Ben Weaver - Wonderlijke bescheidenheid
Botanique, Brussel, 8 november 2008
Aan de paar verdwaalde zielen die uit interesse bij dit concertverslag zijn terecht gekomen: lees vooral verder want Ben Weaver is iemand die de interesse verdient en kan gebruiken. En aan de andere verdwaalde zielen die al vertrouwd zijn met het werk van Weaver: we zouden dankbaar moeten zijn dat er nog zo’n pure muzikanten rondlopen op deze hippe wereld. En dat kan alleen maar indien deze artiesten de broodnodige steun krijgen.

Want Ben Weaver is, wat ons betreft, een geweldige artiest. Weaver mag dan wel een artiest zijn met het sexappeal van een goudvis, zijn songs zijn heerlijke, eenvoudige schetsen die recht naar het hart grijpen. Het zijn vertellingen over het leven, de liefde, de hoop en de angst van alledag. Geen grootspraak, maar simpele small men blues, zonder in pathetische bewoordingen of zeemzoete clichés te vervallen.
Ook live blijven de poëtische bewoordingen van Weaver overeind. Geruggensteund door een minimale bezetting waarin vooral zachte drums en een slepende cello primeren, brengt Weaver met simpele pianoriedels of zacht gitaargetokkel zijn liedjes. Liedjes, jawel, al is het verkleinwoord soms ongepast bij emotionele motherfuckers als Wings as Knives of Surrealism and Blues (“I don’t want you to fuck me/ I want you to blow me away”, met een snik in de stem). Kippenvel, ook wanneer hij ouder werk als 40 Watt Bulb een stevige snok meegeeft, die de bitterheid van de song nog meer in de verf zet.
Met The Unelected doet ook Weaver zijn duit in het zakje van het anti-Irakoorlog-establishment dat dezer dagen zo populair is bij artistiek Amerika, maar ook dit pleidooi weet hij in te pakken met de nodige subtiliteit, en zonder ook maar één keer naam of toenaam te noemen weet heel de zaal over wie de song gaat. Ben Weaver houdt er niet van om grotesk te doen. Veel liever wentelt hij zichzelf in (valse) bescheidenheid. Dat is ook merkbaar wanneer hij af en toe voorleest uit zijn eigen poëzie, waarbij hij zich haast verontschuldigt voor zijn tekeningen en teksten.
Muzikaal doet Weaver denken aan de donkerste tonen van Tom Waits en Nick Cave, terwijl zijn teksten vaak vlak naast een dichtbundel van Bukowski hebben gelegen. Toch straalt Ben Weaver een vorm van puurheid uit die we zelden tegenkomen in een wereldje waar ego’s overheersen. Alles is low profile, bijna banaal, terwijl zijn muziek en zijn teksten telkens de krop in de keel oproepen. Eigenlijk is Ben Weaver iemand die door heel de wereld gekend zou moeten zijn, iets wat hij door zijn bescheidenheid nooit zal bereiken. En eigenlijk zijn we daar heel blij om.