we ons hier voor naar podium drie begaven. Het was de meest stijlvolle locatie van het festival, zo vlak naast het deinende meer. En deinen deden we dit optreden wel vaker.
De band van de van origine Franse Melody Prochet zou gemakzuchtig de vrouwelijke variant op Tame Impala genoemd kunnen worden, maar dat zou de zangeres niet alleen te weinig eer aan doen; het tekende zich ook al snel af als veel te kort door de bocht. Hoewel we ons niet konden herinneren haar debuutalbum dusdanig vaak te hebben gedraaid, bleken we zo een substantieel aantal nummers al voluit mee te kunnen zingen.
Goede songs – check. Dat deze ook nog eens op een weergaloze wijze ten gehore werden gebracht (soms frêle en dansbaar, dan weer stevig rockend, naargelang de songs daar om vroegen) gaf de doorslag. Tijdens I Follow You spreidde Prochet haar armen. Er was net een scheurende gitaarsolo aan het moment voorafgegaan waarop ze repetitief begon te zingen: “Our love was new”. Dat konden we gerust stellen. We werden langzaam een verliefde nacht in gewiegd.