Autumn Falls 2014: Steve Gunn - Intrigerend en bloedmooi

Muziekcentrum Trix, Antwerpen, 23 november 2014

Begin november stond hij nog een beetje onopvallend in het voorprogramma van het bejubelde The War On Drugs, nu speelde hij een aantal keer een headlinershow in België. In Trix was hij weggestopt in het zaaltje tegenover de grote zaal, waar je voortdurend (en een beetje storend) de toiletinhoud van de bovenverdieping door de afvoerbuizen hoorde razen. Maar het combo van Steve Gunn had daar geen problemen mee.

Autumn Falls 2014: Steve Gunn - Intrigerend en bloedmooi



Hij ziet eruit als een sjamaan, met die muts en het grijze baardje, maar Sir Richard Bishop speelt gitaar. En geen klein beetje. Af en toe doet zijn stijl wat aan Richard Thompson denken, maar gezien Bishop niet zingt, kan hij zich helemaal te buiten laten gaan aan de nodige, gitareske fantasietjes. Een cover van het uitgebeende en tot stof verworden Summertime wordt zo plotseling weer tot leven gewekt door allerlei verbeeldingrijke uitstapjes richting blues en folk. Ook in zijn eigen nummers durfde hij het spectrum dat met een gitaar te bestrijken valt te verkennen zonder daarvoor een reiskoffer aan pedalen nodig te hebben. Het was interessant en duurde net lang genoeg om boeiend te blijven. Ideaal voorprogramma dus.

En dan was het de beurt aan het combo rond Steve Gunn. De ritmesectie diende enkel en alleen om de gitaar nog meer te laten opvallen. De twee speelden bijzonder ingetogen, waarbij de drummer de juiste accenten legde door met paukenstokken dan wel klassieke drumsticks te roffelen, schuren of trommelen. De bassist beperkte zich verder tot het leggen van wat sobere accenten. Het was Gunn, die hier in de kijker stond en dat mocht gerust duidelijk zijn.

In zijn typische, laidback en ontspannen stijl vloeide hij door een beperkte set van songs, die steeds opnieuw uitliepen zonder te gaan vervelen. Gunn maakte er een erezaak van zijn songs spannend te houden. Hij deed dat in zijn typische fingerpicking-stijl, waarbij alle vingers van beide handen hun functie hebben. De vingers van zijn rechterhand, waarmee hij de snaren aansloeg, waren voorzien van stalen of rubberen hulpstukjes, die elk ook nog eens voor een eigen geluid zorgden.

Soms werden songs opgedeeld in stukken, die niet bij elkaar leken te passen, maar toch naadloos in elkaar overliepen. De ene keer leek het lui, werd er onverwacht vertraagd om twee minuten later weer aan hoger tempo te worden opgepikt. Dit soort van afwisseling maakte het optreden boeiend en intrigerend. En Gunn verloor dan zichzelf in zijn muziek, de ogen gesloten, het voorhoofd gefronst.

Zingen doet Gunn pas sinds kort. Maar de teksten eisen nergens een hoofdrol op, zijn bijkomstig en leggen enkel nog extra nadruk op de muziek. Het was de gitaar waarrond dit optreden draaide. In die mate zelfs dat het leek of Gunn zelfs voortdurend aan het soleren was. Blues, folk – ook de akoestische gitaar werd meermaals gehanteerd – jazz, allemaal invloeden, die je erin kon terugvinden.

Uiteindelijk was het concert na de akoestische uitsmijter, die Gunn in zijn eentje nog speelde, in een wip voorbij. Het leverde een geïnspireerde avond vol spannend gitaarwerk op. Het mag dan ook geen wonder heten dat Kurt Vile en Adam Granduciel deze man op sleeptouw namen.

23 november 2014
Patrick Van Gestel