Balthazar - Wereldband in wording
Trix, Antwerpen, 3 december 2012
Na Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, Zwitserland, Oostenrijk, Tsjechië, Zweden, Verenigd Koninkrijk en twee shows in Verenigde Staten was dan toch ook België aan de beurt. Balthazar speelde in Trix en dat was een dubbele primeur: de Kortijkse band stond voor de eerste keer in die zaal en het was de eerste gelegenheid voor het Belgische publiek om ‘Rats’ live te horen.
Wie nog geen tickets heeft voor hun uitverkochte shows in Het Depot of De Kreun mag nu stilletjes in een hoekje gaan zitten wenen: Balthazar was goed, Balthazar was fenomenaal goed.
Het was intussen de zesde keer dat we hen aan het werk zagen en die eerste keer ligt alweer bijna vijf jaar achter ons. We kunnen dus zeggen dat we er van in het begin bij waren en in die tijd hebben we Balthazar zien groeien van jonge band tot een band die heel snel een volkomen uniek geluid heeft ontwikkeld.
Dat Balthazar een groot publiek weet te bereiken in België en ver daarbuiten mag best verbazen, want de muziek die Balthazar maakt is geenszins makkelijk. Op 'Applause' en 'Rats' is niet één song te vinden met een gemakkelijk meezingbaar refrein, Balthazar doet niet aan publieksparticipatie - verder dan “Merci” en "We hebben een nieuwe plaat uit en we gaan daar wat liedjes uit spelen” gaan de bindteksten niet - en meezingmomenten ontbreken volkomen.
Balthazar is een eerder verhalende rockband waar de teksten en arrangementen centraal staan. Laagje per laagje wordt de song opgebouwd tot één perfect geheel overblijft. Alsof het nooit anders had kunnen zijn.
Deze band maakt luistermuziek en het publiek in Trix kon dat appreciëren. Er werd zo nu en dan eens een dansje neergezet, maar het merendeel van de tijd knikte het publiek goedkeurend mee op het ritme van de muziek om dan op het einde van de song in een dolenthousiast applaus los te barsten. Een eerste basdrum die aankwam als een mokerslag trapte The Boatman op gang, de song mondde uit in een wel zeer potige finale.
Met die opener, Morning, I’ll Stay Here en Blues For Rosann werd de show gestart met maar liefst vier songs uit debuut 'Applause'. Toch waren de hoogtepunten tussen de hoogtepunten afkomstig uit de nieuwe plaat.
Tijdens The Man Who Owns The Place leken we in een straffe spaghettiwestern te zijn gestapt met de dreigende stem van Maarten Devoldere als leidraad. Sinking Ship is een prachtig melancholische song in een bedrieglijk vrolijk arrangement en kan naast een Novacaine For The Soul van Eels staan. En waar we Sides op plaat nog wat bleek vonden afsteken na het monumentale Any Suggestion, werkt het hier, ingebed tussen de andere songs van 'Rats', wel zeer goed.
Fifteen Floors kon op herkenningsapplaus rekenen en na een false stop begint die song aan een allesverschroeiende tweede helft waar we nog steeds van onder de indruk zijn. Do Not Claim Them Anymore sloot de reguliere set af en had – ex aequo met Quatre Mains van dEUS - de beste riff van het jaar te bieden.
In de bisronde kregen we nog Any Suggestion en de band kwam nog een tweede keer terug voor Blood Like Wine, een song die al enige tijd als afsluiter fungeert en die rol wat ons betreft nog heel lang mag blijven vervullen. Op het einde van de song, waar enkel de stemmen overblijven, was het zo stil dat je een speld kon horen vallen.
Wij zagen een Balthazar in topvorm, telden niet minder dan negen wereldsongs en vijf hele goede, en toch hebben we het gevoel dat we nog steeds niet alles van hen gezien hebben. Met Jinte Deprez en Maarten Devoldere heeft Balthazar immers niet één, maar twee straffe songschrijvers en niet één, maar twee straffe zangers. Balthazar doet de laatste tijd meer en meer denken aan dEUS, die andere Belgische band die zijn geschiedenis heeft geschreven door de moeilijke weg te kiezen. Moest dEUS er ooit mee stoppen – maar laat dat nog maar enkele platen duren – dan staat de opvolging klaar.