Bed Rugs - Nog even roderen

Muziekcentrum TRIX, Borgerhout, 31 januari 2015

De opkomst voor de cd-voorstelling van Bed Rugs’ nieuwe plaat was verrassend hoog. In die mate dat de club werd verkozen boven de bar, waar voorprogramma Tin Fingers hun ding nog mocht doen. Verder was er niks waarvan je stijl achterover viel, al was dit wel een oerdegelijk optreden.

Bed Rugs - Nog even roderen



Men neme een zwartgeblakerde heksenketel. Men voege een stel uitgebeende gitaren en ijle toetsenpartijen toe, aangelengd met een stevige portie krautrock. Men stoke het geheel op met een funky vuurtje. Niet vergeten de psychedelische paddenogen onder het geheel te lepelen. Stort dit uitgekookte mengsel uit over een stevige menigte vrijdagavondzombies en je krijgt een dansende, enthousiaste meute. Niet slecht voor een voorprogramma. Kortom, het komt wel goed met Tin Fingers. De songs zijn er al, de muzikanten ook. De rest zal heus wel volgen.

Het was toetsenist Yorgos Tsakiridis (ook nog actief bij The Hickey Underworld en, gezien de brace aan zijn been, aan zijn krukje vastgekluisterd), die Bed Rugs voorafging om met de nodige weirde effectjes de loper uit te rollen. Pas daarna volgde de rest van de band, allemaal min of meer uitgedost in klaterend goud. Zelfs de gezichten leken een laagje glitter gekregen te hebben. De goudgele belichting moest de rest doen.

Het opzet was verder behoorlijk eenvoudig: dit was een cd-voorstelling en dus werd de plaat van voor naar achter gespeeld. In dezelfde volgorde. Tijdens opener Drift werd al duidelijk dat het een avondje zwemmen in muzikale erwtensoep zou worden. Dat stoorde nochtans niet echt. Want Bed Rugs heeft hiervoor gewoon een aantal prima songs bij elkaar geschreven.

Er was al de opener en iets verderop was het zalig zweven op de aanstekelijke riffs van Piles en mateloos genieten van het slepende Chronicle met zijn twee niveaus gitaren en drums. Bij enkele van de songs (My Guard, het dieper rockende Specks) was de mist iets minder dik en dan gaven wij toch de voorkeur aan de dieper ingekapselde songs.

Spetterend was Clear Obscure dat de tegenstelling uit de titel ook in de muziek tot uiting bracht. En afsluiter Shine was een stevige uitsmijter. Nadat de band door de plaat geploegd was, werden er nog twee bisnummers bovengehaald. De productionele truukjes werden daarbij achterwege gelaten en vooral Blinds (van de ep ‘Rapids’) viel in positieve zin op.

Alles onderstreepte dat ‘Cycle’ een dijk van een plaat is, maar van het optreden waren we desondanks (nog) niet echt ondersteboven. Het was nog iets te braaf allemaal, te veel volgens het plaatje. De motor lijkt nog even te moeten roderen. Pas dan zal dit een echte topper worden. Maar dat dat ook effectief zal gebeuren, staat nu al vast.

31 januari 2015
Patrick Van Gestel