Angel Olsen - High van een engel
STUK, Leuven, 5 april 2014
Drie maanden geleden kregen we het tweede album van Angel Olsen in de bus. Het sloeg ons met verstomming en ontroerde ons diep. Toen de zesentwintigjarige deerne uit Missouri eindelijk eens naar ons land kwam, wilden wij dat niet missen. Engelen zie je nu eenmaal niet elke dag.
Maar de engel stuurde eerst het licht vooruit: La Luz, een allgirlband uit Seattle klonk zoals hun naam doet vermoeden en bracht zonnige surfpop, gemengd met wat psychedelische effecten. Hiervoor zorgden een huppelend gitaartje zoals we dat kennen van The Drums, een swingende bas zoals die alleen door een vrouw kan gespeeld worden (hou dat bekken maar eens in bedwang!), onverwachte ritmebreuken geleid door een grungy uitziende drumster, een psydelisch orgeltje en vooral veel "oeoeoeoehs" en "pop pop pahoes".
Het materiaal beperkte zich tot single Brainwash waarvan ze ook de b-kant T.V. Dream speelden, een ep (‘Damp Face’), een debuutalbum (‘It’s Alive’) en ook één onuitgegeven nummer dat ze wel vaker live spelen: I Wanna Be Alone (With You). Toch wisten de vier moeiteloos te boeien omdat het spelplezier van het podium spatte en het ook af en toe mocht rammelen. Stilaan kwam frontvrouw Shana Cleveland ook tot interactie met het publiek en mochten we samen eens lachen met haar zogenaamde verwondering over de in Europa alom tegenwoordige Kurt Cobain.
Angel Olsen had, in tegenstelling tot op Incubate twee jaar geleden, een volledige band bij zich. Logisch, gezien het rijkere geluid van tweede album ‘Burn Your Fire For No Witness’. En de opener was al meteen een uppercut. Met Forgiven/ Forgotten legde de band meteen de kaarten op tafel. “Wij willen rocken”, was de boodschap. Zo kregen Free en Drunk And With Dreams uit ‘Half Way Home’ ook wat peper in het gat gewreven en pasten ze perfect tussen de nieuwere nummers.
Via Hi-Five en Stars kwamen we uit bij een eerste hoogtepunt Lights Out. Dit nummer, dat Olsen al in 2012 live speelde, past qua gevoel eerder bij de nummers op ‘Half Way Home’ omwille van de subtiliteit en emotionele beladenheid. Maar net zoals op plaat was het een mooi breekpunt in de set.
Dat er een echte band op het podium stond bleek uit de democratische ingesteldheid van de frontdame: “Krijg ik jullie toestemming om nog wat songs te spelen?”, vroeg ze aan bassiste Emily Elhaj. En even later dolde ze met diezelfde Emily, drummer Joshua Jaeger en gitarist Stewart Bronaugh toen de fans op de eerste rij die de setlist konden lezen, zich verwachtten aan het breekbare Windows, maar de band plots een stevige rockjam inzette om na een minuut lachend toe te geven dat ze zich wat hadden laten gaan.
In de ogen van Angel Olsen zit een engel en een duivel tegelijk. Ze haalde haar duivelse glimlachje een paar keer boven bij grapjes over Stella Artois, treinen en Belgische baby’s of wanneer ze schalks lonkte naar een man in het publiek. Ook muzikaal speelde Olsen een slim, ondeugend spelletje. Subtiele parels zoals het slotnummer van de debuutplaat The Tiniest Seed en het breekbare orgelpunt van haar tweede (Windows) kwamen vlak na elkaar, maar werden slim afgelost door het potigere Sweet Dreams.
Hierna volgde het diep kervende Creator, Destroyer. Dat zo diep in eigen vel sneed dat Olsen het zelf nodig vond om relativerend te zeggen dat ze het ondertussen met haar vriend terug goedgemaakt had en dat het leven uiteindelijk als een Woody Allen-film is: alles krijgt op het eind allemaal wel zin.
Van hieraf stond Olsen trouwens plots solo op het podium met enkel haar – door het vele spelen, getekende – gitaar als gezel. Nu ja, ook haar stem is een niet te onderschatten wapen. Sommigen haten die, anderen zijn er dol op, maar niemand blijft onberoerd bij het keelgeluid van de zangeres.
Wij behoren tot de fans. Haar stem klinkt namelijk tegelijk sterk en toch ontzettend breekbaar. Er zit een snik in die iedereen stil krijgt en dat bewees ze in het sologedeelte waarin de spanning te snijden was. Met haar soepele vingers, die repetitief dezelfde snaren raakten, en haar stem hypnotiseerde ze ons tijdens Unfucktheworld, White Fire en het minder bekende May As Well waarvan je een bloedmooie versie kan beluisteren op YouTube opgenomen in onze eigen AB.
“I’ll never forget you all of my life", zong de betoverende Olsen in dit nummer en dat zal wederzijds zijn. Zonder tierlantijnen zette ze met haar band hier een sobere, maar magische prestatie neer. High & Wild bracht de band nog een laatste keer terug en ook dat was een toepasselijke titel. We waren vooraf al wild van Olsen, maar na dit concert voelden we ons inderdaad wat high.