Beach House - In de ban van de droom
Vooruit Kunstencentrum, Gent, 25 februari 2010

Reikhalzend, dat is hoe er werd uitgekeken naar het optreden van Beach House. Hun betoverende ‘Teen Dream’, dat enkele weken geleden op de wereld werd losgelaten, zorgde ervoor dat het duo uit Baltimore sowieso al een streepje voor had. Maar toch was het afwachten of ze een publiek ook live zouden kunnen begeesteren met hun zweverige droompop. Uiteindelijk bleek die twijfel nergens voor nodig was, want ze hielden de balzaal van de Vooruit moeiteloos in de ban.
Ter voorbereiding werd er voor een luchtige opwarming gezorgd door Lawrence Arabia. Vijf heren die de oversteek vanuit Nieuw-Zeeland richting Gent maakten om ons op te vrolijken met liedjes die tekstueel hilarische beelden opriepen en muzikaal in totale kitsch baadden.
Lawrence Arabia was een charmant voorprogramma. Net amusant genoeg om te boeien, net kort genoeg om niet te vervelen. “Beach House will be top”, deelden ze nog mee. Natuurlijk! Voor minder komen wij niet buiten!
Verrassing alom trouwens wanneer bleek dat het podium opgeleukt werd met een bos pluchen, lichtgevende voorwerpen die sterk aan paddenstoelen deden denken. Voor de betere, legale drug moet je bij Beach House zijn, zo bleek ook meteen toen ze met Walk In The Park hun set inzetten.
Victoria Legrands atypische stemgeluid, dat zweefde tussen schor en zacht, greep je meteen naar de keel en begeesterde de hele zaal. Voor de gelegenheid werd het tweetal bijgestaan door een drummer. Wat trouwens geen overbodige luxe was. Alex Scally, die op plaat zowat elk instrument inspeelt, had het zo al druk genoeg om van zijn gitaar op tijd en stond over te schakelen naar zijn duizend-en-een-toetsenbord. Legrand liet zich dan weer volledig gaan op haar orgeltje wat voor mooie taferelen zorgde in Lover Of Mine.
De songs van Beach House klonken live nog kwetsbaarder dan op plaat. Tijdens een intense versie van Norway hield iedereen zijn hart vast terwijl Legrand haar hoogste kopstem opzette om de intro vol te hijgen. Stilaan ontpopte ze zich tot een podiumdiva, zodat zelfs dat hijgen met veel stijl gebracht werd.
Even later ging ze dan weer volledig op in de psychedelica die Scally uit zijn elektrobakjes toverde. De gensters spatten er trouwens ook vanaf in nummers als Silver Soul en Used To Be, songs waarin de band zich voor de volle honderd procent gaf en zo volop energie de zaal inblies.
Legrand beloofde met Take Care nog een laatste song, waarin de groep gestaag naar een bombastische climax toe klommen. Met getuite oortjes werd er vol ongeduld gewacht op nog een extraatje en dat wachten werd ook deze keer beloond.
De opgewekte klavecimbeldeuntjes uit Zebra bleven nog lang nazinderen. Beach House deed waarvoor het gekomen was: overtuigend overdonderen en ons in een roes van zweverige klanken en dromerige taferelen achterlaten.