Ariel Pink's Haunted Graffiti - Vreemd volk op de buis
Muziekcentrum Trix, Borgerhout, 14 november 2012
Het gepeupel dat Trix binnenstrompelde had nog grotendeels de pijnlijke grimas die een maandag al te vaak met zich meebrengt om de lippen. Weinigen konden voorspellen dat de aanschijn van zijn of haar al dan niet welgevormde kanis dra vertrokken zou worden door de capriolen van Ariel Pink's Haunted Graffiti en ene Geneva Jacuzzi.
De blondine, die schuil gaat achter die laatste exotische naam, trok zelf de gordijnen open van een geïmproviseerde bühne, links van het eigenlijke podium. Getooid met glitterboa’s, kerstverlichting en elektrische kabels allerhande schreed en kroop ze over het podium, met om haar heen twee meisjes en twee jongens wiens voornaamste activiteit erin bestond om doeken en nog meer kerstlampjes rond elkaar heen te wikkelen.
Een optreden was het niet echt, omdat de Amerikaanse haar teksten meezong over een tape, maar we genoten ten volle van de performance. En de zelfverklaarde “synth driven bedroom pop” die Geneva vooraf in elkaar had geknutseld konden we absoluut pruimen.
Van de ene weirdo naar Ariel Pink is een kleine stap. De geblondeerde gozer uit L.A. zong een groot deel van zijn nummers vanuit de coulissen, met een camera op zijn tronie gemikt zodat we hem via de projector toch nog aan het werk konden zien. “How many people out there like television?” hoorden we hem vragen vanuit zijn schuilhok. Er zal vast wel over nagedacht zijn. Misschien schuilt er zelfs – oh, godsgruwel! - een concept achter.
Jedenfalls, wij waren naar Borgerhout afgezakt omdat Pinks laatste worp met Haunted Graffiti (er zit zelfs een – let op: politiek incorrect taalgebruik op komst! – in-di-aan bij de band!) ons nu al enkele weken in de ban had.
Uit die laatste, ‘Mature Themes’, puurde APHG het merendeel van de songs deze avond. De eerste, uitstekende helft ervan werd nagenoeg integraal gebracht in het begin van de show, en dat leverde meteen hoogtepunten op met Kinski Assassin, Only In My Dreams en het titelnummer, onze persoonlijke favoriet.
Daarna pas werd er ook af en toe ruimte gelaten voor ouder werk als She’s My Girl en Fright Night (Nevermore). Af en toe dook Ariel Pink uiteindelijk toch het podium op, zij het dan vaak helemaal achteraan, en met de rug naar het publiek.
Zijn virtuele aanwezigheid kon de pret niet drukken, zeker niet toen de meegebrachte applausband het applaus van het nog weekendsuffe publiek bleek te overstijgen. Enkel tijdens Nostradamus & Me moest ons enthousiasme dat van de kopgroep lossen: dit langgerekte afscheid zal wel bezwerend horen te zijn, maar wij vonden het stompzinnig en langdradig. Wie had dat kunnen voorspellen?
Niet getreurd echter: de drie bisnummers die ons werden toegeworpen maakten de minieme schade meteen weer goed. Round And Round, Crusades en, euhm – wat was het ook weer? – stuurden ons blijgemutst de koortsdromen van maandagnacht in.