Autumn Falls 2012: Shearwater - Dark Dark Dark - Father John Misty - En de kat, zij wou meer
Botanique, Brussel, 2 december 2012
“Wie was hier al voor Father John Misty en Dark Dark Dark?”, vroeg Jonathan Meiburg van Shearwater ergens tijdens zijn lange set. “Wie er niet was, heeft wat gemist!”, vervolgde hij en dat klopte voor een keer wel. Zeker Father John Misty was een revelatie.
De ex-drummer van Fleet Foxes bracht een vijfkoppige band mee naar de Botanique en kondigde zichzelf aan als Chris Isaak. Met dit grapje was de toon gezet. Zo droefgeestig zijn debuutplaat klinkt, zo grappig bleek de man op de scène.
Al zingend kronkelde hij als een slangenmens, liet zich vallen, haalde gevaarlijke toeren uit met de microfoon en met wufte gebaren toverde hij een lach op menig gelaat terwijl gitarist Benji zijn gitaar liet huilen. ‘s Mans bindteksten waren hilarisch, maar bovenal: ook de songs stonden als een huis. Niet verwonderlijk dat zijn album de hoofdvogel afschoot bij de Uncut Music Awards.
Heel wat ernstiger ging het er aan toe bij Dark Dark Dark. De band klonk dromerig als Beach House en folky als Beirut met hun aparte instrumentarium van accordeon, piano, drums (zonder kickdrum), klarinet, trompet, bas en elektrische banjo.
Afgaande op haar stem hadden we ons Nona Marie Invie voorgesteld als een engelachtig wezen, maar in de praktijk bleek ze een volgetatoeëerde, stevige brok met ongeschoren oksels. Kortom, ze was “one of the guys”, maar dan wel eentje met een gouden stem.
Jammer dat ze niet altijd even goed boven de muziek uitkwam. Zeker toen ze Hear Me bracht. Tijdens dat nummer speelde Walt McClements accordeon en trompet tegelijk. Dat hoorden en zagen we wel!
Jammer genoeg konden Invie en co niet boeien van begin tot eind. Daarvoor waren ze te statisch. Hoewel ze zeven nummers uit hun laatste, fantastische plaat ‘Who Needs Who’ brachten, vergaten ze het titelnummer. En laat dat nu net de track van het album zijn.
Jonathan Meiburg bracht slechts opluchting na vier nummers. Aanvankelijk klonk de man namelijk allesbehalve als op plaat. De reden daarvoor kenden we pas na Open Your Houses (Basilisk). Toen verontschuldigde Meiburg zich er voor dat hij klonk als een veertienjarige. Hij was verkouden, maar zou toch doen wat hij normaal deed en niet op safe spelen. We zouden er getuige van mogen zijn hoe hij zou afgaan. Dat leverde het luidste applaus op van de avond.
Eerder dit jaar stond Shearwater al eens in de kleinere rotonde, maar ditmaal was de Orangerie goed volgelopen. De aanwezigen waren getuige van een heerlijk afwisselende set van een stel rasmuzikanten.
Helaas vertoonde niet alleen Meiburg tekenen van verval. Na honderdnegenentachtig shows dit jaar was dat niet meer dan normaal, maar toch had de rest van een band een voorbeeld kunnen nemen aan zijn frontman die zich ondanks het ongemak wel smeet.
Eens zijn bekentenis gedaan, ging het overigens stilaan beter. In het middenstuk van de set, waar maar liefst vier nummers uit ‘Animal Joy’ achter elkaar volgden, begon Meiburg de hoge noten wel te halen. Insolence klonk lekker ingetogen en toch spannend, Immaculate toonde het rockhart van Shearwater en Pushing The River was echt fenomenaal met zijn elektronische middenstuk en zijn rockende en rollende staart.
Shearwater bleek strijdend ten onder te willen gaan. Na de reguliere set, keerde Meiburg alleen terug en vroeg hij de fans wat ze nog wilden horen waarna hij vrolijk Our Hearts Will Play van Roger Miller inzette en er Hail Mary nog bovenop deed.
Terwijl hij het in Londen vorige week hierbij liet, riep hij nu nogmaals zijn band en samen speelden ze nog liefst vier songs. Daartussen bedankte hij het publiek voor één van de beste shows van de reeks en de enige waarop een kat - ja, echt waar - miauwde om meer.
Dat Meiburg in zijn sas raakte, bleek ook uit de korte improvisatie Taxi To Antwerp (nadat een fan riep dat hij die zocht). Of het echt een van de beste shows was van Shearwater kunnen wij bevestigen noch ontkennen, maar feit is wel dat de fans waar voor hun geld kregen.