Autumn Falls 2012: Ty Segall - White Fence - The Feeling Of Love - Sublieme garagerock
Atelier 210, Brussel, 2 december 2012
Ty Segall is op zijn minst een fenomeen te noemen. In de vijf jaar dat deze Amerikaanse garagerocker actief is, heeft ie een ware stortvloed aan albums, ep’s en singles uitgebracht. Met zijn laatste plaat ‘Twins’ haalde hij zelfs de beruchte David Letterman Late Night Show. Deze week zou deze jonge indiegod twee keer spelen in ons Belgenland maar door familiale omstandigheden moest Segall verstek laten gaan in de Kortrijkse Kreun. Gelukkig zakte hij wel af naar Autumn Falls want Gott im Himmel nog aan toe, dit concert zullen we niet snel vergeten.
In een volledig uitverkocht Atelier 210 was het drummen om een glimp op te vangen van The Feeling of Love. Als voorprogramma van een voorprogramma viel dit bandje best wel te pruimen. Ondanks de lullige groepsnaam en het vuistdikke, Franse accent – deze jongens komen uit Metz – speelden het trio een strakke set vol rammelrock en kraut. Meer dan eens moesten we denken aan de te vroeg gestorven Jay Reatard en zijn groep Lost Sounds. Puike opener.
Iets minder enthousiast waren we over White Fence. Op plaat klinkt dit kwartet als een kruising tussen Grateful Dead en Deerhunter maar live was dat wel even anders. Om een voor ons mysterieuze reden had de groep besloten om ter plekke te reïncarneren tot de legendarische band-op-acid Spaceman 3. Resultaat: oeverloze, psychedelische jams verpakt in een muur van fuzz. Veertig minuten lang vroegen wij ons af: waarom? Als u het antwoord weet, stuur ons gerust een gele postkaart.
Nee, dan liever Ty Segall. Met een The Stooges-cover greep het viertal – Segall had een werkelijk uitmuntende band naast zich – vanaf seconde één de zaal stevig bij de keel, om die pitbull-gewijs niet meer los te laten. Mocht er een muzikaal equivalent bestaan voor een stevige kopstoot, dan kwam dit aardig in de buurt.
Segall had maar te kiezen uit zijn indrukwekkende catalogus. Uiteraard kwam al vroeg You’re The Doctor aan bod, een bescheiden hit uit zijn laatste worp ‘Twins’. Verder was het smullen geblazen met werk uit ‘Slaughterhouse’ – dat de Amerikaan uitbracht onder de noemer Ty Segall Band – en ‘Melted’. Vooral met de nummers uit die laatst genoemde plaat toonde Segall wat voor een getalenteerd songwriter hij wel is. Finger, Caesar, een verschroeiende versie van Girlfriend en onze persoonlijke favoriet Imaginary Person, het klonk allemaal even gedreven en begeesterd.
Die razende set was niet alleen de verdienste van Segall zelf. In de eerste plaats mag hij op zijn blote knietjes de heer danken voor de aanwezigheid van bassist Mikal Cronin. Segall mag dan wel het brein zijn, Cronin is op zijn minst de hartspier. Met lenige backings en snedige baslijnen was hij voortdurend de ideale partner in crime van zijn frontman. Als een perfect geoliede tandem denderde dit tweetal door de set, in de rug gesteund door een koele maar strakke drumster en een gitarist die vlotjes verschroeiende solo’s uit zijn mouw schudde. In één woord: geniaal.
De vergelijkingen met soortgelijke garagerockers als de eerder vermelde Jay Reatard en Thee Oh Sees zijn niet uit de lucht gegrepen. Ty Segall is live even aanstekelijk en vermakelijk als zijn collega’s. Toch schatten we deze jongen nog net ietsje hoger in want Segalls nummers zijn stuk voor stuk van degelijke makelij, met weinig tot geen dipjes. Vrijdagavond in Atelier 210 was dat niet anders: geen dip te bespeuren. Enkel een avond puur rock-'n-roll-entertainment van de bovenste plank.