Autumn Falls 17: Micah P. Hinson - Moderne folkopera brengt zielenrust

Arenbergschouwburg, 11 oktober 2017

Het nieuwe album van Micah P. Hinson, 'And The Holy Strangers', was reden genoeg om na te gaan of zijn moderne folkopera ook live overeind zou blijven. 

Autumn Falls 17: Micah P. Hinson - Moderne folkopera brengt zielenrust

In de Antwerpse Arenbergschouwburg kregen we eerst een set van Bony King Of Nowhere voor de kiezen. Bram Vanparys tourt dezer dagen solo rond met het materiaal uit zijn meest recente album, maar voor dit optreden kreeg de singer-songwriter ondersteuning van vriend en collega Gertjan Van Hellemont (Douglas Firs) die zowel elektrische gitaar, toetsen als pedalsteel speelde. Samen brachten ze al veel werk uit een nog te verschijnen Bony King-album, al kwamen er ook een aantal oude pareltjes aan te pas, zoals onder meer het door spaarzame, uitgepuurde gitaartokkels gekenmerkte Traveling Man waarin je de tijdloosheid van Leonard Cohen ontwaarde. Naar het einde toe was er ook een prachtig mooi Got To Let You Know waarmee Vanparys en Van Hellemont de meerwaarde van hun samenwerking in de verf zetten. Geslaagd voorprogramma.

De Texaanse songtroubadour Micah P. Hinson woont dan wel in Chikasaw, echt trots op het land waar hij woont, is hij niet. Hij draagt, zoals zijn outfit duidelijk maakt, nog steeds de tekenen van overlevingsdrang. Het leven, waarin drank, drugs, vrouwen en dakloosheid een belangrijke rol spelen, ligt gelukkig achter hem. Tegenwoordig is hij gewoon gelukkig met het leven als tourend artiest, om vervolgens terug te kunnen keren naar zijn geliefde Ashley Bryn Gregory en zijn kinderen in Chikasaw.

Dat Hinson een excentriekeling is, is wel het minste dat je kon zeggen. Net voor aanvang van het optreden nog gauw een sigaretje roken en de manier waarop hij na twee nummers al om water vroeg om vervolgens twee kloeke glazen (en later nog een derde) achterover te slaan als leek het whiskey, het maakte allemaal duidelijk dat Hinson zich wat speciaal door het leven beweegt.

Net als het voorprogramma had Hinson eigenlijk niet meer nodig dan een enkele, akoestische gitaar waarmee hij hoofdzakelijk liedjes bracht uit dat meest recente album 'And The Holy Strangers', een 'moderne folkopera' over een koppel in oorlogstijd. Ruim twee jaar had hij nodig om die plaat te maken. In die nieuwe liedjes - nummers met diepte - hoorde je invloeden van songbarden als Dylan, Cohen en Johnny Cash, maar ook de geest van Bonnie Prince Billy, de eenzame geluiden van Giant Sand en de tristesse van Mark Linkous (Sparklehorse) maken deel uit van zijn muzikaal DNA. Een zwaarmoedig en sober concert, dat de luisteraars dik bij het nekvel pakte, was het gevolg.

Hinson mikte op drama en emotie: een enkele spot op het podium en een zanger die zijn diepste zieloerselen boven haalt. Hij is overigens niet echt een zanger; eerder een rasverteller. Centraal stonden de vaak gitzwarte liedjes, niet zozeer de zanger die ze uitvoerde. Het handvol instrumentals op zijn nieuwe album liet hij dus voor wat ze waren en in ruil daarvoor diepte hij een paar nummers uit zijn backcatalogue op (Everlasting Arms en The Fire Came Up To My Knees).

En tussendoor onderhield hij het publiek met droge humor; over het leven in Chikasaw maar ook over muzieklabels en moderne technologie (Spotify). En Hinsons uitleg was dan niet eens altijd even rechtlijnig; in tegenstelling tot het concert, want Hinson wilde de chronologie van zijn zelf geconcipieerde verhaal natuurlijk behouden. De op plaat uiterst beklijvende spoken word-track Micah Book One liet hij dus achterwege, maar niet zonder de kern ervan op te rakelen. En als hij daarom dan een lied opnieuw diende in te zetten (oeps, vergissinkje), dan gebeurde dat gewoon.

De excentrieke Hinson staat synoniem voor een al te zelden gehoord vakmanschap. Soms fluisterde hij zachtjes zoals in het huiveringwekkend mooie Oh Spaceman, een vreemd liedje over de communicatie met zijn kinderen, om wat later zijn diepe baritonstem aan het werk te zetten.

In zijn moderne folkopera gaat het over leven, liefde (het stevig naar Elvis en Cash knikkende Lover's Lane, het begin van de liefde), dood (The Memorial Day Massacre) en alles daartussen (de trage country van The Great Void of het hartverscheurende The Lady From Abilene). De rijkdom aan emoties, die hij tentoonspreidde, was bijzonder groot (het quasi-depressieve The Last Song). De grootste ontdekking was misschien wel dat zijn veertien songs tellende opera eigenlijk meer te interpreteren was als een strenge selectie uit een breder verhaal en concept. Hij liet bijvoorbeeld verstaan dat het originele album maar liefst dubbel zo lang was. En dat achtentwintig songs tellende album zou alsnog gaan verschijnen, op dubbel vinyl en als digitale download.

Een erg dankbare Hinson speelde ook enkele onuitgegeven stukken waaronder eentje dat hij absoluut op het album wilde, maar waar hij geen toestemming van het label voor kreeg. Hinsons cynische reactie luidde: "I'd understand it, if it were Columbia Records". Afsluiten deed hij, net als op het album, met een fraai Come By Here.

Bij het naar buiten gaan zagen we hem nog een pint van een fan afslaan nadat hij een setlist signeerde. Erg bijzondere man, die Micah P Hinson.

12 oktober 2017
Philippe De Cleen