Autumn Falls 17: Wolf Parade - Blij weerzien
Botanique, 24 november 2017
Net voor de bisronde viel Dan Boeckner op de knieën aan de rand van het podium om de fans aldaar letterlijk zijn waardering voor hen in het oor te fluisteren. Die appreciatie was de rode draad door een concert waaruit bleek dat deze band nog steeds (of terug) geniet van optreden, maar ook werd duidelijk dat 'Cry Cry Cry' geen 'Apologies To The Queen Mary' is.
Met Frigs hadden Wolf Parade voor een voorprogramma gekozen, dat dichter bij de geest van dat hoger vermelde debuut lag dan de eigen, meest recente plaat. Zangeres Bria (op de Facebook-pagina staat Brian vermeld) begon heel ingetogen, maar groeide uit tot een vervaarlijk om zich heen slaand, screamend psychiatrisch patiënt, die zich op haar platformzolen de hele stage eigen maakte. En de drie muzikanten haalden de meest opwindende elementen uit postpunk, emo en psychrock. Soms leek het wel of Bria haar maffe teksten niesde. Wie zijn muziek graag over de schreef ziet gaan, weet wat hij nu moet checken.
Het was eigenlijk al snel duidelijk dat het Belgische publiek (te) lang had moeten wachten op de doortocht van Wolf Parade. Vanaf het moment dat Spencer Krug, die zich hier beperkte tot zijn synth, Lazarus Online inzette, gingen er golven van opwinding door de lang niet helemaal gevulde zaal. De elementen van deze band waren er allemaal: de tegendraadse, tegen elkaar uitgespeelde gitaren van Boeckner en Dante DeCaro (ooit nog bij Hot Hot Heat), de maffe elektronica van Krug, het secure drumwerk van Arlen Thompson; het zat er allemaal in, maar Krugs zang was gladder en de song leidde niet tot dat ongemakkelijke, kriebelende gevoel dat wij hadden bij die songs uit het debuut.
En wij waren duidelijk niet de enigen, die met dat gevoel zaten. Want waar het enthousiasme bij Modern World al groeide, werd er pas echt gesprongen, gedanst en uit volle borst meegezongen door de halve zaal bij het fantastische You Are a Runner And I Am My Father's Son. Even werden de ogen gesloten om bewust verloren te lopen. En niet voor niets werd er tot groot jolijt van de band meermaals gesmeekt om This Heart's On Fire, dat er, zoals de band telkens aangaf, uiteindelijk ook zou komen, maar dan wel pas in de bisronde.
Maar zeggen dat enkel de songs uit het 'Queen Mary' voor dansende en springende lijven zorgden, zou de waarheid geweld aan doen. Het zwaar aan ADHD lijdende You're Dreaming uit 'Cry Cry Cry' droeg bijvoorbeeld wel onze goedkeuring weg. Alleen zenuwlijders zouden het er ongetwijfeld moeilijk mee hebben; voor doorsnee rockfans was het een trip.
Aanvankelijk had de elektronica van Krug het moeilijk om boven de rest van de band uit te komen, maar naarmate de show vorderde, bleek die toch zwaarder te gaan doorwegen op het geluid, waardoor de gitaren iets verder werden teruggedrongen. Maar dan nog was het een genot om Boeckner zijn instrument te horen folteren terwijl DeCaro daar dan tegenin ging. Dan kreeg je pareltjes als Kissing The Beehive (uit 'At Mount Zoomer'), waarmee de show werd afgesloten nadat Boeckner ons al prutsend aan de pedalen uit het evenwicht had gebracht.
Het publiek smulde er in elk geval van, verloor zichzelf in bijna elk nummer, maar bleef af en toe ook relatief koud onder songs als Fine Young Cannibals. Maar dan was er even verder weer pakweg Shine A Light om dat moment snel te doen vergeten.
Het was een blij weerzien met een band, die zijn stempel heeft achtergelaten op de popmuziek en die misschien wel inspiratie vonden in de tegendraadsheid, die ook Modest Mouse tekent. Het publiek in Brussel gaf hen een warm welkom, dat hen ongetwijfeld nog even zal bijblijven.
Meer foto's? Hierzo!