Autumn Falls 2012: Why? - Deerhoof - DIIV - BRNS - Clinic - Parel aan de kroon

Ancienne Belgique, Brussel, 2 december 2012

Met Why?, Deerhoof, DIIV, BRNS en Clinic was zaterdag 1 december de parel aan de kroon die ToutPartout met het Autumn Falls-festival had samengesteld. En of die parel schitterde.

Autumn Falls 2012: Why? - Deerhoof - DIIV - BRNS - Clinic - Parel aan de kroon



Clinic kreeg bij zijn korte set te maken met de nodige technische problemen, waardoor het moeilijk was een oordeel te vormen over de kwaliteiten van deze Engelse band die, ondanks het feit dat ze al een tijdje meedraaien, pas nu hun neus aan het venster lijken te steken. Die paar nummers die probleemloos werden gespeeld, leken hoe dan ook veelbelovend. Hun donkere op new wave getinte songs verdienden beter dan deze wat zuur smakende amuse-gueule.

De enige Belgische groep van de avond, BRNS (lees: Brains), moest zijn mannetje staan tussen het buitenlandse geweld en deed dat met verve. Ondanks hun drukke touragenda waren ze bijzonder enthousiast om in de Ancienne Belgique te spelen tussen namen als Deerhoof en Why?.

De sterk opgebouwde nummers worden gedragen door inventieve drumritmes. Wie heeft drumstokken nodig als je sambaballen hebt? De geniale drummer-zanger werd bijgestaan door een percussionist die op zowat alles sloeg dat onder de noemer percussie zou kunnen vallen. De dreunende drums stonden in schril contrast met de ingetogen/ ingehouden samenzang, die toch af en toe ook wel gepaard ging met wat rondvliegend speeksel (luister het refrein van mini-hit Mexico er maar op na).

BRNS staat bol van de nieuwe frisse ideeën. Daarom verveelde hun show geen moment. Een sputterende gitaar bracht onorthodoxe klanken voort. Zinderende keys lieten ons van top tot teen beven. En als we even niet opletten, werden we gepakt door een rustige xylofoon die zich rond de drie stemmen wond.

Ontdek hen, koop hen, aanbid hen.

De experimentele groep Deerhoof had er zin in. Extravagant uitgedost met “floshkes” kwamen ze hun muziek brengen. En “hun” muziek is de juiste omschrijving. Vreemd, leuk, uniek. Ja, nee, misschien. We zijn nog steeds aan het twijfelen, maar een belevenis was het wel.

De gitarist/ bassist leek af en toe bevredigd te worden door zijn gitaar, de drummer moest zijn overactiviteit kwijt op een drumstel zonder toms, de leadgitarist had zijn haar laten knippen door Edward Scissorhands en tenslotte deed ‘your typical crazy Japanese doll’ jumping jacks en forward moonwalks voor ons live op het podium. Het was met andere woorden een allegaartje van vreemde figuren.

Tijdens de eerste twee nummers was de grens tussen experiment en kakafonie zeer dun. Maar toen Sadoki haar basgitaar aflegde, viel alles op zijn plaats. Energievol en tegendraads deden ze hun zin en de regels van de muziektheorie aan hun laars lappend, sprongen ze heen en weer in ons brein. Toen ze afsloten met Panda, Panda was de verwarring compleet. Nogmaals: ja, nee, misschien…

De line-up van Why? was nog maar eens gewijzigd. Waar Liz Wolf inmiddels was ingelijfd als vast lid kreeg de band met percussionist Ben Sloan en toetseniste Sarah Winters er meteen ook twee extra leden bij.

En dat werd al van bij opener Dirty Glass duidelijk. Ben Sloan en drummer/ duizendpoot Josiah Wolf trokken de trein, afwisselend tokkelend op allerlei percussie, op gang terwijl Liz samen met Sarah Winters de intro tot de set inzongen. Het nummer ging daarna naadloos over in Good Friday, waarmee meteen de toon gezet was. Een beatboxende Yoni hoefde maar af te ronden.

Maar, in vergelijking met de vorige optredens, leek er toch iets te ontbreken. Yoni kreeg ook nu weer de nodige plaats op de scène, gezien de muzikanten zich in een halve cirkel rond hem bevonden. En van die ruimte maakte hij, naar goede gewoonte, dankbaar gebruik om zijn maffe en eigenzinnige wereldbeeld aan het publiek duidelijk te maken. Daarbij gebruikte hij zelfs letterlijk hints, die in zijn ogen ongetwijfeld duidelijk waren, maar ons geen stap verder hielpen. Yoni zoals we Yoni kennen en graag hebben dus. Daaraan kon het alvast niet gelegen hebben.

Ook op de setlist viel weinig af te dingen. Naast een selectie uit het nieuwe album (StrawberriesJonathan’s HopeThirst, …) kwam uiteraard ook ‘Alopecia’ ruim aan bod (onder meer een mooi These Few PresidentsThe Vowels Pt. 2The Hollows en afsluiter A Sky For Shoeing Horses Under, opnieuw een schitterende samenwerking van de beide percussionisten). En verder werd er dieper in de catalogus gedoken voor Waterlines of absolute afsluiter en poppollwinnaar Gemini (Birthday Song).

Het moet dus het geluid geweest zijn dat aanvankelijk niet zo goed zat en pas naarmate de set vorderde werd opgevangen door de muzikanten en de man achter de mixtafel. Desondanks bleef de band op niveau musiceren en verlieten wij met een goed gevoel de zaal. Al bleef dat wrang nasmaakje toch nog even hangen.

Voor de tweehonderdvijftig gelukkigen die binnen raakten in de Club volgde nog DIIV als toetje. Het werd zo’n vuil optreden, waar de rock-’n-roll naar bier en sigaretten smaakt. Deze vier jongetjes voelen zich duidelijk op hun gemak in groezelige café’s. Het zal wel helpen dat ze uit New York komen.

Hun waverock blies en raasde gedurende vijftig minuten voorbij. En het was soms moeilijk om het ene nummer van het andere te onderscheiden. Zelfs muzikanten onderscheiden in de dikke laag rook die ze over het podium hadden opgetrokken was een opgave. Geist werd als dansbaar aangekondigd, maar eigenlijk waren alle nummers dat doordat de bassen mooi vooraan zaten in de mix.

Er passeerde een Nirvana-cover die niemand herkende . Het bleek om het obscure Bambi Slaughter te gaan. Dat maakte niet uit want dit jonge geweld deed effectief van begin tot eind denken aan de legendarische punkrockers: dezelfde je-m’en-fou-attitude en dezelfde belofte van verspild talent. Hoe kunnen we hier niet van houden?

Kristof Van Landschoot - Michiel Verplancke - Patrick Van Gestel

2 december 2012