August Albert - Veelbelovend maar iets te braaf
Botanique, Brussel, 4 oktober 2012
August Albert, het soloproject van Kristof Uittebroek is duidelijk meer een project uit liefde voor muziek dan om snel geld te scheppen. Met een zevenkoppige band touren is niet evident en zijn muziek zal niet meteen de Customsfans lokken, maar wij trokken wel naar De Botanique voor zijn eerste, officiële optreden.
Van sfeer creëren heeft August Albert alvast kaas gegeten. Voor zijn optreden werden de muziekjes gespeeld die hem inspireerden tot zijn nieuwe sound: Theme From Department S, Nous Ne Sommes Pas Des Anges, Avengers Theme, Octopus’s Garden,… om er maar enkele te noemen. Filmmuziek, The Beatles en Frans chanson dus.
Toen de lichten doofden, weerklonk plots het hilarische interview dat Rowan Atkinson afnam van Elton John, waarin de interviewer spot met de naam van de popster. Zou Kristof Marie August Albert Uittebroek daar ooit ook mee uitgelachen zijn?
De zevenkoppige band kwam op en pegelde Revenge, Revenge de zaal in. Het aanwezige publiek, inclusief Alex Carlier van Hooverphonic, knikte goedkeurend met het hoofd.
Alle zeven bandleden staken keurig in het pak, de rode sneakers en geruite hemdjes even buiten beschouwing gelaten. Jan Van Moer (trompet), Maarten Huysmans (saxofoon), Jelle Janse (gitaar) en PJ Seaux (bas) stonden netjes op een rij op een schavotje. Links stond toetsenist Hans De Prins opgesteld en rechts bevond zich drummer Steven Van Gelder. Daar middenin, autoritair en blinkend van vertrouwen: August Albert zelf.
Such A Fool, volgde net als op de plaat Revenge, Revenge op. Best gedurfd om je single zo vroeg in de set te steken, wetende dat bijna niemand in de zaal je andere nummers kent, maar wellicht was dit eerder als statement bedoeld. August Albert zelf had namelijk liever een andere song als single gekozen.
Het voornoemde interview was niet het enige raadsel van de avond. August Albert hield zijn bindteksten kort, maar toch zaten er soms breinbrekers bij. “Je zal wel zien waarom de volgende song Shoop Shoop heet”, klonk het bijvoorbeeld, maar wij tasten nog altijd in het duister.
Na Chagrin d’Amour – openingssong van de plaat - volgden twee nummers die niet op het album staan en die ook pas na de opnames ontstonden: My Dishonesty (gedragen door een leuk pianoriedeltje) en Hold Me Tight. Opvallend was dat de blazers hier het zwijgen opgelegd werden.
PJ Seaux, voor het eerst in zijn leven in kostuum, kreeg het intusen te warm en ontdeed zich van zijn vest om het volgende waagstuk aan te pakken. Want een iconische band als The Doors coveren is toch niet voor iedereen weggelegd. Toch deed August Albert net dit en Touch Me, met een vette saxsolo en aan een iets trager tempo, zat hem even gegoten als zijn strakke pak.
De set werd zo lekker afwisselend, golvend van snel naar traag, van swingend naar intiem gehouden. Een van de hoogtepunten werd het beklemmende Elephant. Live werkt de intro op bas nog beter dan op het album en door de blazers verwachtte je dat elk moment vanuit de rook zo'n grijshuid op het podium kon opdagen.
Daarna spetterde het titelnummer van de plaat door de rotonde en net toen iedereen wou gaan dansen, verliet de volledige groep het podium. Maar gelukkig kreeg het publiek nog waar voor z’n geld, want algauw kwamt August Albert terug en bracht hij, solo en op heel intieme wijze, Here In Our House. Tijdens de song druppelde de rest van de band ook opnieuw binnen en zo zwol het lied aan in een prachtig crescendo.
Afsluiten deed August Albert met Don’t Wait Up For Me Tonight, de nieuwe single die deze week nog verschijnt.
Voor een eerste show was dit veelbelovend. De band speelde strak en August Albert zong en leidde zoals het een echte frontman betaamt. Toch lijkt ons dit eerder iets voor een tournee langs de culturele centra dan voor de grote rockpodia. Daarvoor klinkt het allemaal iets te braaf, ook al slaagde August Albert er in ons een dansje te laten placeren.