Band Of Horses - Vreugde in de stal

Muziekcentrum Trix, Borgerhout, 21 november 2012

Band Of Horses is al een tijdje geen groepje meer dat nog alles te bewijzen heeft en sinds derde langspeler ‘Infinite Arms’ bent u ook niet meer de coolste knaap of griet van de klas als u hun naam op uw pennenzak hebt geklad. Komt daar nog bij dat ‘Mirage Rock’, hun voorlopige benjamin, ondanks alles niet het beste werk is dat de heren totnogtoe hebben afgeleverd. Wat zaten wij dan zo’n hoge verwachtingen te hebben voor het uitverkochte optreden in Trix vorige week?

Band Of Horses - Vreugde in de stal



Het leek wel alsof frontman Ben Bridwell en zijn maten deze weerspannigheid hadden zien aankomen, zoals we daar vanaf de eerste seconden de ketterse mond werden gesnoerd. Bridwell en gitarist Tyler Ramsey openden magistraal met een ingetogen No One’s Gonna Love You. Om daar met Ode to LRC, Cigarettes, Wedding Bands en Marry Song meteen drie andere nummers uit ‘Cease to Begin’ tegenaan te gooien.

Nog voor het concert goed en wel was begonnen hadden we in de gaten dat de Amerikanen niet de hort op waren gegaan uit promotionele overwegingen, maar om te spelen waar ze zelf zin in hadden. En veel ambitie om de nieuwste nummers te spelen was er blijbaar niet: uit ‘Mirage Rock’ werden er deze avond slechts vier gepuurd.

Niemand die daar rouwig om was, hoewel Knock Knock live zeker niet hoeft te verbleken bij ouder werk, en we onder Electric Music de magische invloed van ‘Exile on Main Street’ voelden knetteren. Maar voor ‘Cease to Begin’ hebben we nog steeds een hand veil, en wanneer we kleppers als Islands on the Stream, The General Specific of Detlef Schrempf voorgeschoteld krijgen overvalt ons de lust om de meest goedbedoelde, extatische kopper uit te delen aan de dichtstbijzijnde derde.

De horde glom van het spelplezier, en het afgelikte van de laatste plaat ruimde op de planken baan voor soms nonchalante Spielerei. Het vele toeren heeft er ook voor gezorgd dat de bandleden elkaar perfect aanvullen, met beheerst stuwende ritmes en prachtige harmonie als resultaat.

Met Ain’t No Good to Cry, een cover van Hour Glass, werd een makker gedeelte van de set ingezet. Afsluiten deden de raspaarden wél in stijl, met The General Specific gevolgd door meeslepende versies van For Annabelle en Infinite Arms.

Het publiek vond een bedankje er wel afkunnen, en dat werd op zijn beurt beloond met twee hoogtepunten van bisnummers: Is There A Ghost en het onmisbare The Funeral. En ons geloof, dat was intussen al lang weer hersteld.

21 november 2012
Andreas Hooftman